Ingediend | 26 januari 2017 |
---|---|
Beantwoord | 2 februari 2017 (na 7 dagen) |
Indiener | Michiel Servaes (PvdA) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z01170.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1118.html |
Ja.
Het kabinet maakt zich ernstige zorgen over de voortdurende uitbreiding van Israëlische nederzettingen in bezet gebied. Nederzettingen zijn strijdig met internationaal recht en vormen een groot obstakel voor het bereiken van een twee-statenoplossing. Deze positie is onlangs herbevestigd in Veiligheidsraadresolutie 2334 van 23 december jl. en tijdens de conferentie over het Midden-Oosten vredesproces in Parijs op 15 januari jl.
Het kabinet neemt afstand van de uitspraken van de locoburgemeester van Jeruzalem. Ongeacht het standpunt van de Amerikaanse regering is het kabinet van mening dat het Israëlische nederzettingenbeleid niet consistent is met het door premier Netanyahu eerder uitgesproken commitment ten aanzien van de twee-statenoplossing. Het kabinet en de EU spreken de Israëlische regering consequent en nadrukkelijk aan op de illegaliteit van nederzettingen en wijzen erop dat dit beleid het perspectief op een twee-statenoplossing ondermijnt. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft deze boodschap afgelopen week wederom afgegeven in een gesprek met de Israëlische viceminister Oren.
Zie antwoord vraag 2.
De vorige Amerikaanse president Obama en secretary of state Kerry hebben een duidelijke positie ingenomen ten aanzien van de uitbreiding van nederzettingen. Amerikaanse politieke druk en dialoog heeft er mede toe geleid dat verschillende plannen voor uitbreiding zijn bevroren.
Het kabinet heeft kennisgenomen van uitspraken die de Amerikaanse president voorafgaand aan zijn inauguratie over de verplaatsing van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem heeft gedaan. Het kabinet begrijpt dat er momenteel meerdere opties worden overwogen door de Amerikaanse regering. Het kabinet is van mening dat van een verplaatsing van de Amerikaanse ambassade een negatief politiek signaal ten aanzien van het vredesproces zou uitgaan en dat een dergelijke stap tot verdere spanningen zou kunnen leiden.
De EU heeft in een verklaring namens de Hoge Vertegenwoordiger benadrukt dat de recente uitbreidingen van nederzettingen het vooruitzicht op een levensvatbare twee-statenoplossing ernstig ondermijnen. De EU betreurt in de verklaring voorts het feit dat Israël doorgaat met het nederzettingenbeleid ondanks de voortdurende op alle niveaus geuite internationale zorgen en bezwaren.
Het kabinet blijft, zowel bilateraal als via de band van de EU, een actief beleid voeren ten behoeve van het behoud en de totstandkoming van de twee-statenoplossing. In de huidige context dringen Nederland en de EU bij partijen aan op positieve stappen ter behoud van de twee-statenoplossing en ter vergroting van wederzijds vertrouwen. Tegelijk spreken Nederland en de EU partijen aan op stappen die hier haaks op staan, zoals de recente aankondigingen van uitbreiding van nederzettingen. Ook tijdens het lidmaatschap van de Veiligheidsraad zal Nederland zich actief inzetten conform het geldende kabinetsbeleid ten aanzien van het Midden-Oosten vredesproces.
Zie antwoord vraag 6.
Het kabinet wil niet vooruitlopen op mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 6 februari a.s. zal een bespreking plaatsvinden van de EU-inzet ten aanzien van het Midden-Oosten vredesproces voor de komende tijd. Het kabinet zal hierbij het belang benadrukken van eensgezind optreden door de EU, waarbij alle mogelijke beleidsopties ten bate van het behoud van de twee-statenoplossing tegen het licht worden gehouden (zie ook de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken die op 27 januari 2017 naar uw Kamer werd gestuurd)(Kamerstuk 21 501-02, nr. 1715). Voor de inzet van het kabinet wordt voorts verwezen naar het antwoord op vragen 6 en 7.
Het kabinetsstandpunt ten aanzien van erkenning is niet gewijzigd. Het kabinet wil erkenning inzetten op een strategisch moment als het effectief, reëel en opportuun is in het vredesproces. Het kabinet wil dat doen op een moment waarbij het een bijdrage levert aan het vredesproces. Daarvan is op dit moment geen sprake. Erkenning van een Palestijnse staat is een krachtig instrument dat maar één keer kan worden ingezet. Het betreft een nationaal besluit. Het kabinet zal zijn eigen afweging maken over erkenning. Daarbij zal Nederland meewegen wat andere Europese landen doen en afstemming met EU-partners zoeken.