Ingediend | 26 september 2017 |
---|---|
Beantwoord | 12 december 2017 (na 77 dagen) |
Indiener | Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | Stef Blok (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z12683.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-655.html |
Ja.
De Nederlandse overheid biedt geen bijstand aan Nederlandse uitreizigers om het strijdgebied te verlaten. Wanneer een uitgereisde Nederlandse jihadist zich in persoon meldt bij een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging, kan deze persoon daar vragen om consulaire bijstand. Per individu wordt de aanpak bepaald. Deze kan strafrechtelijk, inlichtingenmatig en/of bestuurlijk van aard zijn.
De NCTV heeft in oktober 2016 niet aangegeven dat Nederlanders in ISIS-gebied actief worden teruggehaald. De NCTV gaf wel aan dat de persoon waar het in de besproken casus om ging zich kon melden bij een Nederlandse vertegenwoordiging buiten het strijdgebied, en dat vervolgens de aanpak zou worden bepaald. Terugkeer naar Nederland onder begeleiding van de KMar is een van de mogelijkheden die in relatie tot deze casus benoemd is.
De Nederlandse autoriteiten halen geen Nederlandse burgers uit strijdgebied.
Per geval wordt de aanpak met betrekking tot terugkeerders bepaald. Indien het OM een uitreiziger internationaal heeft gesignaleerd (via Interpol of met een Europees Aanhoudingsbevel), kan aan het land waar de persoon wordt aangetroffen om uitlevering worden verzocht, indien Nederland daar een rechtshulprelatie mee heeft.
Ja, ik deel de mening dat uitreizigers naar strijdgebied die mogelijk terroristische daden aldaar hebben gepleegd, in Nederland voor de rechter moeten komen en berecht moeten worden voor de mogelijke misdaden die zij hebben begaan. In sommige gevallen kan de bescherming van de nationale veiligheid er echter om vragen te voorkomen dat iemand legaal kan terugkeren naar Nederland door het intrekken van diens Nederlanderschap. Per geval wordt de aanpak met betrekking tot terugkeerders bepaald. Deze kan strafrechtelijk, inlichtingenmatig en/of bestuurlijk van aard zijn. Daarbij worden belangen als door de vraagsteller genoemd, vanzelfsprekend afgewogen.
Zie antwoord vraag 6.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Verhoeven (D66) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de terugkeer van Nederlanders uit IS-gebied (ingezonden 26 september 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.