Ingediend | 28 maart 2017 |
---|---|
Beantwoord | 2 mei 2017 (na 35 dagen) |
Indiener | Gabriëlle Popken (PVV) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z04089.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1741.html |
Ja
Het artikel waar in de eerste vraag naar wordt verwezen, is gebaseerd op een verzoek om informatie van het ANP aan het Ministerie van Defensie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), over meldingen bij Defensie van bedreigingen, intimidatie en het lastigvallen van militairen in de jaren 2013 tot heden. Medewerkers van Defensie kunnen melding maken van bedreigingen en intimidatie in het systeem Melding van Voorval (MVV). Daarnaast registreert de Koninklijke Marechaussee (aangiften tegen) bedreigingen in het Bedrijfsprocessensysteem (BPS). In de betreffende periode zijn er in totaal 79 incidenten geregistreerd bij Defensie, waarbij in twintig gevallen ook aangifte is gedaan bij de Koninklijke Marechaussee. De aard van de incidenten is zeer divers, het gaat bijvoorbeeld om ongewenste berichten op sociale media, hinderen in het verkeer en dreigementen aan het adres van personeel van de Koninklijke Marechaussee in functie. In de genoemde periode is in vijf gevallen (drie meldingen en twee aangiften) een verband gelegd met de islamitische achtergrond die de veroorzaker van het incident zou hebben. In alle gevallen betrof het meldingen van bedreigingen door burgers of aangiften tegen burgers. Er zijn geen aanwijzingen dat het hierbij ging om aan terrorisme gerelateerde incidenten. Van de twintig aangiften bij de Koninklijke Marechaussee hebben er twee geleid tot een veroordeling door de politierechter, vier aangiften zijn aangehouden in afwachting van nadere informatie, één aangifte is geseponeerd en over zes aangiften valt op dit moment nog geen resultaat te melden. De overige aangiften zijn overgedragen aan de Nationale Politie.
Zie antwoord vraag 2.
Hierop ben ik ingegaan in mijn antwoorden (15 april 2015, Aanhangsel van de Handelingen vergaderjaar 2014–2015) op schriftelijke vragen van de leden De Roon en De Graaf (PVV) en tijdens de behandeling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie voor het jaar 2015 op 12 en 13 november 2014, zowel schriftelijk (bijvoegsel bij Handelingen Tweede Kamer 2014–2015, nr. 24, item 7) als mondeling (Handelingen Tweede Kamer 2014–2015, nr. 24, item 7). Een motie van deze strekking (Kamerstuk 34 000 X, nr. 48) heb ik toen ontraden en die is vervolgens verworpen. Ik heb daaraan niets toe te voegen.
Zie antwoord vraag 2.
Het lid Popken (PVV) heeft op 28 maart 2017 schriftelijke vragen ingediend over meldingen bij Defensie van bedreiging van militairen (kenmerk 2017Z04089). Voor de beantwoording van enkele vragen vindt nadere interdepartementale afstemming plaats. Hierdoor is het niet mogelijk gebleken de vragen binnen de reguliere termijn te beantwoorden. Ik verwacht de antwoorden zo spoedig mogelijk binnen de verlengde termijn van zes weken aan de Kamer te kunnen zenden.