Ingediend | 16 oktober 2017 |
---|---|
Beantwoord | 25 oktober 2017 (na 9 dagen) |
Indiener | Joël Voordewind (CU) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z13794.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-304.html |
Ja. Het kabinet is geschokt door het incident en veroordeelt het disproportioneel gebruik van geweld door de Congolese veiligheidsdiensten. Daarnaast deelt Nederland de zorgen van Amnesty International over de veiligheid van terugkerende vluchtelingen.
De EU-lidstaten met diplomatieke vertegenwoordigingen in Kinshasa, waaronder Nederland, veroordeelden op 20 september het gebruik van disproportioneel geweld door Congolese veiligheidstroepen tegen Burundese vluchtelingen. Tevens riepen zij de Congolese autoriteiten op een onderzoek naar het incident te starten en de daders te berechten. Zowel de Congolese autoriteiten als de VN Vredesmissie MONUSCO hebben inmiddels een onderzoek gestart. Straffeloosheid in de Democratische Republiek Congo is een structureel probleem en daders gaan te vaak vrijuit. Nederland maakt zich samen met de EU en de VN hard voor grondig onderzoek naar geweldsincidenten en mensenrechtenschendingen in de DRC.
Het kabinet meent dat bescherming van burgers één van de hoofdtaken is van MONUSCO. In dit specifieke geval was MONUSCO snel ter plaatste en dwong een staakt-het-vuren af, hetgeen een nog hoger aantal (dodelijke) slachtsoffers heeft kunnen voorkomen. MONUSCO voert een aantal grootschalige hervormingen door die gericht zijn op het verder verbeteren van de bescherming van burgers, o.a. door betere «early warning» en een meer flexibele en snellere inzet van troepen. Nederland steunt deze hervormingen en zal, mede in het kader van het lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad in 2018, inzetten op effectieve implementatie er van.
De omringende landen (Rwanda, Tanzania, DRC, Uganda) vangen ongeveer 400.000 Burundese vluchtelingen op. Nederland werkt nauw samen met de UNHCR en bezoekt regelmatig de diverse kampen. Hoewel het leven voor de vluchtelingen in de kampen uiteraard moeilijk is en UNHCR kampt met een tekort aan financiering, voldoen de humanitaire omstandigheden aan de standaarden van de VN.
UNHCR, Tanzania en Burundi spraken op 31 augustus af dat zij in 2017 de vrijwillige terugkeer van ca. 12.000 vluchtelingen vanuit Tanzania zullen faciliteren. Het kabinet is, net als Amnesty, bezorgd over de veiligheid van deze vluchtelingen en over de capaciteit van Burundi om ze op te nemen. De Burundese overheid benadrukt sinds enkele maanden dat het land veilig is. Hoewel het aantal geweldsincidenten in Burundi is afgenomen, is de veiligheid van terugkerende vluchtelingen niet altijd gegarandeerd. De Burundese overheid voert een repressief beleid tegen politieke tegenstanders en mensenrechtenorganisaties. Vrijwel dagelijks zijn er berichten over verdwijningen en willekeurige arrestaties. Daarbij komt dat vanwege de verslechterde economische situatie, met een gebrek aan deviezen en hoge inflatie, de overheid over onvoldoende middelen beschikt om terugkerende vluchtelingen goed op te vangen. Samen met EU-collega’s dringt Nederland er bij UNHCR en de Burundese autoriteiten op aan dat terugkeer daadwerkelijk vrijwillig plaatsvindt en dat terugkerende vluchtelingen goed opgevangen worden.
Het kabinet is van mening dat een vreedzame uitweg uit de huidige politieke crisis in Burundi een belangrijke voorwaarde is voor verbetering van de veiligheid voor burgers, terugkerende vluchtelingen en politici. Nederland is daarom nauw betrokken bij de bemiddelingspogingen van de oud-president van Tanzania Benjamin Mkapa, onder meer met het initiatief van de Minister van Buitenlandse Zaken om een bijeenkomst te beleggen met Burundi, de VN, de EU en de regionale actoren in de marge van de AVVN. Een belangrijk onderdeel van deze inspanningen is het komen tot afspraken over verbetering van de mensenrechtensituatie en bescherming van burgers in Burundi.