Ingediend | 31 maart 2017 |
---|---|
Beantwoord | 9 mei 2017 (na 39 dagen) |
Indieners | Alexander Kops (PVV), Gidi Markuszower (PVV) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | burgerlijk recht organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z04280.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1787.html |
Ja.
De wijze waarop het kraakverbod wordt gehandhaafd is een lokale aangelegenheid. Per gemeente, zo ook in Amsterdam, worden afspraken gemaakt in de lokale driehoek. Het OM heeft hiervoor een richtlijn opgesteld. Over de lokale afspraken wordt door de burgemeester verantwoording afgelegd in de gemeenteraad. Over dit specifieke geval doe ik dan ook geen uitspraken.
Wel kan ik u in algemene zin meedelen hoe het wettelijk gezien mogelijk is dat de huisvrede van krakers in sommige gevallen beschermd kan zijn. Artikel 138 Wetboek van Strafrecht geeft aan dat er sprake is van huisvredebreuk wanneer iemand een woning of besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende direct verwijdert. Dit artikel beoogt het huisrecht, dat wordt ontleend aan feitelijke bewoning, te beschermen. Daarbij is niet van belang of die bewoning rechtmatig geschiedt, ook onrechtmatige bewoning kan feitelijke bewoning zijn. Dit betekent dat ook in omstandigheden van onrechtmatig gebruik van de woning zoals bij bewoning door krakers, er sprake kan zijn van «wederrechtelijk» binnendringen zoals bedoeld in de bovenstaande definitie van huisvredebreuk.2
Dientengevolge worden ook krakers beschermd tegen huisvredebreuk, mits wordt vastgesteld dat sprake is van feitelijke bewoning. Om te kunnen spreken van huisvredebreuk, is dan nog wel de vraag of daadwerkelijk sprake was van wederrechtelijk binnendringen. Daarvoor is onder meer van belang of het voor de binnentreder duidelijk was dat hij tegen de wil van de bewoners de woning betrad.
In het antwoord op vraag 2 heb ik kenbaar gemaakt waarom ik geen oordeel geef over het specifieke geval in Amsterdam.
In algemene zin kan ik u meedelen dat kraken sinds 1 oktober 2010 te allen tijde verboden is volgens de Wet kraken en leegstand. Ontruiming van een gekraakt pand is mogelijk op basis van artikel 551a Wetboek van Strafvordering. Het Openbaar Ministerie is de centrale partij om te bepalen of er sprake is van kraken en of hiertegen strafrechtelijk zal worden opgetreden. Dit neemt niet weg dat in de verschillende driehoeksoverleggen tussen gemeenten, politie en het OM afspraken zijn gemaakt over het bij elkaar brengen van alle relevante informatie. Zo is voor het OM van groot belang te weten wat de bedoelingen van de eigenaar met een leegstaand pand zijn om te beslissen over de urgentie van ontruiming en eventuele vervolging.
Wel is het mogelijk, zoals ik heb aangegeven bij het antwoord op vraag 2, dat de huisvrede van krakers in sommige gevallen beschermd is.
Uit de evaluatie van de Wet kraken en leegstand, waarover ik uw Kamer eerder informeerde3, blijkt in algemene zin dat het kraakverbod wel degelijk wordt gehandhaafd en dat gekraakte panden worden ontruimd.
Zoals ik ook op de twee voorgaande vragen heb geantwoord is het de verantwoordelijkheid van het lokale gezag om het kraakverbod te handhaven. De verantwoording daarover dient lokaal plaats te vinden. Ik doe over deze specifieke situatie dan ook geen uitspraken, noch geef ik een oordeel over de handhaving op grond van deze specifieke casus.
Ja, het doel van de Wet kraken en leegstand is juist eigenaren te beschermen. Evenals mijn ambtsvoorganger stel ik mij op het standpunt dat de bedoeling van de wet ten aanzien van de algehele strafbaarstelling van kraken voldoende is uitgekomen. Door de nieuwe strafbaarstelling en de ontruimingsbepaling is de handhaving efficiënter geworden en verloopt de opsporing sneller.
Ik ben dan ook van oordeel dat het huidige instrumentarium volstaat om het beoogde doel te realiseren.