Ingediend | 10 november 2016 |
---|---|
Beantwoord | 29 november 2016 (na 19 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur koninklijk huis |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z20870.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-596.html |
Bij de voorbereiding van staatsbezoeken wordt vooraf altijd een afweging gemaakt ten aanzien van inzet van het regeringsvliegtuig, waarbij aspecten van kosten en doelmatigheid nadrukkelijk worden gewogen. Dat heeft er voor de staatsbezoeken aan Japan en Korea in 2014 en aan China in 2015 bijvoorbeeld toe geleid dat niet is gekozen voor inzet van het regeringstoestel. In dit geval is daar wel voor gekozen, om de volgende redenen.
Tijdens het staatsbezoek waren er veel verplaatsingen: van Perth naar Canberra, naar Sydney, naar Brisbane, naar Wellington, naar Christchurch, terug naar Wellington en naar Auckland. Het gebruik maken van binnenlandse lijnvluchten was daarbij geen optie, gezien het drukke programma en de vele verplaatsingen.
De optie van inhuur van een toestel ter plaatse is zorgvuldig bekeken. Die kosten bleken vergelijkbaar met die van de inzet van het regeringstoestel, waarna om redenen van doelmatigheid en uitstraling vervolgens is gekozen voor inzet van het regeringstoestel.
Het regeringstoestel leent zich gezien zijn relatief beperkte bereik niet voor de heen en terugreis (in verschillende etappes) van de delegatie voor het staatsbezoek naar Australië en Nieuw-Zeeland. Dat zou namelijk betekenen dat de delegatie rekening moet houden met circa 2,5 dag voor de heenreis en 2,5 dag voor de terugreis. Voor de heen- en terugreis maakt de delegatie daarom gebruik van lijnvluchten. Om die reden gaat het regeringstoestel vooruit met bagage.
De kosten voor heenreis naar Australië en terugreis uit Nieuw-Zeeland zijn geraamd op € 293.929,27. Het regeringsvliegtuig heeft daarbij zowel op de heen- als terugvlucht 750 kg aan bagage vervoerd. Gelet op de reistijd van het regeringsvliegtuig (ruim 2,5 dag) was het geen reële optie om Koning, Koningin en Ministers met delegatie ook met het regeringstoestel te laten reizen.
Het Australische aanbod is uiteraard betrokken bij de voorbereiding van het staatsbezoek. Aanvullende inhuur was noodzakelijk omdat het aangeboden toestel onvoldoende capaciteit had, zowel qua passagiers als bagage, en er was een intensief reisschema. Het vliegtuig bood geen plaats aan alle leden van de delegatie. Vanwege het programma en het grote aantal verplaatsingen was het bovendien niet haalbaar om dat deel van het gevolg en bagage dat niet met de Australische Boeing Business Jet vervoerd zou kunnen worden, met lijnvluchten te vervoeren. Bovendien volgde op het staatsbezoek aan Australië ook een staatsbezoek aan Nieuw-Zeeland, waar geen toestel was aangeboden. Het was in dit scenario noodzakelijk geweest om een extra vliegtuig in te huren. Daarmee werden de totale kosten vergelijkbaar met de inzet van het regeringstoestel in Australië én Nieuw-Zeeland.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Nee. Aangezien de openbare aanbesteding voor de opvolger van de KBX nog loopt is er geen vliegtuigtype bekend.
Zie antwoord vraag 2.