Ingediend | 15 december 2016 |
---|---|
Beantwoord | 27 januari 2017 (na 43 dagen) |
Indiener | Helma Lodders (VVD) |
Beantwoord door | Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z24023.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1063.html |
Ja.
Stalkeuring is een vorm van exportcertificering, waarbij de dieren in de 24 uur voorafgaand aan het transport door een NVWA-dierenarts worden gekeurd op export- en transportwaardigheid. Voor stalkeuring komen alleen houders van dieren in aanmerking waarvan de dieren individueel gemerkt zijn met een merk dat gescand kan worden. Dit zijn voorwaarden om te garanderen dat de door de NVWA-dierenarts goedgekeurde dieren ook de dieren zijn die daadwerkelijk op export gaan. Individueel merken is nodig omdat het moment van keuring in de stal en het moment van opladen voor het transport van elkaar verschillen. De NVWA is bij stalkeuring aanwezig om de dieren te beoordelen bij het inladen.
Dit in tegenstelling tot de stalkeuring, waarbij de NVWA de dieren in de 24 uur voorafgaand aan het transport keurt.
Diercategorieën, waarbij er risico bestaat dat dieren tussen het moment van de stalkeuring en de daadwerkelijke export niet transportwaardig worden, komen vooralsnog niet in aanmerking voor stalkeuring. Het gaat om slachtkoeien, slachtzeugen en slachtbiggen.
Ook jonge nuchtere kalveren (< 2 maanden) worden bij het opladen aan de klep van de vrachtwagen gekeurd vanwege de risico’s ten aanzien van dierenwelzijn, zoals mogelijkheden om te drenken.
Varkenshouders kunnen in principe voor stalkeuring in aanmerking komen. Het overgrote deel van de varkens is tot op heden niet individueel gemerkt. Voor biggen (met uitzondering van slachtbiggen), fokvarkens of slachtvarkens die wel individueel gemerkt zijn, kan stalkeuring worden aangevraagd.
Zie antwoord vraag 2.
Ik ben met de varkenssector, de COV en Vee&Logistiek Nederland in overleg of het mogelijk is om individuele identificatie bij varkens generiek in te voeren. Ik wil niet op de uitkomsten van dit overleg vooruitlopen.
Zie antwoord vraag 4.
Stalkeuring blijft mogelijk voor de gehele varkenshouderij, indien de individuele identificatie van de te transporteren dieren goed geborgd is, zodat de NVWA in staat is toezicht te houden en te handhaven. In het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij geeft de sector aan toe te werken naar individuele merken en registratie van varkens.
Rondom de invoering van de stalkeuring spelen de onderwerpen dierenwelzijn, administratieve lasten en diergezondheid een belangrijke rol. In februari 2014 heeft mijn voorganger de stalkeuring voor varkens die was verleend aan het Quality Logistics Livestock (QLL) systeem ingetrokken. Aan de sector is de mogelijkheid geboden om te komen met een systeem dat voldoende garanties geeft dat de goedgekeurde dieren ook de dieren zijn die daadwerkelijk op export gaan. Tot op heden is er geen sprake van een systeem dat deze garanties biedt.
Zo is individuele identificatie nog maar beperkt ingevoerd en de geboden alternatieven geven onvoldoende zekerheid. Zodra er in een sector, of een deel van een sector, een sluitend systeem van individuele identificatie is, kan men weer gebruik gaan maken van stalkeuring.
Dat is een aanpak die ertoe moet leiden dat zoveel mogelijk sectoren en diercategorieën uiteindelijk gebruik kunnen maken van een systeem met stalkeuring.
Varkenshouders die gebruik maken van individuele (elektronische) identificatie, die voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden, kunnen voor export van biggen (met uitzondering van slachtbiggen), fokvarkens en slachtvarkens gebruik maken van stalkeuring.
Op 15 december jl. heeft het lid Lodders (VVD) Kamervragen gesteld over de stalkeuring (kenmerk 2016Z24023). Vanwege voor de beantwoording benodigde afstemming met externe partijen kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.