Ingediend | 6 september 2017 |
---|---|
Beantwoord | 28 november 2017 (na 83 dagen) |
Indieners | Cem Laçin , Maarten Hijink |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (PvdA), Klaas Dijkhoff (VVD), Sharon Dijksma (PvdA) |
Onderwerpen | economie ict markttoezicht openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z11540.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-515.html |
Ja.
NS heeft aangegeven dat er op 21 september 2017 74 van dit type reclameborden op treinstations stonden. Het is op voorhand niet zeker of er sprake is van verwerking van persoonsgegevens, omdat niet duidelijk is of de camera's identificeerbare beelden verwerken. Alle exploitanten dienen zich, wanneer zij persoonsgegevens verwerken, te houden aan de hiervoor geldende wet- en regelgeving. Wanneer een exploitant zich hier niet aan houdt, kan dit een reden zijn voor de Autoriteit Persoonsgegevens om vragen te stellen, onderzoek te doen en eventueel een sanctie op te leggen. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft aangekondigd informatie in te winnen en, indien hier aanleiding voor is, maatregelen te nemen. Alle borden vallen binnen de bevoegdheid van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Het is ons niet bekend hoeveel van de in het bericht bedoelde type reclameborden worden gebruikt door Exterion en eventuele andere exploitanten in Nederland, noch welke data en technieken hiervoor worden gebruikt. Naar aanleiding van de maatschappelijke onrust heeft Exterion overigens bekend gemaakt dat de camera's voorlopig zijn uitgeschakeld.2
Zie antwoord vraag 2.
Wij hebben geen aanwijzing dat er gegevens die door apparaten worden uitgezonden, worden gekoppeld aan de beeltenis van mensen.
Staatsdeelnemingen verschillen in hun rechtspositie onder de Wbp niet wezenlijk van andere bedrijven. Het is in zijn algemeenheid niet mogelijk om een overzicht te geven van bedrijven die data verzamelen, noch van de technieken waarmee data worden verzameld. Dit is immers geen limitatieve verzameling van bedrijven en technieken. Staatsdeelnemingen en andere bedrijven dienen in al hun handelen, en daarmee ook in de verwerking van persoonsgegevens, binnen de grenzen van de wet te blijven. Verwerking van persoonsgegevens is alleen toegestaan wanneer dit rechtmatig geschiedt voor een welbepaald doel en proportioneel is. Toestemming of «opt-in» is hiervoor één van de grondslagen, maar niet de enige. De verwerking van persoonsgegevens kan bijvoorbeeld ook noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een overeenkomst, voor het vervullen van een wettelijke plicht, of in het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke zijn. De Wbp bepaalt voor alle verwerkingsverantwoordelijken wanneer een nieuwe verwerking van persoonsgegevens moet worden gemeld. In beginsel wordt een nieuwe geautomatiseerde verwerking gemeld, tenzij een verwerking is vrijgesteld. Overigens is het in casu niet duidelijk of er sprake is van verwerking van persoonsgegevens. Wij zien geen aanleiding om staatsdeelnemingen te verplichten advies te vragen aan de Autoriteit Persoonsgegevens in andere gevallen dan in de wet is voorgeschreven.
Zie antwoord vraag 5.
NS exploiteert de stations in Nederland. Voor een groot deel vindt de exploitatie plaats door derden. Alle exploitanten hebben zelfstandig de verplichting om voor wat betreft hun exploitatie zich te houden aan wet- en regelgeving. NS geeft aan dat zij ook in haar contracten met derden vastlegt dat deze zich dienen te houden aan wet- en regelgeving.
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft regelmatig overleg met NS en Prorail, ook specifiek over stations. De voorliggende vragen over reclameborden zijn in het overleg niet naar voren gekomen, omdat NS geen aanleiding had te denken dat het wellicht niet binnen de kaders van de wet zou plaatsvinden.
De exploitant Exterion is zelfstandig verantwoordelijk dat de exploitatie binnen de grenzen van de Wbp plaatsvindt. Dit geldt ook voor eventuele verwerking van persoonsgegevens met behulp van de cameratoepassing in de borden en exploitant zal daarom in dat kader zelf een afweging moeten maken. In april 2017 heeft NS naar aanleiding van een vraag van een journalist bij de exploitant van de borden, Exterion, navraag gedaan over de werking van de borden. Daarbij heeft Exterion expliciet aangeven dat met de gebruikte techniek geen beelden worden vastgelegd of persoonsgegevens worden verwerkt en dat zij voldoen aan wet- en regelgeving. Op basis van de verklaring van Exterion was er voor NS geen aanleiding om te veronderstellen dat Exterion mogelijk niet in overeenstemming met privacy wet- en regelgeving zou handelen.
Zie antwoord vraag 5.
De opkomst van deze apparaten en het «internet of things» hangt nauw samen met keuzes van consumenten. Wanneer in dit kader verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt, zal dit, net als in andere situaties, wel binnen de grenzen van de wet moeten blijven. Transparantie over het gebruik van deze apparatuur is ons inziens van groot belang om consumenten in staat te stellen bewust om te gaan met het beschermen van hun privacy en te voorkomen dat hierover maatschappelijke onrust ontstaat.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Financien, dat de schriftelijke vragen van de leden Hijink en Lacin (beiden SP) over het bericht dat op station Amsterdam Centraal slimme reclameborden worden ingezet (ingezonden 6 september 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.