Kamervraag 2017Z07191

De 1f-status van alle oud-medewerkers van Afghaanse geheime dienst

Ingediend 31 mei 2017
Beantwoord 13 juli 2017 (na 43 dagen)
Indiener Joël Voordewind (CU)
Beantwoord door Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen internationaal militaire missies
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z07191.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2326.html
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van het artikel «Kamerleden, graaf dieper in zaak over oud-leden Afghaanse geheime dienst» van Katinka Simonse («Tinkebell»), gepubliceerd op 12 mei jl. op One World?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat, zoals in het artikel staat vermeld, Tweede Kamerleden inzage hebben gehad in de aan het algemeen ambtsbericht van 29 februari 2000 over de veiligheidsdiensten in communistisch Afghanistan (hierna: het ambtsbericht) ten grondslag liggende stukken, inclusief de bronnen die het roulatiesysteem zouden bevestigen?

    Naar aanleiding van informatie van de UNHCR (Note on Structure and Operation of the KhAD/WAD in Afghanistan 1978–1992 uit 2008) over de organisatiestructuur van de KhAD/WAD en het bestaan van een roulatiesysteem, heeft het kabinet overlegd met de UNHCR en daarnaast (vertrouwelijk) onderzoek gedaan naar reeds bestaande aanvullende bronnen. Dit heeft geresulteerd in de conclusie van het kabinet dat de informatie van UNHCR de informatie van het ambtsbericht niet weerlegt. De Kamer is hierover bericht in brieven van 2 oktober 2009 en 7 januari 2010.2 In laatstgenoemde brief heeft de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken alle leden van de toenmalige vaste Kamercommissie (voor Justitie) uitgenodigd tot vertrouwelijke inzage van de onderliggende stukken van het met UNHCR gevoerde overleg en het door het kabinet verrichte aanvullende onderzoek. Nadat de toenmalige Minister van Justitie deze uitnodiging tijdens een algemeen overleg in de Kamer op 24 maart 2010 heeft herhaald, hebben een toenmalig Kamerlid van de VVD fractie en een medewerker van een lid van de SP fractie in mei 2010 vertrouwelijke inzage gehad in de onderliggende stukken. In 2014 hebben leden van de PvdA en VVD fracties inzage gehad in onderliggende stukken. Het is het kabinet niet bekend of en op welke wijze zij na inzage de betrouwbaarheid van deze bronnen hebben geverifieerd.

  • Vraag 3
    Wanneer en bij welke gelegenheid en op welke voorwaarden is dit gebeurd en op welke wijze hebben zij de betrouwbaarheid van deze bronnen geverifieerd?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Bent U bereid om thans inzage in de onderliggende stukken van het ambtsbericht te verlenen aan de huidige zittende Kamerleden die daarom verzoeken?

    Zoals aangegeven hebben enkele Kamerleden gebruik gemaakt van het aanbod tot vertrouwelijke inzage van de onderliggende stukken van het met de UNHCR gevoerde overleg en het door het kabinet verrichte aanvullende onderzoek. Daarbij heeft de Raad van State, de hoogste nationale rechter in vreemdelingenzaken, op basis van inzage van de aan het ambtsbericht ten grondslag liggende bronnen, bij herhaling geoordeeld dat de informatie in het ambtsbericht wordt gedragen door de daaraan ten grondslag liggende stukken én dat sindsdien ter weerlegging van het ambtsbericht aangedragen informatie geen aanknopingspunten biedt voor een andere conclusie. De Raad van State heeft zich hierbij ook uitgesproken over de notitie van de UNHCR uit 2008 (uitspraken 24 september 2009, 200901907/1 en 13 april 2012, 20110699/1 en 201100658/1).
    Als er nieuwe en/of meer informatie beschikbaar is met betrekking tot ambtsberichten, wordt bezien welke waarde aan die informatie moet worden toegekend en op welke wijze deze vervolgens dient te worden betrokken bij de beoordeling om de juistheid van het beleid en besluitvorming te garanderen. Het kabinet zal eventuele concrete inzageverzoeken van Kamerleden welwillend en op hun merites beoordelen in het licht van noodzaak en tegen de achtergrond van de verantwoordelijkheid van het kabinet om zorgvuldig om te gaan met het vertrouwelijke karakter van de bronnen.

  • Vraag 5
    Zo nee: wat is daarvan de reden en waarom kon dit 17 jaar geleden wel? Indien die reden is gelegen in bronbescherming: waarom is dat thans – na ruim zeventien jaar – nog actueel? Zijn er mogelijkheden om de belangen van inzage en bronbescherming met elkaar te verenigen?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Indien u geen inzage wenst te geven in de onderliggende stukken: op welke wijze stelt u voor dat er een inhoudelijke discussie over het ambtsbericht kan worden gevoerd wanneer belangrijke informatie wordt achtergehouden?

    Zie antwoord vraag 4.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z07191
Volledige titel: De 1f-status van alle oud-medewerkers van Afghaanse geheime dienst
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-2326
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Voordewind over de 1f-status van alle oud-medewerkers van de Afghaanse geheime dienst