Ingediend | 9 maart 2017 |
---|---|
Beantwoord | 15 juni 2017 (na 98 dagen) |
Indieners | Sadet Karabulut , John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03595.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2112.html |
Ja, daar heb ik kennis van genomen.
Zieke mensen mogen niet onder druk worden gezet om weer aan het werk te gaan indien zij daar – wegens medische redenen – nog niet toe in staat zijn.
Dat vind ik onacceptabel.
De professionele autonomie van de bedrijfsarts vind ik van groot belang.
De bedrijfsarts heeft immers een belangrijke adviserende rol in het kader van onder meer de verzuimbegeleiding van de zieke werknemer. De zelfstandige en onafhankelijke positie van de bedrijfsarts en het professioneel handelen van de bedrijfsarts zijn in de Arbeidsomstandighedenwetgeving wettelijk verankerd en zal verder worden versterkt in de gewijzigde Arbeidsomstandighedenwet (Wet van 25 januari 2017, houdende wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen (Stb. 2017, 22)), waarvan de beoogde inwerkingtredingsdatum 1 juli 2017 is.
De Inspectie SZW zal geen onderzoek gaan doen naar het bedrijf Acture louter op basis van de uitzending van Radar op 6 maart jongstleden. Er zijn de afgelopen jaren ook geen directe of andere signalen bij de Inspectie SZW binnengekomen, die wijzen op misstanden op het gebied van de socialezekerheidswetgeving, noch heeft de Inspectie SZW klachten ontvangen die een onderzoek rechtvaardigen. Overigens zijn er naar aanleiding van de uitzending ook geen meldingen gedaan door (ex-)werknemers of vakbonden.
Acture is een private dienstverlener die werkgevers kan ondersteunen, als zij eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet (ZW). Een ZW-eigenrisicodrager betaalt – op grond van de ZW – het ziekengeld aan zijn zieke ex-werknemers, die niet meer bij hem in dienst zijn. Het gaat dan onder meer om uitzendkrachten en werknemers die ziek uit dienst zijn gegaan, zoals bijvoorbeeld na het einde van een arbeidovereenkomst voor bepaalde tijd.
In de ZW is geregeld dat de eigenrisicodragende werkgever de ZW-beslissing voorbereidt, het ziekengeld betaalt en verantwoordelijk is voor de verzuimbegeleiding en re-integratie naar passende arbeid; daarbij gelden de rechten en plichten op grond van de ZW en de Wet verbetering poortwachter.
Voorts is wettelijk geregeld dat eigenrisicodragende werkgevers zich – conform artikel 14 van de Arbeidsomstandighedenwet – voor de verzuimbegeleiding moeten laten ondersteunen door een arbodienst c.q. een bedrijfsarts. Daardoor wordt voorkomen dat eigenrisicodragende werkgevers zelf kunnen gaan «dokteren».
Het UWV is en blijft eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de ZW. Daarom kunnen eigenrisicodragende werkgevers (of hun dienstverleners) niet zelfstandig beslissingen nemen over het beëindigen van het recht op ziekengeld. Zij moeten een beslissing vragen aan het UWV wanneer zij het recht op ziekengeld willen beëindigen. Voorts moeten zij om een beslissing van UWV vragen als zij een sanctie aan de zieke werknemer willen opleggen, bijvoorbeeld als de werknemer niet meewerkt aan zijn re-integratie. Ook als de werknemer hersteld wordt verklaard door een bedrijfsarts, moeten zij een beslissing aan UWV vragen. Op basis van de door de eigenrisicodrager aangeleverde stukken en gegevens, geeft UWV vervolgens een beschikking aan de werknemer af.
In de beschikking van UWV is een bezwaarclausule opgenomen. Daarin wordt toegelicht dat – en hoe – een werknemer bezwaar kan maken bij UWV tegen de inhoud van de beslissing.
De werknemer die het niet eens is met de hersteldverklaring, kan hiertegen dus bezwaar aantekenen bij UWV. In zo’n bezwaarzaak beoordeelt UWV het geval opnieuw. Als de werknemer zich niet kan vinden in de beslissing van UWV, die daarop volgt, dan kan de werknemer hiertegen beroep instellen bij de rechtbank.
Tijdens het algemeen overleg, gehouden met uw Kamer op 9 februari 2017, over Arbeidsmigratie, loondoorbetaling bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en arbeidsmarktbeleid, heb ik toegezegd dat ik in gesprek zal gaan met UWV over de vraag hoe de mogelijkheid van bezwaar en beroep beter bekend gemaakt kan worden. Hierover heb ik uw Kamer geïnformeerd met mijn brief van 1 juni 2017.
Wanneer de werknemer een andersoortige klacht heeft over een bedrijfsarts – bijvoorbeeld over diens bejegening – dan kan de werknemer een klacht indienen conform de geldende (private) klachtenprocedure.
Voorts wordt met de aanstaande inwerkingtreding van de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet het recht op een second opinion ingevoerd voor werknemers. Op grond daarvan honoreert de bedrijfsarts (tenzij zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten) een verzoek van de werknemer om zo spoedig mogelijk een andere bedrijfsarts te raadplegen over onder meer het advies van de bedrijfsarts met betrekking tot de verzuimbegeleiding. Deze uitbreiding van de Arbeidsomstandighedenwet moet ook gaan gelden voor de eigenrisicodragende werkgever. In de praktijk zal dit veelal ook zo worden vormgegeven. Acture heeft bijvoorbeeld op haar website al aangegeven dat het recht op second opinion vanaf 1 juli 2017 ook gaat gelden voor bedrijfsartsen die ziekteverzuimbegeleiding verzorgen in het kader van de ZW. Juridisch moet dit nog wel adequaat geborgd worden. Ik zal het recht op second opinion bij een komende wijziging van de ZW daarom expliciteren.
Tot slot kan een werknemer een deskundigenoordeel vragen aan UWV over de passendheid van het aangeboden werk of over de re-integratie-inspanningen.
Het UWV geeft dan zijn oordeel over de manier waarop eigenrisicodragende werkgevers c.q. hun dienstverleners hun re-integratietaak invulling geven.
Vanwege zijn eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de ZW, heeft het UWV dus – blijkens het vorenstaande – verschillende taken, in het kader van ZW-eigenrisicodragerschap. Naast de geschetste taken heeft het UWV ook een controlerende taak ter zake van de inrichting van de ziekteverzuimadministratie en het in acht nemen van de wettelijke bewaartermijnen door de ZW-eigenrisicodrager. In de Regeling werkzaamheden, administratieve voorschriften en kosten eigenrisicodragen ZW2 is geregeld hoe het UWV de uitvoering door de eigenrisicodrager controleert. Daarnaast controleert het UWV steekproefsgewijs individuele dossiers op juiste vaststelling van recht, hoogte en duur van de ZW-uitkering. Indien de controle bij de eigenrisicodrager c.q. diens dienstverlener (zoals Acture) daartoe aanleiding geeft, kan het UWV instructies geven om een eventuele bevinding te herstellen. Als de werkgever respectievelijk diens dienstverlener de bevinding niet voldoende herstelt, dan neemt het UWV de werkzaamheden over en brengt de kosten daarvan in rekening bij de eigenrisicodragende werkgever.
Zodoende is zowel de rechtsbescherming van de zieke werknemer als het toezicht op de uitvoerders in mijn ogen adequaat gewaarborgd.
Zie antwoord vraag 5.
Het is helaas nooit te voorkomen dat uitvoerders in de praktijk steken laten vallen. Wel vind ik het van groot belang dat bedrijfsartsen onafhankelijk uitvoering kunnen geven aan hun taken. Daarom wordt met de aangepaste Arbeidsomstandighedenwet de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts verder versterkt. Deze regelgeving geldt ook voor de begeleiding door de bedrijfsarts van zieke (flex)werkers bij private uitvoering van de ZW. In mijn ogen is de rechtsbescherming van deze zieke werknemers bovendien adequaat gewaarborgd. Dat heb ik toegelicht in bovenstaande antwoorden.
Voor werkgevers spelen financiële motieven een rol, bij de keuze om ZW-eigenrisicodrager te worden. Door zelf het ZW-risico te dragen kunnen werkgevers immers hun verzuim- en premielasten beperken. Maar ook immateriële motieven spelen hierbij een rol. Er zijn werkgevers die zelf graag de regie willen houden als hun ex-werknemers ziek worden – in plaats van die over te laten aan UWV. Ook de betrokkenheid bij het personeel, kan een overweging zijn voor werkgevers om ZW-eigenrisicodrager te worden. Voorts is van belang dat eigenrisicodragerschap de re-integratie van de werknemer vaak ten goede komt. Dit is het gevolg van de band die bij eigenrisicodragen blijft bestaan tussen de werknemer en de werkgever. Werkgevers hebben immers doorgaans meer mogelijkheden – dan UWV – om de werknemer te re-integreren, bijvoorbeeld door re-integratie binnen hun eigen bedrijf. Door het eigenrisicodragerschap wordt het herstel en de terugkeer naar werk derhalve bevorderd.
Gelet op het vorenstaande, zie ik dan ook geen aanleiding om de huidige (private) uitvoering van de ZW om te vormen tot regionale bedrijfsgezondheidsdiensten.
In de sector arbo/verzuimbegeleiding en re-integratie zijn veel bedrijven actief. De Inspectie SZW heeft geen signalen dat er grote risico’s op het werkterrein van de Inspectie bestaan. Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever/opdrachtgever deugdelijke arbozorg te regelen. De medische beoordeling is aan bedrijfsartsen.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Karabulut (SP) en Kerstens (PvdA) over misstanden bij het ziekteverzuimbedrijf Acture niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat nadere afstemming met UWV meer tijd vergt.