Ingediend | 23 februari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 11 april 2017 (na 47 dagen) |
Indieners | Henk van Gerven , Renske Leijten |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z03150.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1598.html |
De stelling van de branches dat de hulp voor kwetsbare kinderen is verslechterd kan ik niet bevestigen. Ik vind een goede kwaliteit van jeugdhulp heel belangrijk en heb diverse maatregelen genomen om de kwaliteit van de hulp minimaal op peil te houden en waar mogelijk te verbeteren. De decentralisatie van de jeugdhulp is een majeure operatie die tijd nodig heeft om tot zijn recht te komen.
De jeugdhulp is zeer divers van aard en varieert van licht tot zwaar. Hetzelfde geldt voor de problematiek. In de cijfers van de beleidsinformatie zijn geen grote schommelingen te zien in het landelijk jeugdhulpgebruik met verblijf. Dit verschilt wel per gemeente en regio2.
Ik beïnvloed de kwaliteit van jeugdhulp op verschillende manieren, zoals: de verbreding van het professionaliseringsproces, door professionals in staat te stellen samen met cliënten richtlijnen op te stellen, met het onderhouden van een databank effectieve interventies en door het stimuleren van onderzoek naar effectiviteit en innovatie, via de ZONMW programma’s effectief werken en de academische werkplaatsen.
Het advies van de door gemeenten aangestelde kwartiermaker ten aanzien van het zorglandschap maakt glashelder dat zowel gemeenten als aanbieders toe moeten naar een doorontwikkeling van hun professioneel opdrachtgever- en opdrachtnemerschap. Belangrijke voorwaarde hierbij aan de kant van gemeenten is dat gemeenten vanuit stabiele regio's samenwerken. De VNG heeft het advies van de kwartiermaker omarmd. De ambassadeur zorglandschap die vanuit gemeenten is aangesteld, heeft ook nadrukkelijk als opgave om deze samenwerking binnen en tussen regio's te stimuleren. De ambassadeur voert hier ook stevige gesprekken over met regio's waar de samenwerking dreigt te stokken.
Daarnaast is er een bestuurlijk overleg van de 42 jeugdzorgregio’s gestart. Dit overleg dient er nadrukkelijk toe om bovenregionale vraagstukken met elkaar af te stemmen.
Er ligt een uitdaging voor de aanbieders om zich aan te passen aan de vereisten van het nieuwe stelsel. Dat betekent een omslag van het landelijk verkokerd aanbod naar meer integraal aanbod op regionaal niveau. Deze transformatie beperkt vermijdbare administratieve lasten en verhoogt de kwaliteit van hulp rond de cliënt. Hier zijn de jeugdhulpaanbieders voor een groot deel zelf aan zet.
Uit een eerste nader onderzoek van Argos naar crisisplaatsingen in oktober 20163, bleek dat het nog te vroeg was voor «conclusies»4. Voor jeugdhulp zonder verblijf zijn de huisartsen veruit de grootste verwijzer en voor jeugdhulp met verblijf zijn de gecertificeerde instellingen zelf veruit de grootste verwijzer. In de jeugdhulp is er geen eenduidige definitie van het begrip crisis. Aanbieders verstaan hier verschillende situaties onder, hetgeen het erg moeilijk maakt straffe uitspraken te doen en het risico vergroot dat ad hoc maatregelen meer problemen veroorzaken dan oplossen. Het signaal over een toename van het aantal crisisplaatsingen in jeugdzorgplus wordt nu onderzocht door Hospers Advies. Het rapport zal in de laatste week van april 2017 worden gepubliceerd.
Inzake de deskundigheid van wijkteams verwijzen aanbieders naar de uitspraken van de ombudsman over wijkteams als schuldige aan een toename van crisisplaatsingen. Uit het nader onderzoek van Argos naar crisisplaatsingen bleek dat meer specialisten in de toegang bij de ene gemeente leidde tot meer crisisplaatsingen, terwijl dit bij een andere gemeenten niet het geval was6. Er is nog geen eenduidig beeld van deze problematiek. Binnen dit kader heb ik uw kamer in het AO van 23 februari hierom toegezegd met de VNG de mogelijkheden voor basisvoorwaarden voor de wijkteams te verkennen.
Voor het beperken van vermijdbare administratieve lasten werken de VNG en Branches samen en hebben zij drie uitvoeringsvarianten met standaardartikelen ontwikkeld. Voor het geval de navolging bij gemeenten en aanbieders achterblijft bij de verwachtingen, wil ik de mogelijkheid hebben deze navolging af te dwingen. Het wetsvoorstel «wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 in verband met het verminderen van de uitvoeringslasten» dat dit mogelijk maakt, gaat in mei 2017 in consultatie.
Ten aanzien van aanbestedingen heb ik in het algemeen overleg van 23 februari al aangegeven dat het hier om Europese regelgeving gaat die ik niet direct kan beïnvloeden. Tijdens het VAO van 23 februari is de gewijzigde motie van de leden Ypma (PvdA) en Keijzer (CDA) over dialooggerichte gunning en raamovereenkomsten om diensten in te kopen (t.v.v. Kamerstuk 31 839, nr. 562) aangenomen (Kamerstuk 31 839, nr. 569). Hierin wordt de regering verzocht samen met de VNG en aanbieders duidelijkheid en ondersteuning te verschaffen over de dialooggerichte gunning en raamovereenkomsten om diensten in te kopen en over de vereenvoudigde procedure bij aanbestedingen. Naast het Kennis- en Ontwikkelcentrum Inkoop Sociaal Domein dat bij PIANOo, het expertisecentrum aanbesteden van EZ, wordt ingericht, zal er een regieteam worden ingesteld om aan deze motie uitvoering te geven
De decentralisatie is pas sinds 2015 van kracht. In 2015 stond het overgangsrecht en zorgcontinuiteit centraal. Door onder meer de Transitie Autoriteit jeugd is geconstateerd dat er geen kinderen tussen wal en schip zijn gevallen. De transformatie begint op gang te komen. Het is niet realistisch te veronderstellen dat een majeure operatie als de decentralisatie van de Jeugdwet binnen een tijdsbestek van twee jaar volledig tot zijn recht komt.
Desalniettemin doe ik er alles aan, om de transformatie zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen. Een eerste beeld over de Jeugdwet, verwacht in ik begin 2018, als de tussenevaluatie over Jeugdwet verschijnt.