Ingediend | 23 augustus 2017 |
---|---|
Beantwoord | 13 september 2017 (na 21 dagen) |
Indiener | Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | ethiek organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z11032.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2697.html |
Ja.
Essentieel is dat de wens van de persoon zelf centraal staat, bij alle vormen van zorg, ook bij bijzondere zorg als euthanasie. Voorwaarde daarvoor is dat de betrokkene wilsbekwaam is, en het verzoek zelf doet. Natuurlijk kunnen mensen van gedachten veranderen. In zo’n geval zal de hulpverlener daar rekening mee moeten houden, dat is bij alle vormen van zorg belangrijk. Ook mogelijk is dat iemand op enig moment niet meer in staat is de eigen wens te uiten. Om dan te voorkomen dat aan de wens van die persoon geen gehoor gegeven kan worden omdat die wens niet bekend is, kan iemand een schriftelijke wilsverklaring opstellen. Uitgangspunt blijft dat de wens van de persoon gehonoreerd wordt, in welk stadium van de ziekte dan ook, mits die wens wilsbekwaam wordt geuit of, indien iemand niet meer wilsbekwaam is, diens wens daarvóór wilsbekwaam schriftelijk is vastgelegd. Bij de uitvoering van euthanasie moet dan uiteraard wel ook aan alle overige zorgvuldigheidseisen zijn voldaan. Zie voor meer informatie de uitgebreide Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek die d.d. 17 december 2015 is uitgebracht door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de KNMG.
Dementie is een verschrikkelijke ziekte, en kan een zeer grote impact hebben op zowel de patiënt als de familie en andere naasten. Het is moeilijk voorstelbaar wat iemand die langzaam de grip op de eigen geest verliest moet doormaken. Dat is zeer ingrijpend, en heeft ook gevolgen voor de mogelijkheid om weloverwogen en bekwaam keuzes te maken. Het is belangrijk dat mensen die de ziekte krijgen daarin goed begeleid worden. Wanneer een patiënt met deze diagnose eerder te kennen heeft gegeven in een specifieke situatie euthanasie te willen, en dat schriftelijk heeft vastgelegd, is het van groot belang dat daarover gepraat wordt. Door en met de hulpverleners, en door en met de familie.
De arts zal niet bedoeld hebben dat de kinderen zelf tot de uitvoering van euthanasie over zouden moeten gaan. Navraag bij de Levenseindekliniek bevestigt dit. Waar het hier om gaat is dat kinderen – en andere naasten – iemand kunnen ondersteunen bij het maken van eigen keuzes. Zeker iemand die geconfronteerd is met een ernstige ziekte van aftakeling en verlies, een ziekte waar geen curatieve behandeling voor is, kan deze steun goed gebruiken. Steun die ook door de hulpverleners gegeven kan worden. Uiteindelijk is van belang dat zo iemand de ruimte krijgt om de eigen wensen kenbaar te maken, en dat die wensen ook gerespecteerd worden. In gesprekken kan duidelijk worden wat eerder geuite wensen, zoals in een schriftelijk euthanasieverzoek, voor betekenis hebben in de situatie van dat moment. Gesprekken over wat die persoon precies wil en wanneer, zodat aan de eigen wensen van die persoon gehoor gegeven kan worden.
Ik realiseer me overigens goed dat dit ook veel van de kinderen en andere naasten vraagt, juist in een fase waarin ze (ook) langzaam afscheid moeten nemen van een dierbare die door de dementie wordt aangetast. Dat is heel belastend.
Het is goed dat mensen die de diagnose dementie krijgen, op tijd met hun hulpverleners en naasten het gesprek over een eerder geuite doodswens aangaan. Dat is geen eenvoudig gesprek. Ik heb dan ook begrip voor de oproep van de arts om het gesprek niet uit de weg te gaan. Natuurlijk blijft tegelijk van belang dat voor elk euthanasieverzoek de wens van de persoon die erom vraagt centraal staat, dat die wens vrijwillig en weloverwogen tot stand is gekomen en voldaan is aan de zorgvuldigheidseisen zoals vastgelegd in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Dat zal de arts die om de uitvoering van euthanasie gevraagd wordt moeten kunnen vaststellen, en wordt getoetst door de regionale toetsingscommissies euthanasie.