Ingediend | 5 september 2016 |
---|---|
Beantwoord | 11 oktober 2016 (na 36 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z15888.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-184.html |
Het is een aangrijpend verhaal waarin zichtbaar wordt hoe vanuit de verschillende domeinen nog te vaak los van elkaar en langs elkaar heen wordt gewerkt waardoor adequate ondersteuning en behandeling uitblijft.
Het artikel in het Brabants Dagblad maakt duidelijk dat er sprake is van een complexe situatie van iemand die behoefte heeft aan zorg, huisvesting en werk. Dit verhaal bevestigt dat de urgentie van het (verder) verbeteren van passende begeleiding en behandeling van mensen met problemen op verschillende levensgebieden onverminderd groot is. Ondanks de inspanningen van velen lopen deze mensen en hun hulpverleners nog steeds regelmatig tegen de grenzen van hun mogelijkheden aan. Het verbeteren van de ondersteuning en de zorg voor mensen met verward gedrag vraagt volgens het Aanjaagteam Verwarde Personen om een integrale persoonsgerichte aanpak, een denken en werken vanuit de leefwereld van de persoon met verward gedrag, een heldere regie en eigenaarschap en een sterke focus op preventie en vroegsignalering om signalen van verward gedrag zo snel mogelijk te herkennen en op te pakken. Gemeenten en hun partners in de verschillende domeinen zijn druk bezig hieraan vorm te geven. Zij zullen hierbij ondersteuning krijgen van het Schakelteam als vervolg op het aanjaagteam.
Zie antwoord vraag 2.
Ik kan me zeker voorstellen dat het uitblijven van perspectief erg belastend is voor de persoon zelf en zijn familie. Ik kan niet beoordelen of dat in dit geval kan leiden tot mogelijke onveiligheid voor de maatschappij. Als naast de behandeling van de ziekte, er ook aandacht is voor nazorg en maatschappelijk herstel is dat goed voor de persoon in kwestie, zijn familie en de omgeving waarin hij leeft. Participatie, liefst in de vorm van werk, speelt daarbij een belangrijke rol, niet alleen ter stabilisering na een crisis, ook ter preventie ervan. Ondersteuning en begeleiding van een cliënt tijdens en na behandeling van verslaving en/of psychische stoornissen vraagt om maatwerk en samenwerking tussen partijen uit verschillende domeinen. Bij gemeenten ligt de opdracht om een zo integraal mogelijke dienstverlening te realiseren. Daarbij heeft de betrokkene, die niet verantwoordelijk is voor zijn ziekte, zelf wel een verantwoordelijkheid om binnen zijn of haar mogelijkheden, te werken aan herstel te werken en om hulp te vragen.
Ik beschik niet over een dergelijk overzicht. De casuïstiek is te divers om daar in algemene zin uitspraken over te doen. Het Aanjaagteam Verwarde Personen heeft aan bureau Andersson Elffers Felix gevraagd om de potentiële baten van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag in kaart te brengen. Deze analyse heeft u ontvangen als bijlage bij de tweede rapportage van het Aanjaagteam Verwarde Personen.
Er zijn mij hierover geen gegevens bekend. Mijn inzet is vooral gericht op het versterken van de samenwerking tussen de verschillende domeinen, zodat dergelijke situaties in de toekomst zich niet (meer) zullen voordoen.
Ik onderken dat het voor iemand met een (zware) hulpvraag lastig kan zijn om zijn weg hierin te vinden. Ik wil dat er betere samenwerking en afstemming tot stand komt tussen de verschillende betrokken professionals en de cliënt/patiënt om wie het draait. Dat wil ook zeggen dat (potentiële) cliënten en hun omgeving goed worden voorgelicht over waar men terecht kan met een hulpvraag en welke alternatieven er zijn. Passende ondersteuning, ook in de beleving van de cliënt, is de kern van de Wmo 2015. Gemeenten hebben nadrukkelijk de opdracht om een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, publieke gezondheid, preventie, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen en werk en inkomen te realiseren. Daarnaast dienen gemeenten onafhankelijke ondersteuning te bieden met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening. Ik herken dat levensbrede zorg en ondersteuning helaas nog niet altijd vanzelfsprekend is. Zoals elke grote verandering kost ook deze tijd en inspanning van alle betrokken partijen. In het kader van de ontwikkelagenda «volwaardig meedoen 2016–2018» wordt door cliëntenorganisaties en gemeenten gezamenlijk gewerkt aan het behalen aan deze doelstelling.
Ik ben van mening dat op alle gebieden perspectief nodig is. Daarom moeten partijen hun verantwoordelijkheid niet afschuiven of naar de ander wijzen, maar samenwerken en het belang van patiënt/cliënt voorop stellen. Daarbij is het van belang om knelpunten die de samenwerking belemmeren, aan te pakken. Het Aanjaagteam Verwarde Personen heeft de knelpunten inzichtelijk gemaakt en bouwstenen aangereikt voor een sluitende aanpak. De implementatie hiervan wordt nu verder gedragen door het Schakelteam. Aan het einde van de termijn van dit team (oktober 2018) moeten gemeenten en regio’s beschikken over een goed werkend systeem voor de ondersteuning van mensen met verward gedrag. Ook op rijksniveau vindt steeds betere afstemming en samenwerking tussen departementen plaats, bijvoorbeeld via de Stuurgroep Mensenwerk; participatie van mensen met psychische aandoeningen van de Staatssecretarissen van SZW en VWS en de gezamenlijk aanpak tussen departementen en met VNG rond de aanpak van verwarde personen.
Ik vind het belangrijk dat verhalen als deze worden verteld. Door het schetsen van het complete verhaal wordt duidelijk dat samenwerking vanuit verschillende disciplines en domeinen nodig is om samen met deze man de boel blijvend op orde te krijgen en te houden. Vanuit mijn positie kan ik een dergelijke individuele situatie niet oplossen. Ik zal echter niet nalaten om partijen in de regio te blijven vragen om pro actief en gezamenlijk met de betrokkenen aan de slag te gaan.
De vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het bericht «Je laat je kind niet in de steek» (2016Z15888) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is, dat het inwinnen van nadere informatie meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.