Ingediend | 4 mei 2017 |
---|---|
Beantwoord | 26 juni 2017 (na 53 dagen) |
Indieners | Joël Voordewind (CU), Raymond de Roon (PVV), Han ten Broeke (VVD), Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal militaire missies openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z05801.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2186.html |
Ja.
Net als andere landen heeft Turkije het recht op zelfverdediging tegen gewapende aanvallen, dus ook als dergelijke aanvallen worden uitgevoerd door Koerdische strijders. Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat Turkije met zijn militaire optreden in de regio de internationale inzet in de strijd tegen ISIS niet dient te bemoeilijken, conform het internationaal recht dient te handelen en derhalve de beginselen van proportionaliteit in acht dient te nemen. Terughoudendheid van Turkije is daarom gepast.
Het kabinet beschikt niet over bewijzen die bovengenoemde Turkse bewering kunnen bevestigen of ontkrachten.
Open bronnen beweren dat meerdere stellingen in noordoost Syrië en noord Irak zijn aangevallen door Turkije. Daarbij zouden twee burgers en enkele tientallen Koerdische strijders en Yezidi’s zijn gedood. Nederland beschikt niet over eigenstandige inlichtingen op basis waarvan deze berichten bevestigd of ontkracht kunnen worden. Het kabinet heeft uit open bronnen kennisgenomen van het feit dat organisaties van de Syrische Christelijke minderheid en de Iraakse Yezidi’s hebben geprotesteerd tegen deze bombardementen.