Ingediend | 16 juni 2017 |
---|---|
Beantwoord | 11 juli 2017 (na 25 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, minister justitie en veiligheid) (VVD), Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z08419.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2295.html |
Dat een stijging in het aantal gevallen van matchfixing in Nederland verwacht wordt, hangt met name samen met de verwachte groei van de internationale gokmarkt. Naarmate er meer op Nederlandse sportwedstrijden gegokt kan worden, worden deze wedstrijden ook interessanter voor matchfixers. Het Nationaal Platform Matchfixing houdt deze ontwikkeling in de gaten en acteert er op waar nodig. Daarnaast is de aandacht voor en de aanpak van matchfixing de laatste jaren versterkt, waardoor ook meer gevallen aan het licht kunnen komen.
Overigens constateert het Nationaal dreigingsbeeld 2017 dat het onwaarschijnlijk is dat de stijging van dien aard is dat het de geloofwaardigheid van de sport aantast.
Ja.
Matchfixing kan alleen bestreden worden door nauwe samenwerking tussen de sectoren sport, kansspelen en opsporing en vervolging. Daarbij moet het gehele spectrum van preventie en signalering tot aan opsporing en handhaving op orde zijn. Dit geldt zowel voor de betaalde sport als de amateursport en zowel voor gokgerelateerde als niet-gokgerelateerde matchfixing.
Er is daarom een Nationaal Platform Matchfixing ingericht om een structureel overleg te realiseren tussen de opsporingspartners, toezichthouders, de sportsector en de kansspelsector. Dit platform komt bijeen onder gedeeld voorzitterschap van Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Doel van dit nationale platform is om de informatiepositie van alle stakeholders te verbeteren, zodat meer signalen worden gedetecteerd, meer signalen tijdig via de juiste kanalen bij de juiste stakeholders terecht komen en de meest passende interventie kan worden ingezet om matchfixing te bestrijden.
NOC*NSF en afzonderlijke sportbonden treffen preventieve maatregelen, zoals voorlichting en educatie aan sporters, de inrichting van een vertrouwensloket, maar ook aanpassing van het tuchtrecht om matchfixing adequaat aan te kunnen pakken.
Opsporingsdiensten werken intensief samen bij het onderzoeken van signalen van matchfixing die tot strafrechtelijke vervolging kunnen leiden.
Verder treft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in het kader van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand maatregelen om matchfixing te voorkomen en te bestrijden.
Tot slot heeft Nederland actief deelgenomen aan onderhandelingen binnen de Raad van Europa, om tot een verdrag te komen ter bestrijding van matchfixing. Het doel van dit verdrag is om de samenwerking tussen Europese en niet-Europese landen in de strijd tegen matchfixing te versterken. Zo zal dit verdrag tot een integrale en internationale aanpak van matchfixing leiden. Als uitvloeisel hiervan is een goede samenwerking tot stand gekomen tussen de nationale platforms matchfixing die op dit moment in Europa bestaan, waaronder ook het Nederlandse platform.
NOC*NSF heeft het Vertrouwenspunt Sport ingericht, waar alle sporters melding kunnen doen van integriteitskwesties zoals matchfixing. Naast bellen of mailen is het ook mogelijk om via een «speak up systeem» volledig anoniem een melding te doen. Ten aanzien van meldingen over matchfixing heeft NOC*NSF afspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie (OM). Personen die iets willen melden over matchfixing worden in contact gebracht met een vaste contactpersoon bij het OM, die de melding dan kan overnemen. Met het OM is afgesproken dat meldingen die onvoldoende aanknopingspunten bieden voor een strafrechtelijk onderzoek weer terug worden gelegd bij het Vertrouwenspunt Sport die de melding bij de sportbond kan neerleggen.
Organisaties en individuen kunnen informatie over matchfixing ook melden bij de KNVB, dit kan desgewenst anoniem via de meldlijn. Elke melding wordt door de KNVB onderzocht en per geval wordt bekeken welke vervolgactie kan worden genomen. Wanneer er sprake is van concrete aanwijzingen doet de integriteitscommissie van de KNVB verder onderzoek. Daarnaast doet de KNVB daarvan een melding bij het OM. Melders kunnen zich uiteraard ook wenden tot de opsporingsdiensten zoals de politie of contact opnemen met Meld Misdaad Anoniem.
Er is regelmatig contact tussen sportbonden en het OM. Alle signalen die het OM ontvangt neemt het OM serieus, dus ook die van de KNVB. Het OM onderzoekt deze signalen op aanknopingspunten voor strafrechtelijk onderzoek. Over lopende onderzoeken en wat de aanleiding voor deze onderzoeken is geweest doet het OM geen mededelingen.
Bij de bestrijding van criminaliteit staat het effect van de aanpak centraal en niet in de eerste plaats de organisatiestructuur. De bestrijding van matchfixing, fraude en witwasserij in de sport maakt hier geen uitzondering op.
De opsporingsinstanties beschikken over expertise en capaciteit om zaken aan te pakken wanneer er voldoende harde aanwijzingen zijn van criminele gedragingen.
Het OM (Functioneel Parket) heeft de regie bij de bestrijding van matchfixing, fraude en witwassen binnen de sport. Diverse medewerkers van politie, FIOD en FP werken – ieder vanuit hun eigen organisatie – met elkaar samen. De politie is ingericht als een flexibele organisatie. Daarom kan de politie snel met capaciteit, kennis en middelen schakelen.
Signalen over mogelijk strafbare feiten worden door politie en OM altijd serieus genomen. Zo ook bij matchfixing.
Bevindingen uit studies of onthullingen in de media betreffen overigens niet altijd informatie die direct (voldoende) aanknopingspunten biedt voor het opstarten van een (strafrechtelijk) onderzoek in Nederland.
Waarheidsvinding in het strafrecht vraagt om grote zorgvuldigheid en loopt derhalve per definitie achter op bevindingen in rapportages en andere initiële signalen op basis van eigen informeel onderzoek.
Niettemin zijn ook deze inspanningen, naast die van de sportbonden zelf, de opsporingsinstanties en de media, alle van groot belang; zij hebben ieder een (complementaire) rol in het ontdekken, aanpakken en waar mogelijk vervolgen van misstanden in de sport.
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 3.
In het Nationaal Platform Matchfixing kunnen diverse signalen en andere informatie gedeeld worden, mits het geen persoonsgegevens of opsporingsinformatie betreft. Gedacht kan worden aan verdachte gokpatronen, onverwacht spelverloop, geruchten op social media, andere open source informatie en dergelijke.
Op het uitwisselen van persoonsgegevens is de Wet bescherming persoonsgegevens en, in geval van politiële en justitiële informatie, de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van toepassing.
Onder leiding van het Functioneel Parket van het OM komen de Politie, de Belastingdienst doelgroep Sport, FIOD en de Kansspelautoriteit periodiek bijeen om signalen van sportfraude waaronder mogelijk matchfixing te bespreken. Tijdens dit «signalenoverleg» kunnen (private) partijen aansluiten indien hier reden toe is, bijvoorbeeld om informatie met de opsporingspartners te delen (de «vrije stoel»).
Het aanpakken van matchfixing is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van sportbonden, kansspelaanbieders en de overheid. Aanbieders van sportweddenschappen kunnen een belangrijke rol spelen in het detecteren of het verrijken van signalen die wijzen op matchfixing. Dat doen zij door de inzetten op de door hen georganiseerde sportweddenschappen te monitoren en te analyseren. Internationale samenwerking maakt het mogelijk deze signalen te verrijken met bijvoorbeeld signalen van andere aanbieders of andere relevante partijen. Kansspelaanbieders kunnen zo afwijkende of verdachte gokpatronen detecteren en delen met het Nationaal Platform Matchfixing.
Met inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand worden vergunninghouders verplicht beleid te voeren om verdachte gokpatronen te herkennen, internationaal samen te werken en eventuele signalen te melden bij de Sports Betting Intelligence Unit van de kansspelautoriteit. Ook deze Unit is onderdeel van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand. De kansspelautoriteit ziet toe op naleving van deze verplichtingen door vergunninghouders, brengt gemelde signalen in bij het signalenoverleg van het Nationaal Platform Matchfixing en kan gericht informatie opvragen bij vergunninghouders.
Het grensoverschrijdende karakter van matchfixing vraagt om goede internationale informatie-uitwisseling. Daarom vinden op Europees niveau verschillende activiteiten plaats. Zo is Nederland onderdeel van een Raad van Europa-netwerk van nationale platforms matchfixing. Ook heeft Nederland deelgenomen aan de EU-expertgroep matchfixing. In beide overlegstructuren wordt beleidsinformatie gedeeld en worden goede voorbeelden en ervaringen uitgewisseld. Daarnaast vinden bilaterale contacten plaats tussen de verschillende stakeholders op het terrein van sport, kansspelen en opsporing en vervolging. Ook is Nederland via Europol aangesloten bij het Focal Point Sports Corruption.
In de sport wordt informatie uitgewisseld tussen FIFA, UEFA en KNVB. In UEFA-verband heeft iedere nationale bond een Integrity Officer. Deze officers staan met elkaar in contact. Daarnaast is sportkoepel NOC*NSF als eerste nationaal Olympisch comité toegetreden tot een netwerk van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) ter bestrijding van matchfixing en illegaal wedden door sporters. NOC*NSF en de aangesloten sportbonden krijgen toegang tot gegevens over verdachte gokbewegingen en andere signalen die duiden op matchfixing en illegale weddenschappen van sporters.
Het OM heeft geen behoefte aan een dergelijk wetsartikel. Het kan uit de voeten met de bestaande artikelen over onder meer oplichting en niet-ambtelijke omkoping. Op het plegen van deze strafbare feiten staat een strafbedreiging van vier jaar. Daarnaast biedt het Wetboek van Strafrecht mogelijkheden om langs de lijn van het geld te kijken en te vervolgen voor witwassen en valsheid in geschrifte. Afhankelijk van de concrete zaak kan de meest effectieve insteek bepaald worden. Ik heb dit ook aangegeven bij de beantwoording van Kamervragen d.d. 15 maart 2017 over de door het Europees parlement aangenomen resolutie over matchfixing.4
Randvoorwaarde voor een succesvolle vervolging is wel dat er voldoende concrete aanknopingspunten beschikbaar zijn. Omdat geen van de betrokkenen bij matchfixing (noch de atleet, noch degene die de match wil laten fixen) enig belang heeft bij detectie, is het genereren van een voldoende stevige informatiepositie voor opsporing en vervolging én voor het nemen van andere maatregelen op dit moment het belangrijkste aandachtspunt van de partners binnen het Nationaal Platform Matchfixing.
Hoewel ik geen tekenen zie dat de omvang en schade door matchfixing zal toenemen als gevolg van het reguleren van online kansspelaanbod wil ik risico’s hierop zo veel mogelijk voorkomen. Naast de maatregelen beschreven in het antwoord op vraag 9, worden in de lagere regelgeving van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand beperkingen gesteld aan het aanbod van sportweddenschappen dat onder een Nederlandse vergunning mag worden aangeboden. Zo is onder meer het aanbieden van weddenschappen op negatieve spelmomenten, eenvoudig te manipuleren spelmomenten en jeugdwedstrijden niet toegestaan.
De houder van een vergunning tot het organiseren van sportweddenschappen moet een beleid voeren om de risico’s op matchfixing te beperken. De vergunninghouder moet sportbonden informeren over de weddenschappen die hij op wedstrijden van de betreffende sportbond organiseert. Ook moet hij zijn weddenschappen analyseren op risico’s ten aanzien van manipulatie. Eventuele verdachte gokpatronen moeten gemeld worden bij de Sportsbetting Intelligence Unit van de kansspelautoriteit en de betrokken sportbonden. Wanneer uit de analyse blijkt dat de risico’s op matchfixing onaanvaardbaar hoog zijn, moet de vergunninghouder de weddenschap annuleren.