Kamervraag 2017Z01438

Alternatieve Sjöterie Sint Christina Stank Stief Sjaelberg

Ingediend 1 februari 2017
Beantwoord 20 februari 2017 (na 19 dagen)
Indiener Martijn van Helvert (CDA)
Beantwoord door Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z01438.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1239.html
  • Vraag 1
    Heeft uw kennisgenomen van het schrijven van de Dienst Justis aan de Alternatieve Sjöterie onder kenmerk OWM2517 in december 2016 en januari 2017?

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u de situatie dat de Dienst Justis op 27 december 2016 belt naar de Alternatieve Sjöterie dat de ontheffing ex artikel 4 van de Wet wapens en munitie wordt verleend, en dat twee dagen later een officiële brief naar de Sjöterie wordt gestuurd door dezelfde Dienst Justis die aangeeft dat de ontheffing niet wordt verleend en dat hen zelfs een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar boven het hoofd hangt?

    Het is gebruikelijk om bij de beoordeling van een aanvraag na te gaan op welk adres het kanon, waarvoor ontheffing wordt gevraagd, normaliter voorhanden wordt gehouden. Daarover is derhalve telefonisch contact geweest. In dit gesprek is gesproken over een voornemen maar geen definitieve toezegging gedaan. Een ontheffing wordt niet telefonisch verleend.
    Bij de nadere beoordeling van de aanvraag is vervolgens duidelijk geworden dat het hier een zelfgebouwd kanon betreft, terwijl voor het vervaardigen daarvan geen vergunning (erkenning) was afgegeven. Dat is in strijd met de Wet wapens en munitie. Om die reden is de ontheffing geweigerd. In de brief van Dienst Justis is uitsluitend, onder verwijzing naar de desbetreffende wetsartikelen, aan aanvrager kenbaar gemaakt dat het zonder erkenning vervaardigen van een kanon een strafbare handeling is, welke in beginsel kan worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of een geldboete van de vierde categorie. Nergens is gesteld dat de aanvrager voornoemde straf boven het hoofd hangt.

  • Vraag 3
    Welke waardering geeft u aan de volgende passage in het schrijven van de Dienst Justis van 23 januari 2017 «Hoewel ik betreur dat bij u, als gevolg van een telefonische mededeling, het vermoeden is ontstaan dat de door u gevraagde ontheffing zou gaan worden verleend, heeft u hieraan niet het gerechtvaardigd vertrouwen mogen ontlenen dat dit ook daadwerkelijk zou gaan gebeuren.»?

    Die onderschrijf ik volledig.

  • Vraag 4
    Deelt u de stelling van de Dienst Justis, dat als een ambtenaar van uw ministerie belt met een mededeling, de burger niet het idee mag hebben dat het waar is wat deze medewerker aan de telefoon zegt?

    De persoon die met het ministerie belt moet er voetstoots vanuit kunnen gaan dat hetgeen hem verteld wordt op waarheid berust.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u dat de Dienst Justis de correct ingediende aanvraag in de behandeling op incorrecte wijze opneemt (zo werd de naam van de Sjöterie telkens verkeerd gespeld, werd het aantal wapens waarvoor de ontheffing werd gevraagd verhoogd; de aanvraag voor de ontheffing was op het wapen maar de Dienst Justis behandelde het al ware het aangevraagd op het afvuren)?

    Abusievelijk is in de correspondentie het woord «Stief» achterwege gelaten, waardoor gesproken werd over «Alternatieve Sjöterie Sint Christina Stank Sjaelberg» in plaats van «Alternatieve Sjöterie Sint Christina Stank Stief Sjaelberg». Daarnaast is in de brief gesproken over drie kanonnen in plaats van één kanon, dit betrof een verschrijving.
    Dienst Justis heeft uit de ingediende aanvraag opgemaakt dat een ontheffing is gevraagd met als doel het geven van saluutschoten bij maatschappelijke evenementen en derhalve geconcludeerd dat het ook de bedoeling is van aanvragers het kanon af te vuren.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat een dergelijke slordige behandeling niet bijdraagt aan een stevig beeld van een betrouwbare overheid, zeker als het om de Wet wapens en munitie gaat?

    Ik erken dat de gang van zaken ongelukkig is.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het uitdragen van de Limburgse cultuur en historie bijdraagt aan de kwaliteit van leven in deze provincie van Nederland?

    Ik realiseer me terdege hoe trots veel Limburgers zijn op hun specifieke cultuur.

  • Vraag 8
    In hoeverre weegt de mening van de burgemeester Hessels van Echt-Susteren en de medewerkers van de korpschef politie, die wél weten waar de Alternatieve Sjöterie het over heeft in hun aanvraag, dat deze Alternatieve Sjöterie met hun kanon zeer gewetensvol omgaan en daarmee sterk bijdragen aan maatschappelijke en culturele doelstellingen in de gemeente en dat daarom de ontheffing verleend zou moeten worden?

    Justis heeft een zelfstandige bevoegdheid inzake de afhandeling van ontheffingsverzoeken. Leidend bij de beoordeling van die verzoeken is de regelgeving op het terrein van wapens en munitie. De mening van een burgemeester en korpschef worden meegenomen in de beoordeling van een verzoek, maar daaraan komt, gezien de regelgeving, niet altijd doorslaggevende betekenis toe.

  • Vraag 9
    Bent u bereid om de beslissing op de aanvraag van de Alternatieve Sjöterie te laten herzien, omdat de belangrijke Wet wapens en munitie niet gemaakt is om degelijke cultuur-historisch evenementen te dwarsbomen?

    Doel van de Wet wapens en munitie is het tegengaan van illegaal wapenbezit en beheersing van het legale wapenbezit. Daarmee is de veiligheid in de samenleving gediend. De beslissingen op verzoeken om ontheffing worden in dat kader genomen. De weg van bezwaar tegen de genomen beslissing staat nog open. Ik kan niet vooruit lopen op een eventuele beslissing op bezwaar.

  • Vraag 10
    Bent u bereid om de Alternatieve Sjöterie op het Ministerie van Veiligheid en Justitie te ontvangen om de werking van het kanon zelf te aanschouwen en te beluisteren?

    In het licht van de hiervoor gegeven antwoorden zie ik daartoe geen aanleiding.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z01438
Volledige titel: Alternatieve Sjöterie Sint Christina Stank Stief Sjaelberg
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-1239
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Helvert over Alternatieve Sjöterie Sint Christina Stank Stief Sjaelberg