Ingediend | 2 februari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 2 maart 2017 (na 28 dagen) |
Indiener | Keklik Yücel (PvdA) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z01561.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1330.html |
Ja.
Deze trend dat jonge vrouwen al vóór de komst van kinderen minder fulltime werken dan jonge mannen is eerder geconstateerd door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in de Emancipatiemonitor (2014, 2016) uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Dit was mede de aanleiding voor de Minister van OCW om samen met het SCP een Europees project te starten naar de economische zelfstandigheid bij jong volwassenen bij hun overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt. Economische zelfstandigheid is een belangrijke doelstelling van het emancipatiebeleid. Het is daarom belangrijk om te weten hoe en waarom deze aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verschillend verloopt voor vrouwen en mannen en welke aanknopingspunten er zijn voor beleid om dit te veranderen.
Het bericht dat u aanhaalt, heeft betrekking op de eerste resultaten van dit project: een gedetailleerde kwantitatieve beschrijving van de situatie en een vergelijking met andere Europese landen. Deze zullen binnenkort worden besproken op een Europese expertmeeting van onderzoekers en beleidsmakers. In de tweede fase van het project ligt de nadruk op het verklaren van de geconstateerde verschillen via kwalitatief onderzoek (onder meer focusgroepen met jongeren en werkgevers en een tweede Europese expertmeeting).
Dat vind ik zorgelijk. De perceptie van het loopbaanperspectief van jonge vrouwen en -mannen is een van de onderwerpen die zeker aan bod zullen komen in het tweede deel van het onderzoek, waarbij het SCP op zoek zal gaan naar mogelijke verklaringen voor dit verschil in economische zelfstandigheid.
Dit kabinet heeft de economische zelfstandigheid van vrouwen weer hoog op de agenda gezet, zowel via beleid gericht op werkgevers (verlofregelingen, campagne ter bestrijding van arbeidsmarktdiscriminatie, gelijk loon, charter talent naar de top) als op vrouwen zelf. Op het gebied van de belastingwetgeving wijs ik op de inkomensafhankelijke combinatiekorting, die 300 miljoen is verhoogd (2016).
Als Minister voor Emancipatie bevorder ik de economische zelfstandigheid voor een groot deel door het (mede)financieren van projecten op lokaal en regionaal niveau. Voor economische zelfstandigheid is het van belang dat vrouwen zich bewust worden van de waarde hiervan, dat zij toegerust worden om stappen richting arbeidsmarkt te zetten, dat er daadwerkelijke kansen voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt zijn, en dat zij (voldoende uren) kunnen blijven werken als zij kinderen krijgen en/of mantelzorg verlenen.
De afgelopen jaren zijn in dit kader succesvolle projecten en methodieken gefinancierd zoals Eigen Kracht (gericht op vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt), Kracht on Tour (gericht op bewustwording en op het sluiten van deals met lokale organisaties en bedrijven), EVA (gericht op het aanleren van basisvaardigheden zoals lezen en schrijven), How 2 Spend It (gericht op het vergroten van het financiële bewustzijn en financiële vaardigheden van vrouwen) en Single SuperMom (gericht op het activeren van alleenstaande moeders, onder meer door het vormen van een onderling netwerk).
Eind 2016 liep de financiering van een aantal van deze projecten af. Voor het jaar 2017 konden de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s cofinanciering aanvragen voor projecten gericht op het vergroten van de economische zelfstandigheid van vrouwen. Op die manier kunnen ze hun aanpak beter aansluiten bij de lokale situatie. 25 van de centrumgemeenten nemen aan deze regeling deel.
Het Europese project, waaronder het voornoemde onderzoek, is gestart om concrete handvatten te ontwikkelen voor beleidsinterventies specifiek gericht op het vergroten van economische zelfstandigheid van zowel jonge mannen als vrouwen.
Ja.
Economische zelfstandigheid is van groot belang omdat het vrouwen minder afhankelijk maakt van een partner of van een uitkering. Het is een van de speerpunten in het emancipatiebeleid van dit kabinet.
In de recente kabinetsbrief over arbeid en zorg2, en in mijn brief van 20 januari jl. over het emancipatiebeleid3, staat hoe wij de economische zelfstandigheid van vrouwen verder bevorderen en de combinatie van werk met (mantel) zorgtaken ondersteunen.