Kamervraag 2016Z20565

Het bericht ‘Overname levert NXP-topman 391 miljoen op’

Ingediend 7 november 2016
Beantwoord 29 november 2016 (na 22 dagen)
Indieners Henk Nijboer (PvdA), John Kerstens (PvdA)
Beantwoord door Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA)
Onderwerpen economie ict markttoezicht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z20565.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-600.html
1. Nos.nl, 28 oktober 2016
2. Kamerstukken 31 763, nr. 19
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Overname levert NXP-topman 391 miljoen op»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Begrijpt u de maatschappelijke onrust die ontstaan is omtrent deze absurd hoge beloning? Deelt u de mening dat een dusdanige beloning van bijna 400 miljoen euro exorbitant is? Deelt u de mening dat hierdoor een stap terug in de tijd wordt gezet naar de jaren van voor de crisis?

    Ik begrijp dat er ophef is ontstaan over dit bericht. Ik heb geen oordeel over de in de media genoemde hoogte van het bedrag dat de uitvoerend bestuurder van NXP zou overhouden aan de aangekondigde overname van NXP. Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vragen 2 tot en met 5 van Kamerlid Klein.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat door dit soort beloningen Nederlandse bedrijven worden aangemoedigd de korte in plaats van de lange termijn in ogenschouw te houden?

    Ik acht het van belang dat de bezoldiging van bestuurders op zodanige wijze wordt vormgegeven dat deze bijdraagt aan de lange termijn waarde van de onderneming. Dit kan bijvoorbeeld door bestuurders gedeeltelijk te belonen in aandelen en hen te verplichten deze enige tijd te houden. Ik heb begrepen dat in de praktijk een verschuiving heeft plaatsgevonden van het toekennen van opties als bezoldiging naar het toekennen van aandelen (vgl. het Volkskrant artikel van 29 januari 2015 «Opties uit de gratie als beloning voor topbestuurders» en het nalevingsrapport van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van december 2009). Niettemin zijn er bedrijven die bestuurders deels met opties belonen. De Nederlandse corporate governance code stelt voorwaarden aan beloning in opties en aandelen. Zo worden opties in ieder geval de eerste drie jaar na toekenning niet uitgeoefend, worden aandelen die zonder financiële tegenprestatie aan de bestuurders worden toegekend, aangehouden voor telkens een periode van ten minste vijf jaar en wordt het aantal toe te kennen aandelen en opties afhankelijk gesteld van de realisatie van vooraf aangegeven en uitdagende doelen. De Code werkt op basis van het pas toe of leg uit-principe. Ik verwijs hiervoor tevens naar het antwoord op vragen 2 tot en met 5 van Kamerlid Klein.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat beloningen aan de top in een redelijke, normale verhouding moeten staan tot die van gewone werknemers? Maakt u zich ook zorgen over de berichten dat deze verhouding wederom uit elkaar groeit? Wat bent u voornemens hieraan te doen?

    Ik acht het van belang dat bij het vaststellen van de bezoldiging van bestuurders van een onderneming de verhouding daarvan tot de beloning van werknemers bij deze onderneming wordt meegewogen. Dit komt onder meer tot uitdrukking in principe II.2 van de Nederlandse corporate governance code. Het richtlijnvoorstel bevordering aandeelhoudersbetrokkenheid (COM 2014 213) bevat een voorstel om de beloningsverhoudingen tussen bestuurders en werknemers inzichtelijk te maken. Het kabinet onderschrijft het belang van het inzichtelijk maken van de verhouding van de beloning van bestuurders tot die van werknemers (Kamerstukken II,2013/2014, 22 112, nr. 1866). Dit onderhandelingen over dit richtlijnvoorstel bevinden zich op dit moment in de fase van de informele triloog. Bovendien wordt het voorstel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloning van bestuurders (Kamerstukken II,2014/2015, 34 494, nrs. 1–3) in uw Kamer behandeld, dat het gesprek tussen ondernemer en ondernemingsraad beoogt te stimuleren over de ontwikkeling van de beloningsverhoudingen binnen de onderneming.

  • Vraag 5
    Klopt het dat NXP voor bijna 50 miljoen euro aan subsidies heeft ontvangen van de overheid? Wat zijn de mogelijkheden nu aandeelhouders zoveel geld verdienen aan de verkoop van NXP om deze subsidies terug te vorderen?

    NXP Semiconductors is de voormalige halfgeleiderdivisie van Philips. Het bedrijf is in 2006 verzelfstandigd. In de periode 2006–2016 heeft NXP in totaal € 96 miljoen subsidie ontvangen vanuit het Rijksbrede innovatiebeleid. Tegenover de totale subsidie staat een R&D-inspanning van NXP van € 305 miljoen.
    Van het totaal aan innovatie-subsidies aan NXP is ongeveer twee derde onderdeel van projecten in zogenaamde publiek-private samenwerking (PPS). Daarbij zijn meerdere partijen betrokken, inclusief publieke kennisinstellingen. In de periode 2006–2016 is de totale omvang van PPS-projecten waar NXP een partner in was, € 667 miljoen. Aan deze projecten is in totaal € 218 miljoen subsidie toegekend, waarvan € 61 miljoen aan NXP en € 157 miljoen aan andere organisaties dan NXP. NXP heeft in totaal € 231 miljoen bijgedragen in PPS.
    Onderstaande tabel geeft een samenvatting. Een overzicht van alle subsidies (directe en PPS) aan NXP is opgenomen in de bijlage.2
    (miljoenen €; afgerond)
    Totale projectkosten
    Totale projectsubsidie
    Projectkosten NXP
    Subsidies NXP
    Directe subsidies (geen PPS)


    74
    35
    PPS met NXP
    667
    218
    231
    61
    Totaal
    667
    218
    305
    96
    In de tabel en het overzicht in de bijlage is mogelijke fiscale ondersteuning buiten beschouwing gelaten. Op grond van de fiscale geheimhoudingsbepalingen van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) kunnen geen mededelingen worden gedaan over de uitvoering van de belastingwet bij een individuele belastingplichtige. Subsidies vanuit «Europa» zijn ook buiten beschouwing gebleven. Dat geldt zowel voor KP/Horizon2020 projecten die volledig uit Europese middelen gefinancierd worden, als bijdragen uit Europese middelen aan Eureka projecten.
    De subsidies hebben de innovatiekracht van de topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) versterkt en hoogwaardige werkgelegenheid in Nederland gecreëerd. De omvangrijke investeringen van NXP in PPS zijn van groot belang geweest voor versterking van de Nederlandse kennisinfrastructuur. Zo heeft NXP in de periode 2013–2016 voor ruim € 10 miljoen bijgedragen aan onderzoek bij Nederlandse kennisinstellingen. Op grond hiervan is via de TKI-toeslagregeling € 2,7 miljoen extra naar kennisinstellingen gevloeid ten behoeve van nieuwe PPS-en. Een groot deel van de directe subsidies aan NXP is tijdens de crisisjaren cruciaal geweest voor behoud van kenniswerkers voor de Nederlandse HTSM-sector.
    Het op 1 november 2016 door RTL Z genoemde bedrag van minstens € 50 miljoen overheidssubsidies is een inschatting van RTL Z op basis van een lijst met subsidiebedragen die in 2015 in het kader van een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) door het Ministerie van Economische Zaken is vrijgegeven. Op grond van die lijst, die betrekking heeft op de periode 2009–2014, kunnen geen uitspraken worden gedaan over de omvang van de subsidies aan NXP, aangezien in die lijst, van overwegend PPS-projecten, alleen de penvoerders van projecten en de subsidiebedragen per project staan vermeld. Een deel van de in die lijst vermelde projectsubsidies is dus niet bij NXP maar bij projectpartners terecht gekomen. Bovendien is in die lijst niet zichtbaar wat NXP heeft ontvangen in projecten waarbij een andere partij penvoerder was.
    Voor het terugvorderen van een subsidie moet er sprake zijn van (opzettelijk) verstrekte onjuiste informatie op grond waarvan de subsidie is vastgesteld. Er zijn geen aanwijzingen dat hiervan sprake is bij de geïnventariseerde R&D-projecten met NXP-participatie. Terugvordering van subsidie is daarom niet aan de orde. Overigens is ook de termijn waarbinnen dat mogelijk zou zijn geweest (<5 jr) voor veel projecten intussen verstreken.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat, net als in de financiële sector, het variabele beloningsbeleid in het bedrijfsleven moet worden beperkt?

    De financiële sector is een sector waarin, mede gelet op de financiële crisis, stringente regulering op het terrein van de variabele beloningen, noodzakelijk is gebleken onder meer vanwege de invloed op het financiële stelsel. Voor private ondernemingen buiten de financiële sector ligt dat anders. Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vragen 2 tot en met 5 van Kamerlid Klein.

  • Vraag 7
    Hoe moet deze beloning worden gezien in het licht van de wettelijk regeling ten aanzien van tegenstrijdig belang en meer specifiek het amendement Tang-Irrgang dat heeft geregeld dat bij fusies en overnames het eigen financieel belang van bestuurders wordt bevroren, zodat zij dit niet kunnen laten meewegen bij het wel of niet laten doorgaan van een fusie of overname?2 Is de bezoldiging van de topman van NXP in strijd met deze wetgeving? Indien deze wetgeving niet van toepassing is op Nederlandse bedrijven die in het buitenland beursgenoteerd zijn, bent u dan bereid om deze wet zo aan te passen dat deze ook geldt voor bedrijven die wel in Nederland gezeteld zijn?

    Artikel 2:129a BW bevat een regeling inzake tegenstrijdig belang. Op grond daarvan nemen uitvoerende bestuurders geen deel aan de besluitvorming in het bestuur over hun bezoldiging. Voor het amendement Tang/Irrgang verwijs naar de antwoorden op vragen 9 tot en met 11 en 13 tot en met 16 van Kamerlid Klein.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z20565
Volledige titel: Het bericht ‘Overname levert NXP-topman 391 miljoen op’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-600
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Nijboer en Kerstens over het bericht ‘Overname levert NXP-topman 391 miljoen op’