Ingediend | 8 november 2016 |
---|---|
Beantwoord | 29 november 2016 (na 21 dagen) |
Indiener | Henk Nijboer (PvdA) |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA) |
Onderwerpen | financieel toezicht financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z20668.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-608.html |
Ja.
ICS heeft een deel van haar klanten te veel krediet verstrekt. ICS geeft in het bericht zelf aan dat de praktijken in elk geval vijf jaar hebben geduurd. In 2014 heeft de AFM de eerste signalen ontvangen en op basis daarvan een eigen regulier onderzoek ingesteld. Het onderzoek van de AFM heeft betrekking op een aantal jaren die voorafgaan aan de eerste signalering. Later heeft ICS nieuwe onregelmatigheden ontdekt en deze incidenten zelf gemeld bij de AFM. Daarop is de AFM een formeel onderzoek gestart, aangezien de eerdere onregelmatigheden en de melding van incidenten tezamen duiden op ernstige overtredingen.
De Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) kennen verschillende bepalingen om verantwoorde kredietverstrekking te bevorderen en overkreditering te voorkomen. Zo is bepaald dat een kredietaanbieder informatie moet inwinnen van de consument over diens financiële positie en beoordelen of het aangaan van de kredietovereenkomst (of verhoging daarvan) verantwoord is (4:34 Wft). Daarnaast geldt een algemene zorgplicht (in artikel 4:24a Wft) op grond waarvan een financiële dienstverlener altijd op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht dient te nemen. De normen die een bank aan zichzelf oplegt staan los van de bepalingen uit de Wft. Dat overtreding van de eigen normen leidt tot overtreding van een zorgplicht kan in algemene zin niet worden gesteld.
Wettelijk bedraagt de maximale kredietvergoeding op jaarbasis op dit moment 14%. Deze maximale kredietvergoeding is opgebouwd uit de wettelijke rente voor niet-handelstransacties (thans 2%) met een maximale opslag van 12%. De wettelijke rente voor niet-handelstransacties is grotendeels afhankelijk van de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkten. In de systematiek wordt in zoverre dus rekening gehouden met de hoogte van de rente op de geld- en kapitaalmarkten.
Een relatief hoge kredietvergoeding hoeft niet noodzakelijkerwijs tot problematische situaties te leiden, zo lang klanten zich bewust zijn van de hoogte van die kredietvergoeding en zij vrij zijn om op ieder moment over te stappen naar een andere kredietaanbieder als die gunstigere voorwaarden kan bieden. De wijze waarop kredietverleners hiermee omgaan is uiteindelijk mede bepalend voor de vraag of het belang van de klant voldoende centraal is gesteld.
ABN AMRO laat weten dat ICS debetrente hanteert wanneer de klant het openstaande saldo op de creditcard gespreid terugbetaalt en dus een krediet heeft. Wanneer klanten het openstaande saldo op hun creditcard binnen 21 dagen na ontvangst van het rekeningoverzicht volledig terugbetalen, wordt er overigens geen rente in rekening gebracht.
ABN AMRO heeft vastgesteld dat, ondanks het profiel van de bank, deze incidenten bij ICS in het verleden hebben kunnen plaatsvinden als gevolg van tekortkomingen in het kredietverleningsproces van deze dochter. Inmiddels is ABN AMRO bezig om structurele verbeteringen door te voeren in dit proces. Daarnaast heeft ABN AMRO de invloed op het beleid van dochterbedrijven – en dus ook ICS – versterkt.
Ja, ICS werkt inderdaad aan een plan om klanten die teveel krediet hebben gehad te compenseren. De AFM is geen partij in het traject tussen ICS en haar klanten waarin klanten worden gecompenseerd, maar zal wel hierover worden geïnformeerd door ABN AMRO.
Het is volgens de AFM niet bekend dat ook andere creditcardmaatschappijen hun klanten meer lenen dan hun eigen normen toestaan. De AFM houdt risicogestuurd toezicht, ook op creditcardmaatschappijen. Dat betekent dat op basis van signalen uit eigen onderzoeken en op basis van externe signalen, prioriteiten worden gesteld en tot (nader) onderzoek en handhaving wordt besloten. De AFM heeft in 2006 een branchebreed onderzoek gedaan naar de naleving van de normen gericht op het voorkomen van overkreditering door consumptief kredietmaatschappijen. Dit branchebrede onderzoek heeft sindsdien tot circa tien formele maatregelen, zoals boetes, geleid. Sinds 2011 worden aanbieders van consumptief krediet daarnaast bevraagd en gescoord via het «Klantbelang Dashboard». Dit is een meetinstrument dat inzichtelijk maakt in welke mate de sector het belang van de klant centraal stelt in producten en dienstverlening. De grootste banken en kredietverstrekkers, die ook creditcards uitgeven, worden meegenomen in het Dashboard Consumptief Krediet.
Het type krediet van de klant, moet (blijven) passen bij zijn bestedingsdoel en zijn situatie. De AFM ziet dat het beleid van banken hierop nog te vaak tekort schiet en dit moet beter. Zoals ook door de AFM recentelijk naar voren is gebracht naar aanleiding van bevindingen in het Klantbelang Dashboard, is dit voor de sector en daarmee voor de AFM al een belangrijk punt van aandacht. Net zoals de afgelopen periode zal daar de aankomende tijd dan ook de benodigde aandacht aan worden geschonken.