Ingediend | 1 augustus 2016 |
---|---|
Beantwoord | 12 september 2016 (na 42 dagen) |
Indiener | Nine Kooiman |
Beantwoord door | Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z15065.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3464.html |
Ja.
Tot op heden zijn er meerdere onderzoeksrapporten verschenen die een zeker inzicht gegeven in de aard en omvang van etnisch profileren door de (Nederlandse) politie. Geen van deze onderzoeken wijst op stelselmatig discriminerende profilering door de politie in Nederland.
Ook in een eerder rapport over het optreden van politieambtenaren in Den Haag concludeert de Nationale ombudsman dat niet is gebleken van een cultuur waarin het geoorloofd is om burgers discriminerend of racistisch te bejegenen.3 Er is dan ook geen indicatie dat sprake is van een trend van etnisch profileren door de politie, samen met de Korpschef ontken ik het probleem evenwel niet. Met de politie ben ik van mening dat ieder incident er een teveel is. Dat er (extra) aandacht is en moet zijn voor zorgvuldig en verbindend politiewerk staat buiten kijf.
De komende tijd zullen nog andere onderzoeksrapporten verschijnen, waaronder een onderzoek gericht op de eenheid Rotterdam en een onderzoek naar het proactief optreden van politiemensen. Afhankelijk van de uitkomst van deze rapporten zal worden bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn.
De vraag of in het onderhavige geval sprake is van etnisch profileren, is als zodanig geen onderdeel van het lopende onderzoek aangezien het geen proactief politieoptreden betreft.4 Wel wordt mede onderzoek gedaan naar de behandeling van de betrokkene door de politie. Gedurende het onderzoek kan ik daar geen uitspraak over doen.
Er wordt door de eenheden Amsterdam en Oost-Nederland een onderzoek ingesteld naar de feiten en de omstandigheden. Over individuele gevallen worden over het algemeen geen uitspraken gedaan.
Ik zal uw Kamer nader informeren over de uitkomsten van het onderzoek.
In het kader van het programma «De kracht van het verschil» is een landelijke werkgroep etnisch profileren opgericht waarin kennis en ervaring over dit thema wordt gedeeld. Deze werkgroep komt een aantal keer per jaar bijeen.
Diverse verbindingsactiviteiten van de politie en van niet-gouvernementele organisaties zijn – op mijn verzoek – door het Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) onderzocht. Daarvan is op 7 juni jl. het rapport gepubliceerd en heb ik uw Kamer geïnformeerd via de voortgangsbrief vorming nationale politie van 20 juni jl.5
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kooiman (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een modelagent gearresteerd is door eigen collega’s (ingezonden 1 augustus 2016) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.