Ingediend | 5 december 2016 |
---|---|
Beantwoord | 25 januari 2017 (na 51 dagen) |
Indiener | Loes Ypma (PvdA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z23042.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1039.html |
Uit de monitor Jeugd en Media van Kennisnet blijkt dat meer dan 80 procent van de jongeren tussen de 10 en 18 jaar hun mobiele telefoon dagelijks gebruiken: de helft van de kinderen geeft aan media weleens privé te gebruiken in de les.1 Ik acht het van belang dat op school goede afspraken worden gemaakt met leerlingen over het gebruik van smartphones in het klaslokaal.
Ja.
Ja, die mening deel ik. Het is van belang dat in het klaslokaal een omgeving wordt gecreëerd die het leren zoveel mogelijk bevordert. Soms kunnen smartphones en tablets hier juist bij helpen, zoals met educatieve toepassingen, die we steeds vaker in het primair en voortgezet onderwijs zien. Op andere momenten is het echter beter dat kinderen niet worden gestoord door pushberichten, appjes en snaps. Daarom is het wat mij betreft wenselijk dat scholen en ouders duidelijke afspraken met kinderen maken over het bezit en gebruik van smartphones.
Incidenteel hoor ik van scholen dat het een uitdaging kan zijn om goede afspraken te maken met leerlingen over het gebruik van hun smartphone. Andere scholen hebben die goede afspraken inmiddels weten te maken. Er is geen specifiek onderzoek verricht naar aantallen scholen hieromtrent.
Ja, hiermee ben ik bekend. Wanneer het hier gaat om zogeheten «mobile device management», wordt dit in de regel alleen gebruikt op apparaten die door de school aan leerlingen worden verstrekt en onder beheer van de school staan. Het is mij niet bekend hoeveel scholen dergelijke applicaties gebruiken. Apparaten of applicaties die in algemene zin het telefoon-, data- of GPS-signaal blokkeren binnen een bepaalde omgeving kunnen overigens op gespannen voet staan met de wet, omdat ze voor onveilige situaties kunnen zorgen, bijvoorbeeld in geval van nood.3
Ja, hiermee ben ik bekend. Sommige scholen maken bijvoorbeeld gebruik van de Telefoon-Tas, een soort kapstok waarin de telefoons van de leerlingen kunnen worden opgeborgen op het moment dat ze niet worden gebruikt voor educatieve doeleinden. Andere scholen zorgen er simpelweg voor dat de smartphone opgeborgen blijft wanneer hij niet ten behoeve van de les gebruikt wordt. Ook worden door appontwikkelaars en providers toepassingen ontworpen die een eventuele overmatige «prikkel» van bepaalde applicaties inperken, door bijvoorbeeld gedurende een bepaalde tijd de meldingen van een of meerdere applicaties te blokkeren.
Nee, over dit specifieke onderwerp ben ik niet in gesprek. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de scholen zelf.
In de bestuursakkoorden is aandacht besteed aan de didactische vaardigheden van docenten op het gebied van ict. Hiervoor zijn ook middelen vrijgemaakt. Ook bestaat er ondersteunend materiaal, bij bijvoorbeeld het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) en Kennisnet. Op deze wijze kunnen docenten indien nodig kennis en vaardigheden op dit gebied opdoen, of deze vergroten. Zie ook het antwoord op vraag 9.
Ik acht het verstandig gebruik van smartphones in en om het klaslokaal in de basis een verantwoordelijkheid van scholen en ouders. Niet alleen past dit in het mediawijs en digivaardig maken van het kind, ook zijn juist scholen en ouders het beste in staat om oplossingen te bedenken die het best passen bij de specifieke schoolsituatie. Ik moedig scholen aan om met ouders en leerlingen het gesprek aan te gaan over dit onderwerp, en hier met hen, zoals eerder genoemd, goede afspraken over te maken. Hierbij realiseer ik me overigens dat dit niet altijd even makkelijk is. Ik verneem echter, onder andere van de sectorraden en Kennisnet, dat de bewustwording over dit onderwerp bij scholen al aanzienlijk groter is dan een paar jaar geleden. Om scholen nader te informeren over de eventuele consequenties van overmatig smartphonegebruik heb ik het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek en Kennisnet gevraagd de relevante onderzoeksgegevens op dit gebied te ordenen en breder aan het onderwijsveld beschikbaar te maken, waar dit eventueel nog niet het geval was.