Ingediend | 2 augustus 2016 |
---|---|
Beantwoord | 31 augustus 2016 (na 29 dagen) |
Indiener | Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z15077.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3377.html |
Het project Multi Role Tanker Transport (MRTT) voor de vervangende capaciteit van de KDC-10 is van groot belang voor Defensie. Tijdens het algemeen overleg materieel van 29 juni jl. heb ik de Kamer geïnformeerd dat de offerte van Airbus beperkt geldig zou zijn. Vanwege het per 31 juli 2016 verlopen van de geldigheidsduur van de door Airbus uitgebrachte offerte was het van belang voor Nederland dat het Memorandum of Understanding (MoU) en het contract spoedig zouden worden ondertekend. Op de dag van de ondertekening van het contract, op 28 juli jl., heb ik de Kamer direct per brief (Kamerstuk 27 830, nr. 183) geïnformeerd.
In de door Airbus uitgebrachte offerte werd uitgegaan van aanschaf van drie MRTT-vliegtuigen voor Nederland, Polen en Luxemburg en vijf vliegtuigen als optie voor de overige geïnteresseerde landen. Deze offerte had een geldigheid tot 31 juli jl. en kon niet worden verlengd. Tijdens de Navo-Top in Warschau werd duidelijk dat Polen meer tijd nodig had voor besluitvorming. Vervolgens bleek uit overleg met Airbus dat het mogelijk was om het MoU en het contract voor 31 juli te wijzigen naar twee vliegtuigen voor Nederland en Luxemburg en een optie voor zes toestellen.
België, Duitsland, Noorwegen en Polen hebben nog steeds het voornemen om deel te nemen aan het MRTT-project. In het huidige contract is dit als optie opgenomen. Met het oog op de tijdige vervanging van de huidige twee KDC-10 toestellen voordat deze het einde van de levensduur bereiken in 2020 en het verstrijken van de termijn van een (financieel gunstige) offerte is samen met Luxemburg besloten om het MoU en het contract te wijzigen en deze op 28 juli jl. te ondertekenen.
Airbus heeft bij de wijziging van het contract van drie naar twee vliegtuigen condities en prijsvoorwaarden niet gewijzigd. De komende maanden zal duidelijk worden of Polen zal toetreden tot het MRTT-project. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt de investering voor Nederland ongeveer 3 procent hoger. Het betreft de verrekening van het oorspronkelijke Poolse deel van de non-recurring costs die dan over twee in plaats van drie vliegtuigen worden verdeeld. Het bedrag dat hiermee gemoeid is, valt binnen het projectbudget. Indien daarna conform de verwachting nog andere landen toetreden, dan zal de verdeling van de kosten opnieuw worden vastgesteld en zullen de kosten, door schaalvergroting, voor Nederland dalen.
De grondslag voor de kostenverdeling bij MRTT is gelegen in het aantal vlieguren dat een land in de MoU heeft vastgelegd. Op grond van de huidige verdeling neemt Luxemburg ongeveer 10 procent van de kosten voor haar rekening.
De maximale kosten zoals deze zijn vastgelegd in het contract met Airbus vallen binnen het voorziene budget voor de vervanging voor de twee KDC-10 toestellen. Over het bedrag van de totale investeringskosten van Nederlandse deelname aan het MRTT-project is de Kamer gelijktijdig met de brief (Kamerstuk 27 830, nr. 183) van 28 juli jl. commercieel vertrouwelijk geïnformeerd.
Defensie informeert de Kamer conform het Defensie Materieel Proces (DMP) over de verwerving van materieel via categorieën met een financiële bandbreedte. Zo kan in het openbaar een indicatie worden gegeven van een commercieel vertrouwelijke raming van deze kosten. De commercieel vertrouwelijke kosten worden nader beschreven in een bijlage bij de brief. Het MRTT-project valt in de categorie met een financiële bandbreedte van tussen de € 250 miljoen en € 1 miljard. De Kamer is over deze bandbreedtes op 15 december 2015 (Kamerstuk 27 830, nr. 166) geïnformeerd en heeft dit besproken tijdens het algemeen overleg evaluatie DMP van 31 maart jl.
Mede op basis van de opgedane ervaringen met het Navo-initiatief voor het Strategic Airlift Capability (SAC) C-17 programma in Hongarije is ervoor gekozen dat de Navo eigenaar wordt van de toestellen. De vliegtuigen worden in Nederland gestationeerd (op Eindhoven) en in stand gehouden. Deelnemende landen hebben recht op gebruik van de in het MOU vastgelegde vlieguren. Voorzien is dat meer landen MRTT-vliegtuigen gaan afnemen. Dit leidt tot schaalvoordelen en lagere kosten.
Ja.
De stuksprijs voor een A330 MRTT-vliegtuig is afhankelijk van onder meer configuratie, productietiming en mate van ondersteuning. Het antwoord op deze vraag betreft commercieel vertrouwelijke gegevens.
Zie antwoord vraag 6.