Ingediend | 21 maart 2017 |
---|---|
Beantwoord | 13 april 2017 (na 23 dagen) |
Indiener | Vera Bergkamp (D66) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03866.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1612.html |
Ja.
De jaarlijkse toename van het aantal meldingen van handelingen met strafbaar beeldmateriaal op internet is mij bekend en is mij gemeld zowel vanuit het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) als vanuit politie en justitie.
Het is van belang onderscheid te maken tussen de meldingen die door burgers gedaan worden bij het EOKM en de meldingen die de politie ontvangt van buitenlandse opsporingsdiensten en (binnen- en buitenlandse) hostende en webfaciliteiten biedende bedrijven. Eerstgenoemde meldingen betreffen vermoedelijk strafbaar materiaal dat voor eenieder zichtbaar is op het openbare internet. De meldingen die de Nationale politie ontvangt betreffen gegevens over feiten en (mede-)verdachten uit buitenlandse opsporingsonderzoeken, de bij het EOKM gedane meldingen die mogelijk van belang zijnde opsporingsindicaties bevatten, gegevens over op het niet-openbare internet plaatsvindende handelingen en communicatie van verdachten rondom kindermisbruik (bijv. grooming) en beeldmateriaal daarvan dat door hostende en webfaciliteiten biedende bedrijven binnen hun diensten wordt aangetroffen. Deze laatste instroom bij de politie is de laatste 3 jaar meer dan verviervoudigd en kende een toename van ruim 200% in het laatste jaar.
Er zijn verschillende redenen voor de geconstateerde toename. De belangrijkste redenen zijn gelegen in de toename van internetgebruik wereldwijd, de toename van de mogelijkheden en het gebruik van digitale communicatie en opslag van data en de goede internet-infrastructuur van Nederland via welke een belangrijk deel van het wereldwijde internetverkeer loopt. Daarnaast is van invloed de snel verbeterende technieken om strafbaar materiaal te ontdekken en de groeiende bereidheid van burgers en het bedrijfsleven om strafbaar materiaal aan overheden te melden. Er zijn mij geen gegevens bekend waaruit kan worden afgeleid dat er daarnaast ook sprake is van een gelijklopende toename van het misbruik van kinderen.
Zowel het EOKM als de politie en het OM kampen met een toename van meldingen. Zoals ik vandaag ook heb aangegeven in de beantwoording van de Kamervragen van het Lid Nispen (SP) acht ik voor wat betreft de inzet van het EOKM van belang dat de basissituatie, waarbij de reguliere werkzaamheden door het EOKM worden voortgezet, wordt gehandhaafd. De additionele financiering van 100.000 euro, in combinatie met het in enige mate als succesvol door het EOKM ingezette traject om de bijdrage vanuit de private sector (providers e.d.) te verhogen, komt mij vooralsnog als toereikend voor. Wat betreft de toename van meldingen waar de politie en het OM mee kampen, ben ik met betrokkenen in gesprek over de redenen van de toename en welke oplossingen daarbij passen. Over de uitkomsten daarvan zal ik u in de eerstvolgende voortgangsrapportage kinderporno van deze zomer berichten.
Zie antwoord vraag 3.
Een belangrijke taak van het EOKM is om de meldingen over strafbaar beeldmateriaal die betrekking blijken te hebben op buitenlandse hostende bedrijven door te melden aan het internationale knooppunt van particuliere meldpunten, het INHOPE-netwerk. Op dezelfde wijze melden de buitenlandse particuliere meldpunten weer de bij Nederlandse webhosters gevonden afbeeldingen via INHOPE aan het EOKM. Daarnaast wordt het door meldpunten gevonden strafbare beeldmateriaal ten behoeve van de internationale opsporing gevoegd in de door Interpol beheerde, internationale opsporings-database (ICSE-database). Deze internationale samenwerking verloopt naar tevredenheid.
Voor wat betreft de internationale samenwerking tussen overheden, opsporings- en vervolgingsinstanties in verband met de bij politie gemelde strafbare feiten geldt dat deze intensief en effectief is. In vrijwel alle landen speelt de kwestie van de toename van strafbaar beeldmateriaal op internet, Nederland heeft daar geen unieke positie in.
Binnen diverse internationale verbanden, zowel op operationeel als meer beleidsmatig gebied, wordt voortdurend overleg gevoerd en naar gezamenlijke oplossingen gezocht voor de (toenemende instroom van) meldingen. Daarbij wordt de private sector die actief is op internet betrokken. Een voorbeeld hiervan vormt de Virtual Global Taskforce, dat een internationaal samenwerkingsverband van landen en opsporingsorganisaties, ngo’s en bedrijven is ter versterking van de bestrijding van online en offline kindermisbruik.
Daarnaast lopen er voortdurend vele internationale opsporingsonderzoeken, waarin goed wordt samengewerkt en waaruit informatie over verdenkingen en verdachten wordt gedeeld tussen de diverse landen. De eerder genoemde ICSE-database van Interpol is een van de gemeenschappelijke faciliteiten die daarvoor wordt ingezet. Ook zijn twee thematische liaisons van de Nederlandse politie gestationeerd in Zuidoost Azië.
De Nationale politie en het OM ontvangen op jaarbasis vele duizenden meldingen zoals ik die bij de beantwoording van vraag 1 beschreven heb. In 2016 betrof het 12.327 meldingen, waarvan 11.679 meldingen ontvangen werden vanuit het buitenland. Vanuit het EOKM werden 94 meldingen ontvangen die mogelijk een Nederlandse opsporingsindicatie in zich hielden.
Dit percentage is niet uit de politiesystemen te halen.