Kamervraag 2017Z04009

Het bericht dat de politie weer niet op tijd is bij spoedmeldingen

Ingediend 24 maart 2017
Beantwoord 12 april 2017 (na 19 dagen)
Indieners Frank Futselaar , Ronald van Raak
Beantwoord door Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z04009.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1603.html
  • Vraag 1
    Staat u, ook na het bericht dat de aanrijtijden bij spoedmeldingen wederom niet gehaald zijn, nog achter de antwoorden die u op eerdere vragen gaf, namelijk «dat de veiligheid in landelijke gebieden is toegenomen»?1 2

    Voor het veiligheidsgevoel is het van belang dat de politie bij een spoedmelding snel ter plaatse is. In de meeste gevallen zijn agenten bij spoedgevallen aanwezig binnen 3 tot 10 minuten. Het landelijk gemiddelde over 2016 is ten opzichte van 2015 vrijwel gelijk gebleven. Zoals aan uw Kamer eerder is bericht,3 is de (zelf opgelegde) landelijke streefnorm voor de reactietijden van de politie ambitieus. Op landelijk niveau lijkt de norm realistisch, net als voor een aantal individuele eenheden. Met name in de meer landelijke en uitgestrekte gebieden van Nederland is de norm nog niet binnen bereik. Daarbij gaat het overwegend om gemeenten in landelijke gebieden met minder gunstige geografische en infrastructurele voorwaarden waar weinig veiligheidsproblemen en meldingen zijn.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het niet afhankelijk zou moeten zijn van «of ze (agenten) net zo goed in de buurt kunnen rijden» of de reactietijd gehaald wordt? Zo nee, waarom niet?3

    De politie beziet voortdurend waar de dienstverlening kan worden verbeterd. De politie is alert en probeert onder andere door middel van surveillanceauto’s die voortdurend rondrijden bij een spoedmelding zo snel mogelijk ter plaatse te zijn. Ook in dit verband kijkt de politie naar optimalisatie binnen de grenzen van haalbaarheid.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het afbreuk doet aan de veiligheid en het aanzien van agenten wanneer de politie vaak te laat is bij spoedmeldingen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat er sinds 2014 te weinig is ondernomen om de aanrijtijden wel te halen? Zo nee, waarom niet?4

    Nee, er zijn maatregelen genomen om de reactietijden te verbeteren. Zo is in gebieden van Nederland waar de prestaties substantieel lager waren dan het landelijk gemiddelde een nadere analyse gedaan. Door vaststelling van het meldingspatroon en de hierop aangepaste inzet van surveillance, kan de politie hier sneller ter plaatse zijn. Daarnaast speelt het lokale gezag ook een rol bij de reactietijden, door de inzet van politie te prioriteren.

  • Vraag 5
    Als u schrijft over het niet halen van de streeftijden in landelijke regio’s en dat er te weinig middelen zijn om daar wel aan te voldoen («Maar met name in de meer landelijke en uitgestrekte gebieden van Nederland is zij nog niet binnen bereik. Indien de norm ook in deze gebieden in alle gevallen zou moeten worden gehaald, zouden hiervoor aanzienlijk meer middelen moeten worden ingezet. Gegeven de begrensde capaciteit aan politie zou deze extra inzet ten koste gaan van politie-inzet op andere terreinen en overigens ook zeer inefficiënt zijn.»), bedoelt u dan dat er niet genoeg geld is om de veiligheid van mensen hier te waarborgen? Zo ja, vindt u het nog steeds minder van belang dat mensen in deze regio’s snel geholpen worden bij een noodmelding? Zo nee, waarom is het volgens u dan onmogelijk om ook in deze gebieden de veiligheidsvoorzieningen op peil te houden?5

    In de brief waar u naar verwijst7 wordt meer inzicht gegeven in de complexiteit van factoren bij de streefnorm van de reactietijden. Iedereen in Nederland – dus ook de mensen woonachtig in landelijke gebieden – mag er op rekenen dat de politie bij spoedgevallen er alles aan doet om zo snel mogelijk ter plaatse te zijn (zie ook het antwoord op de vragen 1 en 3). Hiertoe wordt bezien hoe de wijze van dienstverlening zo goed mogelijk kan worden ingevuld. Optimalisatie ten aanzien van de reactietijden is lokaal maatwerk dat in samenspraak met het lokaal gezag verder wordt uitgewerkt.

  • Vraag 6
    Gaat u nu eindelijk maatregelen nemen om de capaciteit bij de politie te vergroten, bureaus niet te sluiten en ervoor te zorgen dat er voldoende politievoertuigen beschikbaar zijn? Zo nee, waarom niet?

    Het werk van de politie verandert onafwendbaar, wat zich onder andere uit in meer e-dienstverlening en locatie-onafhankelijk werken. Hierdoor worden de burgers en de politie minder afhankelijk van traditionele politiebureaus en zijn er daardoor – met behoud van hetzelfde niveau van dienstverlening – geleidelijk minder bureaus nodig. Zoals uw Kamer eerder is geïnformeerd, vindt de sluiting van bureaus plaats in afstemming met het lokaal gezag en alleen als de dienstverlening op orde is. Er zijn voldoende politievoertuigen beschikbaar en hier wordt niet op bezuinigd. Dit betekent dat het aantal voertuigen dat beschikbaar is voor de politietaak niet wordt verminderd.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z04009
Volledige titel: Het bericht dat de politie weer niet op tijd is bij spoedmeldingen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-1603
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Raak en Futselaar over het bericht dat de politie weer niet op tijd is bij spoedmeldingen