Ingediend | 28 maart 2017 |
---|---|
Beantwoord | 11 april 2017 (na 14 dagen) |
Indiener | Peter Kwint |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z04088.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1595.html |
Ja, ik ben bekend met dit bericht, en ik betreur de gang van zaken.
Sommige scholen krijgen meer aanmeldingen dan dat zij leerlingen kunnen plaatsen. Deze scholen kunnen daarom niet alle aangemelde leerlingen toelaten. Hoewel het uiteraard vervelend is voor de leerlingen die zo buiten de boot vallen, en voor hun ouders, is dit helaas niet te voorkomen. De opnamecapaciteit van een school is immers niet onbegrensd.
Ik kan mij goed voorstellen dat de in het artikel geciteerde vader en zijn zoon teleurgesteld zijn dat de jongen niet is geplaatst op deze school. Dat hij aanvankelijk is afgewezen op verkeerde gronden (namelijk op basis van cito-scores) is uiteraard onwenselijk. Het basisschooladvies is leidend, scholen mogen de toelating van leerlingen tot een bepaalde schoolsoort niet baseren op toetsgegevens. Ik constateer echter dat de school en het bestuur de gemaakte fout intussen hebben erkend en dat deze fout snel nadat deze is opgemerkt is gecorrigeerd. Bovendien blijken de meeste ouders vrede te hebben met de situatie zoals deze nu is.
De regels ten aanzien van toelating en plaatsing van leerlingen in de eerste klas van het voortgezet onderwijs zijn helder. Hierover is ook verschillende malen gecommuniceerd, onder meer via brieven van het Ministerie van OCW aan alle middelbare scholen in Nederland en via de website www.nieuweregelgevingovergangpo-vo.nl. Dit had dus niet mogen gebeuren, hetgeen ook ruiterlijk is erkend door de school.
Navraag bij het Edith Stein College leert dat de rector op het moment dat leerlingen geïnformeerd werden over hun afwijzing twee weken in functie was. Hij was niet op de hoogte gebracht van de selectie en andere personeelsleden hebben dit niet gecorrigeerd. Zij meenden leerlingen op juiste inhoudelijke gronden te plaatsen op een nevenlocatie van dezelfde scholengroep. De betreffende fout is snel nadat deze was geconstateerd rechtgezet en de procedures zijn aangepast.
Van het tegen de wil van een leerling doorverwijzen naar een andere school mag geen sprake zijn. Als ouders en leerlingen niet tevreden zijn met het door de school geboden alternatief (in dit geval het Diamant College in plaats van het Edith Stein College), staat het hen vrij om een andere school te kiezen waar nog plaatsen zijn en het kind daar aan te melden. Aanmelding bij een geboden alternatief is niet verplicht. Van doorverwijzing zou enkel sprake kunnen zijn als bij de aanmelding van de leerling expliciet zou zijn aangegeven dat hij of zij bij eventuele uitloting «automatisch» zou worden aangemeld bij een door de school geboden alternatief. Van een dergelijke situatie is evenwel geen sprake. Aangezien de eerder gemaakte fout snel is gecorrigeerd, zie ik geen nadere rol weggelegd voor het Ministerie van OCW.
In het artikel wordt aangegeven dat alsnog de mogelijkheid is geboden om aan loting deel te nemen. Loting biedt echter geen garantie op plaatsing.
Ik heb hiervoor geen concrete aanwijzingen. In eerdere jaren heeft onbekendheid met de nieuwe wet- en regelgeving op dit punt wel aanleiding tot onduidelijkheid gegeven. Sindsdien zijn VO-scholen herhaalde malen door onder meer het Ministerie van OCW, de Inspectie van het Onderwijs en de VO-raad geïnformeerd over het feit dat het basisschooladvies leidend is bij plaatsing van leerlingen in de brugklas van het voortgezet onderwijs, en dat de plaatsing niet gebaseerd mag worden op toetsgegevens.
Wanneer zich toch situaties voordoen waarbij de regels niet correct gevolgd worden, kan dat gemeld worden bij de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie kan dan gerichte actie ondernemen richting de betreffende school. Voor het landelijke beeld over de ervaringen met de nieuwe wet- en regelgeving inzake de overgang van primair naar voortgezet onderwijs per 1/8/2015, loopt momenteel de Evaluatie Wet Eindtoetsing PO. Daarover zal uw Kamer conform afspraak in 2019 geïnformeerd worden. Het toepassen door scholen van de juiste handelwijze bij selectie en plaatsing van leerlingen is ook onderwerp van deze evaluatie. Nader onderzoek acht ik dan ook niet nodig.