Ingediend | 24 augustus 2017 |
---|---|
Beantwoord | 18 september 2017 (na 25 dagen) |
Indieners | Peter Kwint , Kirsten van den Hul (PvdA) |
Beantwoord door | Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z11075.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2733.html |
Als een student een deel van de lessen of examens moet missen vanwege ziekte of een zwangerschap is dat natuurlijk erg vervelend. Voor deze studente zijn de gevolgen uiteraard nog ingrijpender, gezien de spoedkeizersnede die ze heeft ondergaan. In het algemeen geldt dat wanneer een student, om welke reden dan ook, een deel van de lessen of examens mist, de betreffende instelling en de student afspraken maken over het inhalen hiervan op een later moment, waardoor dit niet tot studievertraging leidt.
De student aan wie u refereert in uw vraag heeft richting de instelling aangegeven de examens die zij heeft moeten missen na de vakantie in te willen halen. Deze vraag is door de instelling in overweging genomen. Echter, de student blijkt zo veel van het onderwijs en de examens van haar éénjarige opleiding te hebben gemist (ook in de periode voor haar bevalling) dat zij dit niet in korte tijd kan inhalen. Daarom zal de student het jaar opnieuw doen. Daar waar zij bepaalde examenonderdelen al wel heeft afgerond kan de instelling haar, conform de Onderwijs- en Examenregeling van de instelling, daarvoor een vrijstelling verlenen.
Deze situatie doet geen afbreuk aan mijn uitspraak. Ik ben nog steeds van mening dat de rechtspositie van studerende moeders en zwangere studenten goed geborgd is in wet- en regelgeving. Dit neemt niet weg dat ik uitvoering zal geven aan de motie Kwint/van de Hul2, zie hiervoor het antwoord bij vraag 5.
Instellingen hebben inderdaad de ruimte om in specifieke situaties gepaste maatregelen te nemen om studenten extra te ondersteunen of maatwerk te bieden in bijvoorbeeld de lessen of bij de examens. Dit neemt niet weg dat zij ook een verantwoordelijkheid hebben om de kwaliteit van het diploma te waarborgen. Dit betekent dat een student altijd aan de eisen van een opleiding zal moeten hebben voldaan om het diploma te behalen. Omdat de betreffende student niet aan deze eisen heeft voldaan, en het niet te verwachten is dat dit op korte termijn zal veranderen door het afleggen van een aantal herkansingen, zal de student het jaar over moeten doen.
Instellingen hebben al de mogelijkheid om maatwerk te leveren voor alle studenten waarbij dat nodig is. Voor mijn uitvoering van de betreffende motie verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 5.
Ik ben reeds langere tijd in overleg met de coalitie studerende moeders (waaronder het steunpunt studerende moeders, proefprocessenfonds Clara Wichman, FNV vrouw, de Nederlandse Vrouwenraad en Vereniging Vrouw en Recht), the Public Interest Litigation Project (PILP) en koepelorganisaties (de MBO Raad, de Vereniging Hogescholen en de VSNU) om te bezien hoe zwangere studentes en jonge moeders beter kunnen worden ondersteund.
In het najaar vindt er een vervolgoverleg plaats. De verwachting is dat snel daarna een handreiking kan worden vastgesteld die mbo-instellingen ondersteunt bij het nog beter rekening houden met zwangere studentes en jonge moeders. De Vereniging Hogescholen kiest ervoor om in zetten op kennisdeling zodat het voor hogescholen duidelijk wordt welke mogelijkheden er bestaan om ondersteuning te bieden voor deze specifieke doelgroep. De VSNU onderzoekt welke aanpak wenselijk en noodzakelijk is voor het wetenschappelijk onderwijs.
Mede op basis van het overleg, waar de studentenorganisaties ook voor zullen worden uitgenodigd, zal ik uw Kamer dit najaar per brief informeren over hoe ik uitwerking geef aan de motie en de andere aspecten die in het overleg met de coalitie studerende moeders aan bod zijn gekomen.
Contact met de instelling leert mij dat zij in contact is met de student en dat de student het jaar zal overdoen. De instelling zal haar zo goed mogelijk ondersteunen in het voltooien van de opleiding. Ik zie op basis van de contacten met de instelling hierover geen aanleiding om in te grijpen in de huidige gang van zaken.