Ingediend | 9 september 2016 |
---|---|
Beantwoord | 6 oktober 2016 (na 27 dagen) |
Indieners | Joyce Vermue (PvdA), Loes Ypma (PvdA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z16283.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-117.html |
Ja.
De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) heeft in 2014 onderzoek gedaan naar de gemiddelde ouderbijdrage. Uit dit onderzoek bleek dat driekwart van de basisscholen een vrijwillige ouderbijdrage vraagt van minder dan 50 euro. Het aantal scholen dat meer dan 100 euro bijdrage vroeg, bedroeg 3 procent.
Scholen kunnen ouders niet verplichten de ouderbijdrage te betalen. De bijdrage is altijd vrijwillig. Uit het genoemde onderzoek van de inspectie blijkt dat vrijwel alle scholen dit ook duidelijk vermelden in de schoolgids (94 procent). Wanneer de school zich niet houdt aan de regelgeving met betrekking tot de ouderbijdrage, kan de inspectie de bekostiging van een school gedeeltelijk of geheel opschorten of inhouden. Met enige regelmaat treedt de inspectie handhavend op bij scholen die niet duidelijk zijn over het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage. Het is de laatste jaren echter nooit tot een sanctie gekomen, omdat scholen na een waarschuwing van de inspectie hun beleid aanpassen. De vrijwillige bijdrage zou voor ouders dus geen belemmering mogen vormen bij de schoolkeuze.
Voorop staat dat de ouderbijdrage altijd een vrijwillig karakter heeft. Ouders hoeven geen reden op te geven waarom ze de bijdrage wel of niet betalen. De vrijwilligheid van de ouderbijdragen is belangrijk omdat alle kinderen recht hebben op onderwijs, los van de financiële situatie van de ouders.
Alle basisschoolleerlingen moeten aan alle verplichte onderdelen van het onderwijsprogramma kunnen meedoen. Ook als de ouder geen ouderbijdrage heeft betaald. De ouderbijdrage mag daarin dus geen belemmerende factor zijn. Alleen bij activiteiten die geen onderdeel zijn van het reguliere lesprogramma maar wel onder schooltijd plaatsvinden, kan er sprake van zijn dat leerlingen niet deelnemen. De school is dan wel verplicht een kosteloos alternatief te bieden.
Het is van belang dat kinderen op alle terreinen mee kunnen doen. Sociaal, met sport, cultuur en op school. Daarom heeft het kabinet aangekondigd elk jaar 100 miljoen euro extra beschikbaar te stellen om álle kinderen kansen te geven.2 Om er zeker van te zijn dat het geld terecht komt bij de kinderen, worden kinderen in natura geholpen, bijvoorbeeld met schoolreisjes, schooljudo, zwemlessen, voetbalschoenen of een fiets.3
Ja. Daarom kunnen alle basisschoolleerlingen aan alle verplichte onderdelen van het onderwijsprogramma meedoen, ongeacht of ouders de vrijwillige ouderbijdrage betalen.
Ja. Zie verder ook vraag 7.
Zoals vermeld in antwoord op vraag 2 kan de inspectie de bekostiging van een school gedeeltelijk of geheel opschorten of inhouden, wanneer de school zich niet houdt aan de regelgeving met betrekking tot de ouderbijdrage. Met enige regelmaat treedt de inspectie handhavend op bij scholen die niet duidelijk zijn over het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage. Het is de laatste jaren echter nooit tot een sanctie gekomen, omdat scholen na een waarschuwing van de inspectie hun beleid aanpassen.
Zoals gezegd kunnen scholen ouders niet verplichten tot het betalen van de ouderbijdrage. Elke bijdrage is vrijwillig. Uit het genoemde onderzoek van de inspectie blijkt dat vrijwel alle scholen dit al duidelijk vermelden in de schoolgids (94 procent). Ook bij andere vormen van communicatie moet dit vrijwillige karakter duidelijk zijn.
Wanneer er sprake is van extra activiteiten die buiten het voor de leerlingen voorgeschreven onderwijsprogramma vallen, kunnen ouders kiezen of hun kind hier wel of niet aan deelneemt. Als ouders de ouderbijdrage voor deze activiteit(en) niet kunnen betalen, kunnen ze hierover in gesprek gaan met de school om samen tot een passende oplossing te komen. Veel scholen treffen een speciale voorziening voor deze ouders, of scholen verwijzen door naar andere instanties die voorzieningen treffen voor (minder draagkrachtige) ouders met schoolgaande kinderen.
De voorlichting aan ouders over de ouderbijdrage is in de eerste plaats een aangelegenheid van de school zelf. De ouders in de medezeggenschapsraad (MR) moeten instemmen met besluiten over de hoogte en de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. De school is wettelijk verplicht om alle ouders hierover te informeren via de schoolgids. Scholen kunnen ouders via de schoolgids of de website van de school eventueel ook wijzen op (gemeentelijke) voorzieningen waarop ouders een beroep kunnen doen. Op de website van de inspectie en op rijksoverheid.nl is heldere informatie beschikbaar over de vrijwillige ouderbijdragen in het primair onderwijs. In de (digitale) Nieuwsbrief Primair Onderwijs van OCW wordt met enige regelmaat aandacht besteed aan de rol en verantwoordelijkheden van de MR, ook als het gaat om het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage.