Ingediend | 10 februari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 1 maart 2017 (na 19 dagen) |
Indiener | John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z02232.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1323.html |
Ja.
De WNT stelt dat een bestuurder een ontslagvergoeding mag ontvangen bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst die niet groter mag zijn dan één jaarsalaris met een maximum van € 75.000,–. Daarbij maakt het niet uit hoe lang de bestuurder in dienst is geweest van de organisatie.
Gezien het antwoord onder vraag 2 en 4 bestaat er geen aanleiding voor de toezichthouder om nader onderzoek te doen naar de genoemde berichten over de afkoopsom.
Een afkoopsom van 65.000 euro voor een bestuurder die nooit gewerkt heeft, verhoudt zich slecht tot het uitgangspunt dat zuinig moet worden omgegaan met publiek geld. De WNT verhindert echter niet dat partijen een dergelijke afkoopsom overeenkomen: de wet maximeert de ontslagvergoeding aan een topfunctionaris tot één jaarsalaris met een maximum van 75.000 euro.
Ik acht de hele gang van zaken een betreurenswaardige verspilling van zorggeld. Er is echter sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de zorginstelling en de topfunctionaris. Partijen mogen een dergelijke afkoopsom als schadevergoeding vanwege het niet doorgaan van de dienstbetrekking overeenkomen en de bestuurder heeft het recht om het bedrag te houden.
Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan de rechter aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen als het ontslag te wijten is aan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De hoogte van een dergelijke vergoeding wordt, aan de hand van de gedraging, individueel bepaald door de rechter. In de wet zijn hier geen criteria voor gesteld. Als het ontslag te wijten is aan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, bestaat geen recht op transitievergoeding. De rechter kan desondanks toch een transitievergoeding toekennen (van een door hem te bepalen omvang) indien het niet toekennen daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In de onderhavige situatie is het al dan niet toekennen van een transitievergoeding overigens niet aan de orde nu het dienstverband geen twee jaar heeft bestaan.
Met het oog op het voorkomen van reputatieschade en negatieve publiciteit zullen veel van dit soort gevallen niet aan de rechter worden voorgelegd. Veel gevallen zullen tussen partijen onderling, bij vaststellings- of beëindigingsovereenkomst, worden afgewikkeld. Onderdeel daarvan kan zijn een tussen partijen overeengekomen vergoeding waarvan de hoogte door hen wordt bepaald.
Het wetsvoorstel Evaluatiewet WNT wijzigt niet de maximering van de ontslagvergoeding tot één jaarsalaris met een maximum van 75.000 euro. Een dergelijke afkoopsom is ook na inwerkingtreding van het wetsvoorstel nog toegestaan.
Hoewel de geschetste situatie onwenselijk is, lijkt er hier geen sprake te zijn van ontwijking van de normering van de WNT. Er is eerder sprake van een onzorgvuldig gevoerde sollicitatieprocedure en gebrekkig bestuur. Met een algemene anti-misbruikbepaling kan dat niet worden voorkomen.
De afwikkeling van de arbeidsovereenkomst is een zaak tussen de interim-bestuurder en de instelling. De instelling moet zich in het kader van de WNT in de jaarrekening verantwoorden over de bezoldiging en ontslagvergoeding van interim-bestuurders.