Ingediend | 7 maart 2017 |
---|---|
Beantwoord | 7 april 2017 (na 31 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03538.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1575.html |
Ja, het artikel in het Algemeen Dagblad («Jeugdbendes veroorzaken megaschade», 6 maart jl.) is bekend. Het artikel is gebaseerd op het WODC-onderzoek «Kostbare vriendschappen: wat problematische jeugdgroepen de maatschappij kosten». Dit betreft een exploratieve studie in een grote gemeente die heeft aangegeven in het kader hiervan anoniem te willen blijven. 2
Het onderzoeksrapport laat zien dat een voortdurende integrale aanpak van criminele jeugdgroepen nodig is om de maatschappelijke schade die zij veroorzaken te reduceren.
De afgelopen jaren hebben mijn ambtsvoorgangers in brieven 3 en in overleggen met uw Kamer herhaaldelijk aangegeven dat criminele jeugdgroepen worden aangepakt, dat geen enkele criminele jeugdgroep ongemoeid wordt gelaten en dat de aanpak onverminderd wordt voortgezet. Dat heeft geresulteerd in een forse daling van het aantal criminele, overlastgevende en hinderlijke jeugdgroepen. In het laatst opgemaakte landelijk beeld in het kader van het actieprogramma problematische jeugdgroepen blijkt een daling van het totaal aantal problematische jeugdgroepen in Nederland van 18% ten opzichte van 2013. Dat resultaat is de verdienste van intensieve samenwerking tussen burgemeesters, OM en politie om dergelijke groepen te ontmantelen en de leden op te sporen, te vervolgen en te berechten.
In debatten met uw Kamer en in voornoemde brieven is ook aangegeven dat door deze aanpak criminele jeugdgroepen verdwijnen of worden afgeschaald naar overlastgevende of hinderlijke jeugdgroepen. Tegelijkertijd kunnen er nieuwe groepen ontstaan. Het komt ook voor dat een grote criminele jeugdgroep van wel meer dan 50 personen nader wordt geanalyseerd en dat gekozen wordt voor een geprioriteerde inzet op de zogenaamde harde kern van zo’n groep. Daarmee wordt een criminele jeugdgroep fors aangepakt en kleiner. De criminele jeugdgroep blijft dan in de aanpak van zorg-, straf- en bestuurlijke interventies geprioriteerd, waarbij een lange adem en uitstekende samenwerking van alle betrokken partners nodig is.
Een criminele jeugdgroep kent een harde kern van daders die strafrechtelijk worden vervolgd om middels straffen genoegdoening te bieden aan het slachtoffer en de samenleving. Een criminele jeugdgroep bestaat ook uit meelopers waarvoor eveneens grenzen gesteld moeten worden. Afhankelijk van het gedrag worden die grenzen strafrechtelijk of op andere wijze gesteld, maar worden deze jongeren tegelijkertijd ondersteund richting perspectief. Veel van deze jongeren komen uit families waarin ook een zekere mate van intergenerationele overdracht plaatsvindt. Er wordt in samenwerking met gemeenten en lokale vertegenwoordiging van het Openbaar Ministerie, de politie en lokale zorgpartners bezien hoe de integrale aanpak met een levensloopbenadering kan worden vorm gegeven. Aandacht gaat uit naar preventie, tijdig signaleren en ingrijpen alsmede goede nazorg. Vroeg of laat gaan deze jongeren bij voorkeur (weer) naar school of aan het werk. Hiervoor is het van belang dat domeinoverstijgend wordt samengewerkt en zowel strafmaatregelen, zorgmaatregelen als bestuurlijke maatregelen kunnen worden ingezet. In bepaalde gevallen moeten ouders en familie nadrukkelijk worden betrokken in die aanpak om verder afglijden van een jongere te voorkomen. Het voorkomen van (herhaald) crimineel gedrag door deze jongeren bespaart de maatschappij, deze jongeren incluis, veel schade en daarmee gepaard gaande kosten.
De problematiek rondom criminele jeugdgroepen is in de loop der jaren veranderd. Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer hierover geïnformeerd per brief (Kamerstuk 28 684, nummer 490) en heeft dat besproken tijdens het laatste algemeen overleg Justitiële Jeugd op 18 januari jl. Problematische jeugdgroepen zijn door allerlei ontwikkelingen, zoals die in sociale media, minder zichtbaar op straat. De integrale aanpak wordt gegeven die ontwikkelingen in samenwerking met betrokken partners aangepast. De ontwikkeling van de Groepsscan als opvolger van de shortlist is hier een goed voorbeeld van. Problematische jeugdgroepen worden hiermee anders en meer integraal in beeld gebracht, waarbij ook informatie op sociale media wordt meegenomen in de analyse.
De integrale aanpak van problematische jeugdgroepen is effectief, zo blijkt uit de cijfers als onderdeel van het jaarlijks opgesteld landelijk beeld van 2009 tot en met 2014. We constateren in deze periode een afname van 27% van het aantal criminele jeugdgroepen, een afname van 11% van het aantal overlastgevende jeugdgroepen en een daling van 20% van het aantal hinderlijke jeugdgroepen.
Niet alleen bij de aanpak van criminele jeugdgroepen, maar ook in de aanpak van bijvoorbeeld verwarde personen en high impact crime zien we dat een domein-overstijgende, integrale, persoonsgerichte aanpak vruchten afwerpt.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft, ouder is dan 18 en niet in zijn eigen onderhoud kan voorzien, heeft recht op bijstand. Uitgezonderd zijn onder meer gedetineerden en jongeren onder de 27 jaar die nog uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen en in verband daarmee nog aanspraak op studiefinanciering kunnen maken. Voor jongeren onder de 21 gelden lagere normen dan voor bijstandsgerechtigden vanaf 21 jaar. De gemiddelde leeftijd van een lid van een criminele jeugdgroep is ongeveer 22 jaar. De gemiddelde leeftijd van een overlastgevende jeugdgroep ligt een paar jaar lager. Het is mogelijk dat jongeren met een uitkering deel uitmaken van een problematische jeugdgroep.
Tot op zeker hoogte zijn ouders verantwoordelijk en aansprakelijk voor het gedrag van hun kinderen. Een kind jonger dan 14 jaar is zelf nooit aansprakelijk voor schade uit onrechtmatige daad.
Ouders of voogden van kinderen zijn op grond van de wet aansprakelijk voor schade die hun kind heeft veroorzaakt uit onrechtmatige daad, bijvoorbeeld geweldpleging. De wet maakt hierbij onderscheid tussen een drietal leeftijdscategorieën (artikel 6:169 BW):
Voor wat betreft Nederlanders met een dubbele nationaliteit geldt dat de Rijkswet op het Nederlanderschap geen bepaling bevat op grond waarvan intrekking van het Nederlanderschap wegens gepleegde criminele feiten mogelijk is. Het Europees Nationaliteitsverdrag (Trb. 1998, 10), waartoe ook het Koninkrijk der Nederlanden is toegetreden, beperkt de mogelijkheden op grond waarvan de nationaliteit kan worden ingetrokken. Dit is alleen mogelijk indien het gedrag betreft dat de essentiële belangen van de staat wezenlijke schade toebrengt. De toelichting bij het Europese Nationaliteitsverdrag vermeldt hoogverraad en spionage voor een andere staat als voorbeelden van gedrag dat een aantasting van de essentiële belangen van de staat is, en stelt tevens dat misdrijven van algemene aard, hoe ernstig ook, niet worden bedoeld.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Jeugdbendes veroorzaken megaschade» (ingezonden 7 maart 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.