Ingediend | 15 september 2017 |
---|---|
Beantwoord | 12 oktober 2017 (na 27 dagen) |
Indiener | Selçuk Öztürk (DENK) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z12176.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-177.html |
Ja.
Zoals gesteld in het jaarverslag van de MIVD over het jaar 2016 (Kamerstuk 29 924, nr. 148), ontvangt de MIVD jaarlijks vele meldingen van mogelijke bedreigingen voor de veiligheid van de krijgsmacht, onder andere gerelateerd aan mogelijk extremisme. De MIVD doet onderzoek naar de dreiging die uitgaat van personen of groepen binnen de defensieorganisatie, die extremistisch gedachtegoed aanhangen of steun verlenen aan extremistische organisaties. De MIVD verricht onderzoek naar de aard en omvang van de mogelijke dreiging, indien nodig en mogelijk in samenwerking met andere (Europese) diensten. Over de uitkomsten van dergelijk onderzoek doe ik slechts uitspraken via de daartoe geëigende kanalen.
Zie antwoord vraag 3.
Ja, ik ken het rapport uit 2015 dat geschreven is door onderzoekers van de Universiteit Leiden in opdracht van de NCTV. Dat de onderzoekers stellen dat in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland door de jaren heen rechts-extremisme relatief weinig aandacht krijgt en «soms wat [lijkt] te worden gebagatelliseerd» (Barometer van de dreiging: Tien jaar Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 2005–2015, p. 29) betekent geenszins dat deze dreiging zelf in de praktijk wordt onderschat. Al jaren rapporteren de NCTV en de AIVD in hun stukken (zoals het DTN, jaarverslagen en in specifieke publicaties) over de dreiging van rechts-extremisme en terrorisme in binnen- en buitenland. Daarnaast wil ik u wijzen op de speciale aandacht die (de aanpak van) rechts-extremisme krijgt in de Nationale Contraterrorisme-strategie 2016–2020, die in juli 2016 naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstuk 29 754, nr. 391).
Bovenstaande betekent echter niet dat er over rechts-extremisme net zoveel wordt geschreven als over jihadisme. Het jihadisme is de laatste jaren immers de meest bepalende factor in het dreigingsbeeld voor Nederland.
Zie antwoord vraag 5.
Extremistische dreigingen, ongeacht de aard of onderliggende ideologie, worden aangepakt. Deze inzet is generiek van aard en richt zich op alle vormen van extremisme. Het is daarom niet mogelijk om een overzicht te geven van ingezette capaciteit of financiële middelen op extremisme met een specifieke ideologische achtergrond. Dit geldt ook ten aanzien van inzet van de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS).
In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 45 gaat de regering in op de meest recente ontwikkelingen op het gebied van rechts-extremisme. Ik verwijs u naar deze brief (Kamerstuk 29 754, nr. 423).
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.