Ingediend | 9 maart 2017 |
---|---|
Beantwoord | 4 april 2017 (na 26 dagen) |
Indieners | Ronald van Raak , Linda Voortman (GL) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid staatsveiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03599.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1557.html |
Ja.
Ik beschik niet over concrete aanwijzingen dat de activiteiten van de CIA leiden tot ontoelaatbare inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van Nederlandse staatsburgers.
Ik verwijs naar de brieven van 8 november 2016 en 16 december 2014 waarmee het parlement werd geïnformeerd over de omgang met kwetsbaarheden op internet door de Nederlandse dienst (Kamerstukken I 2014/15, CVIII, N en Kamerstuk 26 643, nr. 428).
De Nederlandse regering past terughoudendheid bij het reageren op de stukken die door Wikileaks zijn gepubliceerd en die een ander land betreffen.
Het wetsvoorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten introduceert op dit vlak geen nieuwe wettelijke mogelijkheden.
Zoals gesteld past de Nederlandse regering terughoudendheid bij het reageren op de stukken die door Wikileaks zijn gepubliceerd. Op basis van de door Wikileaks gepubliceerde informatie kan door het kabinet niet worden geconcludeerd dat de Amerikaanse autoriteiten nalatig zijn geweest. Ik zie dan ook geen aanleiding om over deze kwestie in contact te treden met de Amerikaanse autoriteiten.