Ingediend | 5 oktober 2017 |
---|---|
Beantwoord | 7 november 2017 (na 33 dagen) |
Indieners | Lisa Westerveld (GL), Zihni Özdil (GL) |
Beantwoord door | Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z13277.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-353.html |
Ja.
Ja, dit kan als stigmatiserend worden aangemerkt omdat met dit gebaar een bevolkingsgroep wordt gelijkgesteld aan een stereotiep uiterlijk kenmerk.
Ja, deze mening deel ik.
Deze zijn niet bij mij bekend.
Ik ben niet van plan hier een onderzoek naar te starten. Aangezien de verantwoordelijkheid voor de inrichting van het onderwijsproces en de keuze van lesmaterialen is belegd bij het bevoegd gezag van scholen, is het niet aan de overheid om de kwaliteit en inhoud van lesmateriaal te beoordelen. Leerlingen, ouders of leraren die klachten hebben over lesmateriaal kunnen hierover het gesprek aangaan met de school of desbetreffende uitgever. Het is vervolgens aan de school en/of de uitgever om af te wegen welke aanpassingen worden doorgevoerd. Een voorbeeld van dit proces is te vinden in de casus die de vraagstellers aanhalen. Hier werden de lesmethode en instructie na de opmerking van de ouder door de uitgever aangepast.
Het is wat mij betreft belangrijk dat uitgeverijen, leerkrachten en onderwijskundigen zich in het algemeen bewust zijn van (het effect van) stereotypen. Het gaat hierbij niet enkel om stereotypen gebaseerd op afkomst, maar ook bijvoorbeeld op basis van gender of seksuele voorkeur. Het is aan scholen en uitgeverijen zelf om deze bewustwording verder te ontwikkelen. De overheid heeft hier geen rol in.