Ingediend | 26 september 2017 |
---|---|
Beantwoord | 25 oktober 2017 (na 29 dagen) |
Indiener | Tunahan Kuzu (DENK) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z12692.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-317.html |
Ja.
Het kabinet is bekend met het feit dat er veel meldingen gemaakt worden van dreigingen die afkomstig zouden zijn van een zekere «Captain Nidal». Het kabinet beschikt over onvoldoende informatie om uitspraken te doen over het al-dan-niet bestaan van «Captain Nidal».
Uit cijfers van de VN blijkt dat Israël in 2017 tot dusverre gemiddeld per twee weken 87 opsporings- en arrestatieoperaties uitvoert in de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost Jeruzalem. In 2016 waren dat 95 operaties per twee weken. In de Oslo Akkoorden hebben Israël en de PLO afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden met betrekking tot de veiligheid op de Westelijke Jordaanoever, waarbij de Palestijnse politie, overeenkomstig de bepalingen van de Akkoorden en de bijlagen daarbij, verantwoordelijk is voor het handhaven van de openbare orde in Area A. Ook Israël heeft op basis van de Akkoorden bepaalde bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tevens is Israël verantwoordelijk voor de handhaving van openbare orde in Oost-Jeruzalem.
De behandeling van Palestijnse kinderen door Israël is een bron van grote zorg. De Nederlandse regering hecht aan de strikte naleving van de toepasselijke internationaalrechtelijke bepalingen. Dat wordt in multilaterale fora en in bilaterale contacten met Israël uitgedragen. Nederland speelt een voortrekkersrol bij de bescherming van de rechten van minderjarige Palestijnen in Israëlische detentie. Ook is Nederland chef de file voor de EU-ambassades in Tel Aviv voor de bescherming van de rechten van deze kwetsbare groep. Zie ook het verslag van het Algemeen Overleg van 26 mei 2016, Kamerstuk 23 432, nr. 440.
Het kabinet beschikt over onvoldoende informatie om het bestaan van «Captain Nidal» te kunnen verifiëren of om een oordeel te kunnen geven over de beschuldigingen waarnaar in deze vraag wordt verwezen. Dit neemt niet weg dat het kabinet in contacten met Israël zal blijven aandringen op strikte naleving van het internationaal recht, waaronder humanitair oorlogsrecht en mensenrechten en zal oproepen om specifieke misstanden of incidenten te onderzoeken.
Op basis van het bezettingsrecht, dat onderdeel uitmaakt van het humanitair oorlogsrecht, is Israël als bezettende mogendheid verplicht de openbare orde en het openbare leven in het bezette gebied zo veel als mogelijk te herstellen en te verzekeren. Dit sluit de mogelijkheid van geweldgebruik niet uit, mits voldaan wordt aan de voorwaarden van noodzakelijkheid en proportionaliteit.
Het kabinet roept Israël op terughoudend te zijn met het gebruik van geweld en verwacht van Israël dat ieder geweldsgebruik proportioneel is. Het kabinet spreekt Israël geregeld aan op de verplichting proportioneel te handelen.
Ja. Ieder geweldsgebruik dat niet in overeenstemming is met de voorwaarden van noodzakelijkheid en proportionaliteit moet worden vermeden. Het kabinet spreekt Israël hier geregeld op aan. Dat gebeurt ook in EU-verband, mede op het initiatief van Nederland. Nederland steunt diverse Israëlische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties, die zich sterk maken voor de bescherming van de rechten van Palestijnse burgers. Zie ook het antwoord op vraag 6.
Nee. Het kabinet dringt bij Israël aan op terughoudendheid met het gebruik van geweld en spreekt Israël geregeld aan op de verplichting proportioneel te handelen. Zie ook het antwoord op vraag 6.