Kamervraag 2017Z00039

Het bericht ’11.000 handtekeningen tegen Wildlife Crime’

Ingediend 3 januari 2017
Beantwoord 1 maart 2017 (na 57 dagen)
Indieners Eric Smaling , Henk van Gerven
Beantwoord door Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z00039.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1326.html
1. http://vroegevogels.vara.nl/nieuws/ruim-11–000-handtekeningen-tegen-w…
2. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2082
3. Van Uhm, D.P. (2016) The Illegal Wildlife Trade: Inside the World of Poachers, Smugglers and Traders (Studies of Organized Crime). New York: Springer.
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het onderwerp «wildlife crime» in de uitzending van Vroege Vogels op 25 december 2016?1 Deelt u de zorgen van de indieners van de petitie «Stop Wildlife Crime in Nederland!», op dat moment ondersteund door ruim 11.000 ondertekenaars? Zo ja, kunt u dat preciseren?

    Ja, ik heb kennisgenomen van de uitzending van Vroege Vogels. Ik deel de mening dat geen enkele vorm van wildlife crime thuishoort in onze maatschappij. Ik kan de zorgen omtrent de omvang echter niet bevestigen omdat de omvang van wildlife crime in Nederland niet systematisch wordt onderzocht.

  • Vraag 2
    Wat zijn volgens u de voornaamste oorzaken van de toename van wildlife crime in Nederland?

    Op basis van de mij ter beschikking staande gegevens kan ik niet concluderen dat de natuurcriminaliteit in Nederland ernstige vormen aanneemt. Daarvoor ontbreken mij gegevens over de omvang en trends in natuurcriminaliteit. Ik ben er mij van bewust dat er niettemin met enige regelmaat ernstige delicten – zoals wildvang en stroperij – in de Nederlandse natuur aan het licht komen. Ik vind het een goede ontwikkeling dat er inmiddels een meldpunt voor natuurcriminaliteit is ingericht. Daarop zijn het afgelopen jaar landelijk 72 meldingen door burgers gedaan (zie www.wildlifecrime.eu).

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven wat de huidige omvang is van wildlife crime in Nederland, en daarbij specifiek aangeven welke dieren in welke aantallen jaarlijks illegaal omgebracht worden in Nederland (dassen, roofvogels, et cetera) of worden weggehaald uit de natuur in Nederland om te worden verhandeld?

    Ik beschik niet over cijfers over welke dieren in welke aantallen jaarlijks illegaal worden omgebracht in Nederland of uit de natuur worden weggehaald.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven wat de huidige omvang is van de illegale dierenhandel vanuit het buitenland (dierproducten van beschermde diersoorten, levende dieren, handel in (zang)vogels, et cetera)?

    Ik beschik niet over cijfers over welke dieren in welke aantallen jaarlijks illegaal worden verhandeld vanuit het buitenland.

  • Vraag 5
    Als vragen 3 en 4 op kennislacunes stuiten, bent u dan bereid gedegen onderzoek te (laten) doen naar de omvang van wildlife crime in Nederland?

    Gegeven de illegaliteit van de activiteiten zijn er geen goede cijfers voorhanden. Een onderzoek naar de omvang van wildlife crime zal ook niet makkelijk harde cijfers opleveren. Het is altijd zeer complex om zicht te krijgen op illegale circuits, ook als het gaat om natuurdelicten. De handhaving van de natuurregelgeving in het landelijk gebied is op dit moment efficiënt ingericht, onder meer via intensieve uitwisseling van kennis en expertise binnen het handhavingsnetwerk.

  • Vraag 6
    Hoe sterk is toezicht en handhaving in natuurgebieden teruggelopen sinds het aantreden van het kabinet-Rutte I, in termen van areaal, aantal toezichthouders en taken per toezichthouder? Welk niveau van toezicht en handhaving is wenselijk en gaat u dat weer op peil brengen? Zo nee, welke aanpak staat u dan voor?

    Ik verwijs naar mijn antwoorden op de vragen van het lid Van Gerven van 30 maart 2016 (Handelingen 2015–2016, aanhangselnr. 2082, ingezonden op 11 februari 2016), waarin ik inga op de aantallen handhavers bij de verschillende overheidsinstanties nu en in het verleden.

  • Vraag 7
    Hoe verhouden de in Vroege Vogels gemelde problemen, die verder reiken dan alleen de neergeschoten zeearend, zich tot uw uitgebreide antwoorden op eerdere Kamervragen waarin u aangeeft dat de overheid «zeer actief is» als het gaat om wildlife crime?2

    Natuurgebieden hebben meestal terreinbeherende organisaties als eigenaar die intensief toezicht houden en waar nodig in samenwerking met opsporingsinstanties tot handhaving overgaan.
    Toezicht en handhaving in natuurgebieden liggen op een adequaat peil. De berichtgeving in Vroege Vogels vormt voor mij geen aanleiding om mijn eerdere antwoorden op de door u genoemde vragen te herzien.

  • Vraag 8
    In de beantwoording van deze eerdere vragen geeft u aan dat Nederland een belangrijke rol speelt bij de illegale wilde dierenhandel. Welke rol spelen Schiphol en de haven van Rotterdam hierin? Welke verbeteringen heeft u om de handhaving en de pakkans te vergroten?

    In mijn antwoorden op vragen van 29 maart 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr.2083) en mijn antwoord van 30 maart 2016 (Handelingen 2015–2016, aanhangselnr. 2082, ingezonden op 11 februari 2016) ga ik in op de rol die Schiphol en de haven van Rotterdam spelen, alsmede controles op illegale activiteiten.
    Voorts verwijs ik u naar mijn eerdere brief van 30 maart jl. (Handelingen 2015–2016, aanhangselnr. 2082, ingezonden op 11 februari 2016) waarin ik u heb meegedeeld dat de inzet van Nederland naar mijn oordeel goed op orde is op dit terrein.

  • Vraag 9
    Kent u de recent verschenen publicatie «The Illegal Wildlife Trade: Inside the World of Poachers, Smugglers and Traders»3, waarin wordt verwezen naar de rol van Nederland als doorvoerland? Waarom wordt er minimaal ingezet op doorvoercontroles in Nederland?

    Ja, die publicatie ken ik.
    Het uitvoeren van controle en toezicht door de douane berust op een aanpak van risicobeheersing. Dit betekent dat er keuzes worden gemaakt, waarbij enerzijds wordt afgewogen hoe groot de risico’s zijn en hoe groot de kans is dat de douane bij controle daadwerkelijk verboden goederen aantreft, maar anderzijds ook wat de controles betekenen voor het bona fide bedrijfsleven.

  • Vraag 10
    Acht u het problematisch dat een onderwerp als dit, waar georganiseerde misdaad in toenemende mate bij betrokken is, bij meerdere departementen is belegd (biodiversiteit en natuur, toezicht en handhaving, opsporing, douane)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is dat te verbeteren?

    De samenwerking tussen handhavende instanties verloopt goed. In het kader van de gezamenlijke interventiestrategie CITES vindt overleg plaats over prioriteiten, afstemming en samenwerking. Daarnaast is er intensieve samenwerking op Europees en mondiaal niveau met andere opsporingsdiensten. De operatie Cobra was daar een goed voorbeeld van. Ik verwijs u daarbij tevens naar mijn eerdere brieven aan uw Kamer over dit onderwerp, zoals genoemd in het antwoord bij vraag 8.

  • Vraag 11
    Bent u bereid, wanneer de onderzoeksresultaten hiertoe aanleiding geven, een plan te lanceren gericht op aanpak en preventie van wildlife crime, met aandacht voor training in herkenning en opsporing, monitoring, handhaving en (landelijke) voorlichting?

    Zie antwoord vraag 10.

  • Vraag 12
    Is het mogelijk in een dergelijk actieprogramma trainingen aan te bieden in herkenning en opsporing van wildlife crime binnen de bestaande opleidingen van groene Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA's), boswachters, milieupolitie, et cetera?

    Er is in de diverse bestaande opleidingen aandacht voor de herkenning van wildlife crime.

  • Vraag 13
    In de Rijksnatuurvisie 2014 «Natuurlijk verder» staat de energieke samenleving centraal. Bent u bereid deze energieke samenleving, onder andere de vele vrijwilligers die actief zijn bij natuurorganisaties, actief te betrekken bij het herkennen en opsporen van wildlife crime in Nederland ter ondersteuning van de bestaande groene BOA's? Wat gaat u doen om dit mogelijk te maken?

    Opsporingsdiensten hebben goed contact met NGO’s en terreinbeherende instanties en met de vrijwilligersnetwerken die bij deze organisaties betrokken zijn. Signalen worden opgepakt en meegenomen in opsporing.

  • Vraag 14
    Is het een optie per provincie een verantwoordelijke aan te wijzen die de taak krijgt om wildlife crime terug te dringen door middel van een intensieve samenwerking met handhavende organisaties?

    Er is goed contact met de provincies. Hoe zij wildlife crime bestrijden in samenwerking met handhavende instanties is een verantwoordelijkheid van de provincies.

  • Mededeling - 24 januari 2017

    De vragen van de leden Smaling en Van Gerven (beiden SP) over het bericht «11.000 handtekeningen tegen Wildlife Crime» (ingezonden 3 januari 2017, kenmerk 2017Z00039), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden. De reden van uitstel is dat het verzamelen informatie meer tijd kost. Ik zal u de beantwoording zo spoedig mogelijk doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z00039
Volledige titel: Het bericht ’11.000 handtekeningen tegen Wildlife Crime’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-1326
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Smaling en Van Gerven over het bericht ’11.000 handtekeningen tegen Wildlife Crime’