Ingediend | 21 december 2016 |
---|---|
Beantwoord | 27 januari 2017 (na 37 dagen) |
Indiener | Vera Bergkamp (D66) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z24584.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1053.html |
Ja, ik ben hiermee bekend.
De Jeugdwet faciliteert de mogelijkheid dat kinderen vanaf hun 18de tot uiterlijk hun 23ste jaar nog in hun pleeggezin kunnen blijven. Het is aan gemeenten om in overleg met pleegouders, pleegkinderen, de pleegzorgaanbieder en eventueel de gezinsvoogd tot een beoordeling te komen wat nodig en wenselijk is voor de 18-jarige. Om dat extra te stimuleren, vinden diverse acties plaats in samenwerking met de VNG, Jeugdzorg Nederland, de vereniging voor pleeggezinnen (NVP) en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). In het toegezegde Actieplan Pleegzorg zal ik hier uitvoerig op ingaan. Dit actieplan kunt u dit eerste kwartaal tegemoet zien.
De VNG heeft op mijn verzoek eind augustus 2016 gemeenten met een factsheet gewezen op de mogelijkheid van verlenging van jeugdhulp en dus ook van pleegzorg vanaf het 18de jaar (tot het 23ste jaar). De Jeugdwet is hier duidelijk over in artikel 1.1. Gemeenten kunnen besluiten jeugdhulp te bieden na het 18de jaar, maar er kan ook besloten worden tot een vorm van ondersteuning vanuit de Wmo 2015 (bijvoorbeeld begeleid kamerwonen), afhankelijk van behoeften en zelfstandigheid en voorkeur van de jongere (die immers 18 is). Advies aan gemeenten is dan ook om al in een vroeg stadium met jongeren te kijken wat ze nodig hebben als ze 18 jaar worden. Dit bericht is door de VNG herhaald in december 2016.
In de maanden januari en februari van dit jaar worden drie bovenregionale bijeenkomsten voor gemeenten georganiseerd door het NJi samen met VNG, Jeugdzorg Nederland en de NVP over pleegzorg. Centraal in deze bijeenkomsten staat hoe een optimaal continuüm van jeugdhulp in gezinsvormen er uit ziet, inclusief de eventuele aansluiting op ambulante hulp en residentiële hulp. Aandacht in dit continuüm is uiteraard ook de hulp en begeleiding vanaf het 18de jaar. Dit moet leiden tot praktische handvatten voor gemeenten. Bestaande kennis en voorbeelden van innovatie en vernieuwing worden zoveel mogelijk benut.
Een gemeentelijke werkgroep heeft in opdracht van de VNG (vanaf oktober 2015) en met steun van het NJi en VWS knelpunten en oplossingen geïnventariseerd waar jongeren die 18 worden tegenaan lopen. Hieruit is eind juni 2016 de handreiking «18- 18+ van jeugd naar volwassenheid» gekomen en er zijn een aantal learn & share bijeenkomsten georganiseerd.
De overgang naar volwassenheid kan op veel vlakken problemen opleveren voor jongeren (onderwijs, zorg, huisvesting, veiligheid, financiën). Ik vind het belangrijk dat jongeren op al deze vlakken de juiste ondersteuning krijgen om deze overgang goed te laten verlopen. Om integrale oplossingen voor deze problematiek te vinden is daarom in het najaar van 2016 in overleg met de VNG, leden van de gemeentelijke werkgroep, VWS en het NJi een landelijke werkagenda opgezet met als doel om de kwaliteit van de aansluiting van beleid en praktijk voor kwetsbare groepen jongeren in de overgang van jeugd naar volwassenheid te stimuleren op alle domeinen. De agenda bestaat uit drie sporen: communicatie, een ontwikkelagenda voor de praktijk en een landelijk spoor. Meer hierover in de Kamerbrief die gelijktijdig aan u wordt gezonden over het onderwerp 18- 18+.
De verantwoordelijkheid om jeugdhulp op het 18de jaar wel of niet te stoppen valt onder de zorgplicht van gemeenten: de jeugdhulpplicht. De gemeente is verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van de verschillende vormen van jeugdhulp en van gecertificeerde instellingen. Zij zorgt ervoor dat ieder kind dat een vorm van jeugdhulp nodig heeft, deze ook daadwerkelijk krijgt. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 aangeef, is het mogelijk dat pleegzorg na het bereiken van de 18-jarige leeftijd doorloopt. Net als mevrouw Bergkamp ben ik daarbij van mening dat pleegzorg niet zonder gesprek mag worden stopgezet en dat het gesprek zo vroeg mogelijk moet worden gevoerd, zodat er voldoende tijd is om te bepalen wat voor de jeugdige het beste is. In antwoord 2 heb ik tevens aangegeven hoe ik samen met de VNG en andere betrokken organisaties goede zorg aan kwetsbare jongeren op weg naar zelfstandigheid stimuleer.
Ja. Zie mijn antwoorden op de vragen 2 en 3.
Ik ben het met u eens dat jeugdhulpinstellingen kwetsbare jongeren goed moeten voorbereiden op hun 18de jaar en alles wat daarbij komt kijken. Er zijn goede voorbeelden van methodieken waarmee jeugdhulporganisaties dit met jongeren aan de orde hebben, zoals Stichting Jeugdformaat in Haaglanden die met alle jongeren van 16 jaar een toekomstplan maakt en een 16+ coach beschikbaar stelt. De William Schrikker Groep heeft samen met de Eigen Kracht Centrale «Krachtplan 18+» ontwikkeld voor licht verstandelijke beperkte jongeren die 18 worden.
Binnen de landelijke werkagenda 18-/18+ zijn de betrokken partijen bezig met het aanleveren van bouwstenen voor een gedegen toekomstplan voor jongeren. Dit toekomstplan biedt professionals handvatten om in samenwerking met de jongere en andere betrokken partijen de juiste en passende ondersteuning te bieden en benoemt alle knelpunten die er op alle leefdomeinen kunnen spelen (wonen, school, werk, relaties etc.). In een volgend bestuurlijk overleg met de VNG en jeugdhulpbranches zal ik het gebruik van een toekomstplan aan de orde brengen. In de brief die gelijktijdig aan u wordt gezonden over het onderwerp 18- 18+ ga ik hier dieper op in.
Middels de landelijke werkagenda ondersteun ik gemeenten bij de overgang tussen de Jeugdwet en de Wmo 2015. De landelijk werkagenda richt zich deels op het uitbreiden van kennis bij gemeenten over de bestaande mogelijkheden (delen en ontwikkelen van best practices, communicatie). Een ander deel van de werkagenda heeft betrekking op het wegnemen van knelpunten voor gemeenten. De departementen VWS, BZK, OCW, SZW en VenJ zijn in gesprek met gemeenten om knelpunten die gemeenten niet zelf op kunnen lossen in kaart te brengen. Deze partijen zullen gezamenlijk aan de slag gaan om deze punten op te lossen.
Bij de overgang naar meerjarigheid is het aan gemeenten om die goede aansluiting te realiseren. Zij zijn immers voor de uitvoering van beide wetten verantwoordelijk. Het ligt voor de hand om de in de opdrachtverlening aan zorgaanbieders hierover afspraken te maken. Ik heb samen met de VNG gemeenten opgeroepen om met ingang van 1 januari 2017 te organiseren dat burgers bij een aanspreekpunt terecht kunnen als hun individuele complexe situatie (dreigt) vast te lopen en kinderen hiervan onnodige schade ondervinden. Dit aanspreekpunt moet voldoende doorzettingsmacht hebben binnen de gemeente en waar nodig richting zorgaanbieders en andere organisaties (bijvoorbeeld onderwijs) om een zaak op te kunnen lossen. Er zijn hierover goede voorbeelden, zoals de gemeente Leiden, waar een doorbraakambtenaar actief is die de bevoegdheid en doorzettingsmacht heeft om over domeinen en sectoren heen te stappen. Ook de gemeenten Hillegom, Lisse en Teylingen hebben een ontschotter sociaal domein. Er is een platform casuïstiek ingericht waar complexe, vastgelopen problematiek wordt gemeld, opgepakt en opgelost. In eerste instantie bedoeld voor professionals, maar ook cliënten kunnen zich melden. De ontschotter werkt met doorzettingsmacht en budget. Hij rapporteert zijn bevindingen aan een zogenaamde transformatietafel waar bestuurders en directeuren aanschuiven. Deze aanjaagfunctie is nadrukkelijk tijdelijk van aard, om zo een beweging te maken binnen cultuur, systemen en wet- en regelgeving.
Ja, het actieplan zal ingaan op het thema van kwetsbare pleegkinderen die 18 jaar worden. Ik ben hierover reeds in gesprek met onder andere Jeugdzorg Nederland en VNG.
Het klopt dat de financiële verantwoordelijkheid vanaf het 18de jaar van het pleegkind bij een andere gemeente kan komen te liggen. Dat hoeft geen probleem te zijn bij het organiseren van verlengde pleegzorg (bij dezelfde pleegouders). Het betekent dat de nieuw verantwoordelijke gemeente een besluit moet nemen over het wel of niet verlengen van pleegzorg. Het is van belang dat hier tijdig op wordt geanticipeerd. Dit punt wordt onderdeel van het toegezegde actieplan.
De vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over het bericht dat pleegkinderen na hun 18e verjaardag vaak in de knel komen (2016Z24584) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.