Ingediend | 11 oktober 2016 |
---|---|
Beantwoord | 8 december 2016 (na 58 dagen) |
Indiener | Helma Lodders (VVD) |
Beantwoord door | Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z18670.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-711.html |
De heer Hoogeveen reageert met de geciteerde tekst op de vraag van de interviewer of het een realistisch route is om de Nitraatrichtlijn aan te passen.
Ik zie niet dat zijn antwoord het vertrouwen van boeren zou schaden.
De heer Hoogeveen geeft in het interview juist aan dat «de fosfaatrechten moeten worden ingevoerd om niet over de milieugrens heen te gaan» en dat Nederland voor het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn en de derogatie moet laten zien dat «het ons ernst is om binnen de grenzen van de Nitraatrichtlijn te produceren.» Hierin schuilt niet de suggestie en ook niet de wens om het minder nauw te nemen met de milieumaatregelen.
Per brief van 3 maart jongstleden heb ik mijn inzet aan uw Kamer geschetst.
Ik heb aangegeven dat ik bereid ben om, er van uitgaande dat via het stelsel van verplichte mestverwerking wordt zekergesteld dat het fosfaatoverschot geen extra milieurisico met zich meebrengt, bij de Europese Commissie te bepleiten dat het niet nodig is om nog langer via een plafond in de derogatiebeschikking de fosfaatproductie in absolute zin te begrenzen. Indien de Europese Commissie vasthoudt aan een productieplafond, zal ik bespreken of mest die aantoonbaar buiten de Nederlandse landbouw wordt gebracht, buiten de berekening van de voor het plafond relevante productie kan worden gehouden of dat het plafond met die hoeveelheid kan worden opgehoogd. In die zin wordt de hoeveelheid mest die op basis van de mestverwerkingsverplichting buiten de Nederlandse landbouw wordt gebracht, als het ware gesaldeerd met het fosfaatproductieplafond.
Inmiddels heeft het Kamerdebat plaatsgehad. Daarin heb ik uw Kamer geïnformeerd over de contacten op ambtelijk en politiek niveau en toegezegd u elk kwartaal te zullen informeren over de voortgang van gesprekken over het 6e actieprogramma Nitraatrichtlijn.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.