Ingediend | 8 september 2016 |
---|---|
Beantwoord | 3 oktober 2016 (na 25 dagen) |
Indiener | Gert-Jan Segers (CU) |
Beantwoord door | Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z16176.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-92.html |
Ja.
Het adverteren voor seksuele diensten heeft geen vergunningplicht. Volgens het recent verschenen WODC onderzoek «Aan de grenzen van het meetbare»3 zijn er onvoldoende betrouwbare en vergelijkbare data over prostitutie en mensenhandel in Noord-Europese landen beschikbaar om conclusies te trekken over de relatie tussen verschillende vormen van prostitutiebeleid en de omvang van mensenhandel. In landen waar sprake is van regulering zijn geen overtuigende aanwijzingen gevonden voor het schaalmodel (mensenhandel neemt toe), noch voor het substitutiemodel (mensenhandel neemt af). In landen waar sprake is van criminalisering van prostitutie worden ook geen overtuigende aanwijzingen gevonden voor een verminderde vraag naar prostitutiediensten. Ook zijn er geen aanwijzingen dat criminalisering vervolgens leidt tot de vermindering van de omvang van aan prostitutie gerelateerde mensenhandel. Over een verband tussen het aanbieden van seksuele diensten via een advertentie en een grote kans op mensenhandel kan ik geen uitspraak doen.
Voor het aanbieden van seksuele diensten gelden dezelfde regels als voor het aanbieden van andere diensten. In de Nederlandse Reclame Code (NRC) zijn de regels vastgelegd waar reclame aan moet voldoen. Wanneer men een klacht heeft over een reclame-uiting kan deze worden ingediend bij de Reclame Code Commissie (RCC). De (voorzitter) RCC toetst of de betreffende reclame-uiting voldoet aan de regels in de Nederlandse Reclame Code (NRC).
In Nederland is prostitutie niet verboden. Het is van belang om bij prostituees zonder vergunning onderscheid te maken tussen hen die hun werk legaal verrichten en hen die dat illegaal doen. Afhankelijk van de gemeente kan een vergunningplicht zijn verbonden aan het aanbieden van seksuele diensten. De grondslag kan worden gevonden in artikel 151a Gemeentewet. Dit betekent dat in sommige gemeenten de prostitutie onvergund en legaal is en in andere gemeenten onvergund seksuele diensten aanbieden illegaal is. Prostitutie is voorts legaal mits de personen die seks aanbieden tegen betaling de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, hiertoe niet gedwongen worden of uitgebuit en afkomstig zijn uit landen binnen de Europese Economische Ruimte (EER). Onvergunde prostitutie kan dus zowel legaal als illegaal zijn.
Er zijn geen cijfers bekend dat illegale prostitutie toeneemt. Ik acht verdere maatregelen dan ook niet nodig.
Elke regionale politie eenheid heeft een team dat zich bezighoudt met deze problematiek en prostitutiecontroles uitvoert. De omvang van het team kan per eenheid verschillen. Hiervoor zijn geen landelijke afspraken vastgesteld. Een Prostitutie Controle Team (PCT) probeert in contact te komen met illegale aanbieders van prostitutie, onder meer door te reageren op advertenties op internet. Ook wordt gebruikt gemaakt van meldingen via Meld Misdaad Anoniem, meldingen van wijkagenten en tips van buurtbewoners. Daarnaast worden jaarlijks landelijk gelijktijdig controles uitgevoerd op specifieke thema’s zoals massagesalons en jongensprostitutie. Personen van wie het vermoeden bestaat dat zij slachtoffer zijn van mensenhandel, worden onder de aandacht gebracht van een politieteam dat zich bezighoudt met mensenhandel.
Op dit moment heb ik geen signalen dat de huidige PCT’s uitgebreid zouden moeten worden.
In het WODC onderzoek «sekswerkers aan het woord»4 geeft 22% van de geïnterviewde sekswerkers dat een financiële noodzaak- zoals schulden- ten grondslag ligt aan de keuze op als sekswerkers aan de slag te gaan. In dit onderzoek zijn zowel sekswerkers in het vergunde als niet-vergunde circuit geïnterviewd. Vijf jaar na inwerkingtreding van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp) zal een éénmeting worden uitgevoerd waarin dit aspect wordt meegenomen.
De doelstelling van het kabinet is om mensenhandel aan te pakken. Het uitgangspunt in Nederland is dat prostitutie legaal is. Met het wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp) zal onder andere een landelijk uniforme vergunningplicht gelden voor de seks- en prostitutiebedrijven. Zelfstandig werkende prostituees worden niet vergunningplichtig op grond van de Wrp.
Voor een effectieve aanpak van mensenhandel is het van groot belang dat slachtoffers mensenhandel worden gesignaleerd en geregistreerd, en dat deze slachtoffers aangifte doen bij de politie. De Nationaal Rapporteur constateert in de Monitor Mensenhandel 2015 een afname van 14% ten opzichte van 2014, van het aantal door de politie geregistreerde slachtoffers. Het aantal door politie geregistreerde slachtoffers mensenhandel fluctueert over de jaren. Ten opzichte van het piekjaar 2012 is er in 2015 sprake van een stevige daling. De Nationaal Rapporteur geeft twee belangrijke verklaringen: de inzet op fenomenen als de vluchtelingenstroom, mensensmokkel en terrorisme, en de reorganisatie van de politie. Zoals ik tijdens het AO Mensenhandel en Prostitutie van 26 april 2016 heb toegezegd, zal ik uw Kamer op basis van de Monitor Mensenhandel 2015 informeren over de huidige aanpak van mensenhandel, en over het gevolg dat ik geef aan de motie Voordewind c.s. Deze motie roept op om de inzet op mensenhandel op niveau te houden, ten tijde van geïntensiveerde inzet op mensensmokkel.
De Nationaal Rapporteur presenteert op 30 september 2016 het tweede deel van de Monitor Mensenhandel 2015, met cijfers over de vervolging en berechting bij de aanpak van mensenhandel. Zodra deze cijfers beschikbaar zijn, informeer ik uw Kamer over de maatregelen die ik voornemens ben te treffen om in de komende periode een stijging van het aantal geregistreerde slachtoffers mensenhandel te realiseren.
Ja, ik ben bekend met de constatering van de Nationaal Rapporteur dat bij de Koninklijke marechaussee het aantal meldingen van mensenhandel met 46% is afgenomen tussen 2014 en 2015. In de onder vraag 9 genoemde reactie op de motie Voordewind ga ik ook in op de bij de Koninklijke Marechaussee ontstane situatie, en mijn inzet voor de komende periode.