Ingediend | 3 mei 2017 |
---|---|
Beantwoord | 26 mei 2017 (na 23 dagen) |
Indiener | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid staatsveiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z05769.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1955.html |
Ja.
Ja.
Dit zal moeten blijken uit het strafrechtelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd onder leiding van het parket Oost-Nederland. Het onderzoek is gestart naar aanleiding van een overleg tussen MiND (meldpunt internet discriminatie) en de regionale eenheid Oost-Nederland van de Nationale Politie in maart van dit jaar.
De politie heeft laten weten dat -voor zover bekend – geen aangiften zijn gedaan tegen de beheerders van de website Altrechts.com.
De site is direct door de provider offline gehaald. Om te kunnen beoordelen of de beheerders van de website strafrechtelijk kunnen worden aangepakt, is onderzoek noodzakelijk.
Dit onderzoek loopt op dit moment al. Aangiften zijn niet noodzakelijk voor het voortzetten van het onderzoek, maar het is uiteraard van belang dat een ieder die meent slachtoffer te zijn geweest van een strafbaar feit aangifte doet.
Ja, de politie is gestart met een onderzoek onder leiding van het parket Oost-Nederland.
De maximum op te leggen straf voor discriminatie of aanzetten tot haat is op grond van artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht (Sr) een gevangenisstraf voor de duur van een jaar of een geldboete van € 8.200,–. Indien het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of door twee of meer verenigde personen kan een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete van € 20.500,– worden opgelegd. De maximum straf voor smaad is ingevolge artikel 261 Sr een gevangenisstraf voor de duur van een jaar of een geldboete van € 8.200,–. Voor laster is dit op grond van artikel 262 Sr een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar of een geldboete van € 20.500,–.