Ingediend | 23 februari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 22 maart 2017 (na 27 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03151.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1467.html |
De Joint Way Forward bevat geen afspraken over aantallen terugkeerders. Het document bevat operationele afspraken over het verloop van het terugkeerproces.
De Nederlandse asielprocedure, die voldoet aan de vereisten van het EU-recht en de verplichtingen van het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, biedt bescherming tegen vervolging of dreigende onmenselijke behandeling. Wie bescherming nodig heeft, krijgt deze bescherming. Dat is het uitgangspunt van het asielrecht. Als na een zorgvuldige procedure en toetsing door de rechter een asielaanvraag wordt afgewezen dient de vreemdeling Nederland te verlaten. De Nederlandse overheid neemt zijn verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de rechten van kinderen in vreemdelingrechtelijke procedures en bij de uitvoering van het terugkeerbeleid.
In de beslissing op een asielaanvraag krijgt dit vorm door niet alleen voor ouders, maar ook ten aanzien van kinderen te toetsen of er bij terugkeer vervolging of onmenselijke behandeling dreigt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij vrees voor genitale verminking/besnijdenis. Het realiseren van een zichtbaar effectief terugkeerbeleid voor vreemdelingen die niet in Europa mogen blijven, draagt bij aan het tegengaan van illegale migratie en mensensmokkel. Omgekeerd werkt het ontbreken van een effectief terugkeerbeleid illegale inreis in de hand. Daarnaast is een effectief terugkeerbeleid een belangrijke voorwaarde voor het vinden van draagvlak voor het Nederlands asielbeleid.
Zie ook het antwoord op vraag 2. Het opvangen van Afghaanse kinderen doet geen afbreuk aan maatschappelijk draagvlak, maar het niet realiseren van een zichtbaar effectief terugkeerbeleid wel.
Het is bekend dat de veiligheidssituatie in delen van Afghanistan zorgen baart. Dit rechtvaardigt echter niet de conclusie dat geen enkele vreemdeling afkomstig uit Afghanistan zou kunnen terugkeren. Wie bescherming nodig heeft, krijgt deze bescherming. Als echter na een zorgvuldige procedure en toetsing door de rechter een asielaanvraag wordt afgewezen dient de vreemdeling Nederland te verlaten.
De Nederlandse asielprocedure, die voldoet aan de vereisten van het EU-recht en de verplichtingen van het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, biedt bescherming tegen vervolging of dreigende onmenselijke behandeling. Wie bescherming nodig heeft, krijgt deze bescherming. Dat is het uitgangspunt van het asielrecht en dit botst niet met het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind.
Als na een zorgvuldige procedure en toetsing door de rechter een asielaanvraag wordt afgewezen dient de vreemdeling Nederland te verlaten. Het realiseren van een zichtbaar effectief terugkeerbeleid voor vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven draagt bij aan het tegengaan van onnodig illegale migratie en smokkel, hetgeen naar het oordeel van het kabinet in het belang van kinderen is.
Bij het zoeken naar adequate opvang zal er primair naar worden gestreefd om de minderjarige met de ouder(s) of andere familieleden te herenigen. Opvang bij ouders is in beginsel aan te merken als adequaat. Ook kan het zijn dat uit feiten en omstandigheden naar voren komt dat een ander familielid (of een meerderjarige, niet zijnde een familielid) adequate opvang kan bieden. Dit is maatwerk en wordt per casus onderzocht.
Onder adequate opvang in het land van herkomst wordt voorts iedere opvang (ongeacht de vorm) verstaan waarvan de omstandigheden vergelijkbaar zijn met de omstandigheden waaronder opvang wordt geboden aan leeftijdsgenoten die zich in een gelijkwaardige positie als de terugkerende amv bevinden. Daarbij is een voorwaarde dat de opvangvoorziening de minderjarige in ieder geval naar lokale maatstaven het volgende biedt:
Bij het zoeken naar adequate opvang wordt primair gestreefd om de minderjarige met de ouder(s) of andere familieleden te herenigen. Dit is maatwerk en wordt per casus onderzocht.
Het kan zijn dat uit de feiten en omstandigheden van het geval naar voren komt dat een ander familielid (of een meerderjarige, niet zijnde een familielid) adequate opvang kan bieden. Zoals gezegd dit is maatwerk en wordt per casus onderzocht.
De Dienst, Terugkeer en Vertrek (DT&V) heeft speciale regievoerders die de vertrekgesprekken voeren met amv’s in het algemeen. Het aantal regievoerders is afgestemd op het aantal amv-zaken dat bij de DT&V in behandeling is. De DT&V zet voor de gesprekken met amv’s tolken in die ook ingezet worden voor gesprekken met volwassen vreemdelingen. De tolk is onafhankelijk en zijn rol beperkt zich tot het vertalen van het gesprek. De insteek van het gesprek wordt bepaald door de regievoerder en de vertrekstrategie wordt vooraf besproken met de voogd. De Nidos voogd wordt voor een vertrekgesprek met een amv altijd uitgenodigd om aanwezig te zijn.
Zoals ook aangegeven in het antwoord1 op de schriftelijke vragen van de leden Gesthuizen en Kooiman (SP) over alleenstaande minderjarige vreemdelingen die slachtoffer worden van mensenhandel en uitbuiting d.d. 23 januari 2017 werken EU-lidstaten met elkaar samen om mensenhandel te voorkomen en bestrijden. Om signalen van mensenhandel bij de Europese buitengrenzen te herkennen, heeft Frontex bijvoorbeeld een handleiding ontwikkeld om grensbewakers daarin te trainen2. Deze handleiding bevat ook advies over hoe grensbewakers met minderjarige slachtoffers moeten omgaan. De lidstaten werken ook operationeel samen om mensenhandel van minderjarigen op te sporen en te vervolgen. Zo is mensenhandel van minderjarigen één van de sub-projecten van EMPACT THB3, waar Nederland ook aan deelneemt. Binnen EMPACT wordt ook aandacht besteed aan mogelijke slachtoffers van mensenhandel binnen migratiestromen en de kwetsbare positie van migrantenkinderen voor uitbuiting. Er wordt ingezet op het uitwisselen van informatie en kennis en het initiëren van operationele acties en opsporingsonderzoeken. Daarnaast wordt in 2017 binnen EMPACT ook aandacht besteed aan opleidingen voor de opsporing om de uitbuiting van kinderen beter te kunnen onderkennen en multidisciplinair aan te kunnen pakken. Het Europees opleidingsagentschap voor opsporing (CEPOL) draagt daaraan bij.
Verder hebben hulporganisaties bij de opvang van vluchtelingen altijd speciale aandacht voor de noden van alleenstaande minderjaren, vooral voor hun veiligheid.
Ja.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over terugsturen van kinderen naar Afghanistan (ingezonden 23 februari 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.