Ingediend | 20 september 2016 |
---|---|
Beantwoord | 10 oktober 2016 (na 20 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | europese zaken internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z16918.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-152.html |
Het speciaal rapport van de Rekenkamer Nr. 4/2006 over Phare-investeringsprojecten heeft ten doel de effectiviteit te beoordelen van de door de Commissie ondersteunde investeringsprojecten in Bulgarije en Roemenië. Het rapport beoordeelt de werkwijze van de Commissie en de Phare projecten zelf. De Rekenkamer neemt geen positie in over de (mate van voorbereiding op) EU-toetreding van Roemenië en Bulgarije.
De conclusie van het rapport luidt dat de projecten voldoen aan de algemene doelstelling, namelijk de landen bijstaan in hun voorbereiding op toetreding tot de Europese Unie. Het rapport concludeert verder dat bij een aantal specifieke investeringsprojecten het beoogde resultaat niet is behaald. Volgens het rapport zijn deze tekortkomingen te wijten aan het gebrek aan administratieve capaciteiten en nationale middelen. In reactie op het rapport geeft de Commissie aan dat de aanbevelingen ter harte zijn genomen en dat de betreffende projecten zijn aangepast.
Met de Commissie houdt het kabinet vast aan een toetredingsproces dat strikt en fair is, gebaseerd op conditionaliteit, vastgestelde criteria, lessen uit het verleden en het principe van eigen verdienste. Dit is cruciaal voor de geloofwaardigheid van en het draagvlak voor het uitbreidingsbeleid en spoort de landen aan om verreikende hervormingen door te voeren. Het kabinet verwelkomt dat fundamentele hervormingen op het gebied van de rechtsstaat, fundamentele rechten, sociaaleconomische ontwikkeling en openbaar bestuur centraal staan in het uitbreidingsbeleid van de Europese Unie. Hervormingen op deze terreinen zijn immers van essentieel belang om aan de strenge voorwaarden te voldoen en de Europese regels te kunnen toepassen.
In februari 2005 heeft de Europese Commissie, onder verantwoordelijkheid van eurocommissaris Olli Rehn, een positief advies gegeven betreffende het verzoek van Bulgarije en Roemenië om toetreding tot de Europese Unie. Na ondertekening door de Nederlandse regering in april 2005 is het Toetredingsverdrag door het parlement geratificeerd en zijn beide landen in 2007 toegetreden tot de Europese Unie.
In oktober 2011, onder verantwoordelijkheid van eurocommissaris Stefan Füle, heeft de Europese Commissie ook voor Kroatië een positief advies gegeven betreffende toetreding tot de Europese Unie. Na ondertekening door de regering in 2011 is het verdrag door het parlement geratificeerd en is Kroatië in 2013 toegetreden.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zoals reeds met de Kamer gecommuniceerd in de kabinetsappreciatie over de voortgangsrapportage van 2015 (Kamerstuk 23 987 nr. 154) blijkt uit de landenrapportages dat vrijwel alle (potentiële) kandidaat-lidstaten in meer of minder mate ernstige tekortkomingen vertonen op het gebied van de rechtsstaat, democratie en fundamentele rechten. Deze uitdagingen zijn zodanig dat geen van de (potentiële) kandidaat-lidstaten de komende jaren tot de Unie zal kunnen toetreden. Het kabinet is van oordeel dat het toetredingstraject een belangrijk instrument is om bij te dragen aan welvaart, stabiliteit en het verankeren van Europese waarden in de regio. De landen bepalen zelf het tempo van toetreding door middel van het boeken van voortgang op de bestaande criteria.
Het kabinet is van mening dat het toetredingsproces met voldoende waarborgen is omkleed. Er bestaat geen tijdpad voor toetredingsonderhandelingen. Voortgang op de gestelde criteria is leidend. Een land kan pas toetreden als het aan alle strikte voorwaarden voldoet. De Commissie rapporteert jaarlijks over de voortgang bij het vervullen van deze voorwaarden door de (potentiële) kandidaat-lidstaten. De Kamer wordt hierover elk jaar geïnformeerd. Voor ratificatie van een toetredingsverdrag is parlementaire goedkeuring in alle EU-lidstaten vereist.