Ingediend | 10 juli 2017 |
---|---|
Beantwoord | 15 september 2017 (na 67 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (staatssecretaris financiën) (VVD) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z10190.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2720.html |
Ja.
In het verleden stopte de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag zodra er een sterk vermoeden bestond van mogelijk misbruik van de kinderopvangtoeslag. Daarna pas werd er nader onderzoek uitgevoerd om vast te stellen of er inderdaad sprake was van het onrechtmatig verkrijgen van kinderopvangtoeslag. Ouders werden daarbij verzocht om bewijzen aan te leveren zoals bijvoorbeeld een contract of betaalbewijzen. Deze werkwijze is in dit specifieke geval toegepast.
Vanaf medio 2016 is deze werkwijze aangepast en worden toeslagen alleen nog gestopt nadat er bewijsstukken zijn opgevraagd en is vastgesteld dat er geen recht is op de toeslag. Wel kunnen betalingen in bepaalde situaties worden opgeschort om te voorkomen dat kinderopvangtoeslag ten onrechte wordt uitbetaald.
De werkwijze in de periode 2013/2014 paste in de politieke en maatschappelijke context van die jaren, om vermoedens van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsmiddelen tegen te gaan. Achteraf kan worden gesteld dat de gekozen werkwijze niet in alle gevallen tot het gewenste resultaat heeft geleid en dat individuele ouders hiervan hinder hebben ondervonden.
De Nationale ombudsman heeft op 9 augustus jl. het rapport «Geen powerplay maar fair play» gepubliceerd. In dat rapport komt de handelwijze van de Belastingdienst in 2014 ten aanzien van een groep ouders aan de orde (de ombudsman noemt een aantal van 232 gezinnen), waarvan de kinderopvangtoeslag is stopgezet. In het rapport verwijst de Nationale ombudsman naar de hierboven genoemde uitspraak van de Raad van State. De Nationale ombudsman doet in zijn rapport een aantal aanbevelingen aan de Belastingdienst om de werkwijze te verbeteren. Ik bereid een reactie op het rapport voor. Deze reactie zal ik uw Kamer ook doen toekomen.
Het is voorgekomen dat er brieven naar ouders zijn verstuurd waarin werd aangegeven dat de toeslag zal worden gestopt zonder dat de brief melding maakte van de bezwaar mogelijkheid. Deze brieven worden altijd op een later moment gevolgd door een beschikking. Op elke beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen staat standaard de bezwaarclausule. Iedereen wordt daarmee gewezen op de mogelijkheid om in bezwaar te kunnen gaan tegen de stopzetting van de toeslag.
Bij alle aanvragers, het precieze aantal is niet bekend, die aangesloten waren bij het desbetreffende gastouderbureau is naar aanleiding van het sterke vermoeden van misbruik de kinderopvangtoeslag voor 2014 stopgezet. Dat heeft niet direct geleid tot terugvorderingen. Terugvorderingen zijn ontstaan nadat het nader onderzoek was uitgevoerd en vastgesteld werd dat er geen recht op kinderopvangtoeslag bestond. Daarbij is ook vastgesteld dat er in een aantal gevallen geen recht bestond op de toeslag in de jaren 2012 en 2013. In 95 gevallen is na ontvangst van een bezwaarschrift de terugvordering (gedeeltelijk) teruggedraaid. In totaal zijn er voor 2014 164 bezwaarschriften ontvangen. Hiervan dienen er nog 10 afgehandeld te worden.
Over de jaren 2012, 2013 en 2014 samen zijn er in totaal 533 bezwaarschriften ontvangen. In 47% van de gevallen is het bezwaar tijdig afgehandeld. In de gevallen waarbij het bezwaar niet op tijd is behandeld bedroeg de gemiddelde behandeltijd 18 maanden.
Zie antwoord vraag 4.
Ieder bezwaar wordt individueel behandeld waarbij er meerdere factoren zijn die het recht op kinderopvangtoeslag bepalen. De factoren waarom een bezwaar wordt afgewezen worden niet separaat bijgehouden. Het is daarom niet meer te achterhalen bij hoeveel personen de motivering is gebruikt, dat zij na de datum van stopzetting niet de volledige kosten betaald hadden en daarom voor het hele jaar geen recht hadden op kinderopvangtoeslag.
Er zijn inderdaad gevallen geweest waarin de ouders onvoldoende zijn geïnformeerd over welke stukken onjuist zijn. De communicatie hierover is inmiddels aangepast.
Per dossier wordt beoordeeld of alle en de juiste bewijsstukken zijn overlegd. Op basis van deze beoordeling wordt er per dossier een beslissing gemaakt en wordt er een brief opgemaakt voor de ouder. De reden van stopzetting per dossier wordt niet separaat bijgehouden.
Het maken van bezwaar is hiervoor de geëigende mogelijkheid. Het bezwaar dient duidelijk te maken dat er recht bestaat op kinderopvangtoeslag. De bewijsstukken dienen daarvoor te worden meegestuurd. In het verleden werden bezwaren niet in alle situaties binnen de geldende termijnen afgehandeld en kon het voorkomen dat ouders soms lang moesten wachten. Inmiddels worden door de Belastingdienst/Toeslagen de bezwaren binnen de daarvoor geldende termijnen afgehandeld. Tevens heeft de Belastingdienst/Toeslagen zijn werkwijze aangepast waardoor toeslagen alleen nog worden gestopt nadat is vastgesteld dat er geen recht bestaat op de toeslag.
De bevoegdheden en verplichtingen voor de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot het stopzetten, controleren en terugvorderen van kinderopvangtoeslag zijn in de wet- en regelgeving vastgelegd. Er zijn geen aanvullende beleidsinstructies gegeven voor de kinderopvangtoeslag in 2014 en 2015.
De context waarin toeslagen destijds werden toegekend is in de brieven aan uw Kamer van 4 mei 2013 en 28 januari 2014 over systeemfraude met toeslagen toegelicht2. Hierin is aangegeven dat een effectievere aanpak van fraude maatregelen vergt die er toe zullen leiden dat burgers onder omstandigheden met een minder dienstverlenende Belastingdienst worden geconfronteerd. De dienstverlenende houding blijft bestaan, maar in de afweging tussen dienstverlening en fraudebestrijding zal de balans vaker in het voordeel van fraudebestrijding moeten doorslaan.
Nee. Als er geen aanwijzingen zijn of als uit de aangeleverde informatie niet blijkt dat er geen recht bestaat op kinderopvangtoeslag, mag deze niet opgeschort of gestopt worden door de Belastingdienst/Toeslagen.
Zie antwoord vraag 10.
Op 1 januari 2014 is de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit in werking getreden. Deze wet bevat een aantal maatregelen om fraude tegen te gaan, waaronder meer mogelijkheden voor de Belastingdienst/Toeslagen om vooraf (voordat toeslagen worden uitbetaald) controles uit te voeren waardoor de rechtmatigheid wordt vastgesteld. De aandacht voor de in het voorjaar van 2013 in de publiciteit gekomen fraude heeft de ontwikkeling van de handhaving door de Belastingdienst/Toeslagen in een stroomversnelling gebracht. Het toezicht van de Belastingdienst/Toeslagen werd hierdoor verscherpt. Dat heeft geleid tot het «strenger» handelen van de Belastingdienst/Toeslagen en het stevig optreden bij een sterk vermoeden van het onrechtmatig gebruik van toeslagen. Dat levert automatisch ook meer hinder op voor goedwillende toeslagontvangers.
Daar is niets van gebleken. Een ieder die meent dat hij als gevolg van onrechtmatig handelen schade heeft geleden kan overigens individueel een verzoek om schadevergoeding doen. Dit verzoek zal dan worden getoetst aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving.
Gezien de hoeveelheid aan informatie die verzameld en beoordeeld diende te worden, was beantwoording binnen de reguliere termijn van 3 weken niet mogelijk.