Ingediend | 14 april 2017 |
---|---|
Beantwoord | 2 juni 2017 (na 49 dagen) |
Indieners | Machiel de Graaf (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, minister justitie en veiligheid) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z05113.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2007.html |
Ja.
In Nederland is het recht op vrijheid van meningsuiting, vergadering en betoging vastgelegd in en beschermd door de Grondwet. Een optocht of conferentie kan in beginsel niet vooraf worden verboden (censuurverbod). Alleen wanneer uit een gedegen risicoanalyse een concrete dreiging blijkt voor een ernstige verstoring van de openbare orde en de burgemeester aannemelijk kan maken dat die dreiging niet door extra politie-inzet kan worden afgewend, kan een beperking gerechtvaardigd zijn. Een verbod mag pas in beeld komen als een lichtere maatregel, zoals het aanwijzen van een andere locatie, niet volstaat. De burgemeester mag niet treden in een beoordeling van de inhoudelijke toelaatbaarheid van de publieke uiting of van de (achtergrond van de) organisator van de optocht of conferentie.
Nee. Ik treed niet in de bevoegdheid van de burgemeester. De verantwoordelijkheid voor de openbare orde ligt bij de burgemeester van Rotterdam en het is aan hem om te beoordelen wat ervoor nodig is om deze te handhaven.
Zie antwoord vraag 3.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) over het bericht: «Stille tocht voor Israël in Rotterdam niet toegestaan» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is, omdat de interdepartementale afstemming meer tijd vergt.