Ingediend | 17 augustus 2017 |
---|---|
Beantwoord | 21 september 2017 (na 35 dagen) |
Indiener | Esther Ouwehand (PvdD) |
Beantwoord door | Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z10876.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-25.html |
Ja.
Ja.
Ja.
Het aantal betrokken dieren bij een brand wordt niet vastgesteld door de brandweer. Dergelijke informatie wordt tijdens de inzet van de brandweer door de eigenaar en/of het bevoegd gezag verschaft aan de brandweer ten behoeve van het uitvoeren van de brandbestrijdingstaak (bij dit scenario: het redden van dieren, voorkomen van branduitbreiding en bestrijden van de brand). In het geval van de stalbrand in Agelo heeft de brandweer zich gebaseerd op informatie van de eigenaar.
Gemeente Dinkelland heeft informatie verschaft inzake de omgevingsvergunning voor de inrichting aan de Oppersveldweg 8 in Agelo. Er is op 5 april 2013 een omgevingsvergunning verleend voor het houden van 1.786 varkens, 5.389 biggen en 14 paarden.
Voor de inrichting aan de Oppersveldweg 8 in Agelo is een omgevingsvergunning verschaft voor het houden van dieren in meerdere stallen. De door de brand verwoeste stallen betreft twee stallen met een vergunning voor het houden van in totaal 1.036 varkens en 3.520 biggen. Het aantal dieren afgegeven in de vergunning wordt niet altijd gehouden.
Doel van ons beleid is het aantal stalbranden te doen verminderen en daar willen we met het vervolg van het Actieplan Stalbranden vol op in zetten. Het op een objectieve en transparante wijze vaststellen van het precieze aantal dieren welke is omgekomen als het aantal dieren welke een brand heeft overleefd is hierbij minder relevant.
Het precies vaststellen van het aantal betrokken dieren bij een brand is geen opgedragen taak van de brandweer. De brandweer heeft wel informatie nodig van de ondernemer om haar taak goed uit te kunnen voeren, zoals het voorkomen van uitbreiding en bestrijden van de brand, het redden van dieren en woordvoering over het incident. In het kader van het Actieplan Stalbranden heeft de Brandweer Nederland i.s.m. Verbond van Verzekeraars en CBS Landbouwtelling afgesproken om de gegevens van het aantal stalbranden en omgekomen dieren in de periode 2012–2016 in kaart te brengen. Tevens wordt, in het kader van het Actieplan Stalbranden, sinds 2014 systematisch data bijgehouden over de oorzaken van stalbranden door de Nederlandse Brandweer in samenwerking met het Verbond van Verzekeraars.
Gegevens over verplaatsingen van varkens naar een ander bedrijf of slachthuis dienen door de ondernemer in het kader van de regeling Identificatie en Registratie van Dieren doorgegeven te worden aan een centrale databank van de overheid. Uit deze databank is echter niet af te leiden wat het werkelijk aantal varkens is in de stallen op een bepaald moment. Op basis van de jaarlijks opgave in mei ten behoeve van de Landbouwtelling is wel een beeld te geven over het aantal dieren dat zich in de stallen kunnen bevinden. Vaak kan ook in samenwerking met de ondernemer op basis van de bedrijfsadministratie een goed beeld van het aantal dieren verkregen worden.
Indien de brandweer opgeroepen wordt voor een stalbrand, waarbij dieren betrokken zijn, zal de inzettactiek erop gericht zijn om waar mogelijk reddend op te treden door dieren en mensen in de stal in veiligheid te brengen, uitbreiding van de brand te voorkomen en de brand te bestrijden. Deze inzettactiek is niet afhankelijk van het precieze aantal aanwezig dieren en is er altijd op gericht zoveel mogelijk dieren te redden.
Nee, deze informatie is voor de brandweer niet relevant. De inzettactiek is niet afhankelijk van het precieze aantal aanwezige dieren en is er altijd op gericht zoveel mogelijk dieren te redden.
Ja.
Zoals in de brief over de «Evaluatie Actieplan Stalbranden 2012–2016 en vervolg» van 30 augustus 2017 (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 138) is aangegeven, waren de beelden van de recente stalbranden hartverscheurend en waren velen aangedaan door dit dierenleed. Op 30 augustus 2017 is een brief over de «Evaluatie Actieplan Stalbranden 2012–2016» van 30 augustus 2017 (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 138) verstuurd. In de evaluatie van het Actieplan Stalbranden wordt geconcludeerd dat de kans op brand met dierlijke slachtoffers in nieuwbouwstallen (en stallen die een grote verbouwing hebben ondergaan) is afgenomen door o.a. nieuwe bouwvoorschriften in het Bouwbesluit (sinds 2014). In bovengenoemde brief zijn, op basis van de adviezen uit het evaluatierapport Actieplan Stalbranden, vervolgacties geformuleerd en aangegeven dat extra maatregelen volgen om de kans op stalbranden, ook in bestaande stallen, te verkleinen.
Zie antwoord vraag 13.
Voor het beleid van het kabinet verwijs ik u naar de brief over de Evaluatie Actieplan Stalbranden 2012–2016 van 30 augustus 2017 (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 138).