Ingediend | 14 juli 2017 |
---|---|
Beantwoord | 7 september 2017 (na 55 dagen) |
Indiener | Vicky Maeijer (PVV) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | europese zaken internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z10382.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2655.html |
Ja.
De Europese Commissie en het Europees parlement zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de keuze van een (nieuwe) locatie voor het Huis van Europa in Parijs als het huurcontract van het huidige pand in april 2018 afloopt.
In een «Huis van Europa» kunnen bezoekers informatie krijgen over de werking van Europese instellingen en kunnen debatten en seminars over de EU worden georganiseerd. Daarnaast is de lokale vertegenwoordiging van de Europese Commissie en van het Europees parlement er gehuisvest en kunnen Europarlementariërs er werken en evenementen organiseren. De (publieke) functie van de vertegenwoordiging kan per lidstaat verschillen.
De overwegingen die bij de keuze voor een nieuwe locatie voor het Huis van Europa in Parijs een rol spelen zijn aan de Europese Commissie en het Europees parlement. Ook de budgettaire afweging is aldaar gelegen, mits passend binnen de gestelde begrotingskaders van de EU (zie ook antwoord op vraag 6 en 7). In algemene zin is het kabinet voorstander van doelmatige besteding van Europese middelen.
De Europese Commissie en het Europees parlement zijn in alle lidstaten vertegenwoordigd. In zes grote lidstaten heeft het EP ook in een tweede stad een informatiecentrum. Met uitzondering van Athene zijn de instellingen in één gebouw gehuisvest. Geaggregeerde cijfers over de kosten en bezoekersaantallen zijn niet beschikbaar.
De huurkosten van dit gebouw passen binnen de begrotingskaders van de begroting van het Europees parlement en de Europese Commissie, als onderdeel van de begroting van de EU. De regering vindt het essentieel dat Europese middelen doelmatiger worden besteed. In de huidige EU-begroting, die ongeveer 1% van het Europese Bruto Nationaal Product bedraagt, is 5,9% voor zogenoemde «administratieve uitgaven» gealloceerd. Hieruit worden onder meer gebouwen van vertegenwoordigingen van Commissie en parlement in de lidstaten gefinancierd. In aanloop naar de onderhandelingen over het nieuwe EU Meerjarig Financieel Kader, zet Nederland in op een begroting die modern, toekomstgericht en financieel houdbaar is. Uw Kamer ontvangt op voorhand een gedetailleerde onderhandelingsinzet van het kabinet.
Zie antwoord vraag 6.