Ingediend | 19 juli 2016 |
---|---|
Beantwoord | 1 september 2016 (na 44 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z14886.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3400.html |
Ik heb kennisgenomen van dit bericht en wacht het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) af. Zij moet de voorgenomen fusie nu beoordelen op grond van de Mededingingswet.
De ziekenhuizen hebben in hun aanvraagformulier voor de zorgspecifieke fusietoets die door de NZa is verricht, kenbaar gemaakt dat zij door de samenwerking hoogwaardige ziekenhuiszorg in de Achterhoek willen waarborgen en verder willen verbeteren. In dit formulier stellen partijen het uitgangspunt te hanteren dat de continuïteit van volwaardige algemene ziekenhuiszorg op beide locaties zonder organisatorische reorganisatie van de zorgprocessen is gewaarborgd. Ook hebben zij aangegeven de bestaande verbanden met grotere ziekenhuizen buiten de regio op het gebied van complexe zorg in tact te willen houden. Bovendien geven de ziekenhuizen aan dat de fusieplannen met de vakbonden zijn besproken.2
Met de zorgspecifieke fusietoets heeft de NZa getoetst op de continuïteit van cruciale zorg en de zorgvuldige betrokkenheid van cliënten, personeel en andere belanghebbenden. De ACM toetst op grond van de Mededingingswet of er na de fusie voldoende keuzemogelijkheden overblijven. Ik wil niet op deze beoordeling vooruitlopen. Mocht de fusie definitief doorgaan, dan is het aan het bestuur om duidelijkheid te geven over hoe zij invulling willen geven aan de fusie en wat de gevolgen zijn, zowel voor het personeel, de lokale bevolking als voor andere partijen zoals de betrokken gemeenten.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
De ziekenhuizen hebben bij de aanvraag voor de fusie bij de NZa aangegeven te willen fuseren vanwege kwaliteitseisen en volumenormen, doelmatigheid en synergievoordeel, aantrekkelijk werkgeverschap, gezamenlijke innovatiekracht en gezamenlijke inrichting van het zorgaanbod. Door samen te werken menen de ziekenhuizen voor elk specialisme «goede zorg dichtbij» te kunnen garanderen.3
De ziekenhuizen hebben bij de aanvraag aangegeven een voorkeur te hebben voor fusie omdat dit volgens hen «de toereikende kaders schept voor een intensieve samenwerking op de algemene en de medisch ondersteunende bedrijfsvoering en voor de uitvoering van eenduidig beleid ten aanzien van regionale zorginnovaties.»4
De ziekenhuizen geven in hun fusieaanvraag bij de NZa aan dat het behoud van twee volwaardige ziekenhuizen voor hen een belangrijk uitgangspunt is. Op de gevolgen voor de keuzemogelijkheden en daarmee het op de patiëntenbelangen gericht zijn van het ziekenhuis wordt op grond van de Mededingingswet getoetst door de ACM. Mocht de fusie definitief doorgaan dan is het aan het bestuur om duidelijkheid te geven over hoe zij concreet invulling geven aan de fusie. Ik heb hier geen rol in.
Zie antwoord vraag 7.
Er zijn twee vormen van zorg waarvoor de zogenaamde »45 minuten norm» geldt, te weten de SEH en de acute verloskunde. Het RIVM analyseert op mijn verzoek jaarlijks de bereikbaarheid van SEH’s en afdelingen voor acute verloskunde. In dat kader benoemt het RIVM SEH’s en afdelingen voor acute verloskunde die gevoelig zijn voor de 45 minuten norm, wat betekent dat het aantal mensen dat niet binnen 45 minuten bij een SEH dan wel afdeling voor acute verloskunde kan zijn toe zou nemen als de betreffende afdeling zou verdwijnen. Uit het meest recente rapport van het RIVM van begin 2016 blijkt dat het Streekziekenhuis Koningin Beatrix in Winterswijk een gevoelig ziekenhuis is voor zowel de SEH als de afdeling voor acute verloskunde.
Bij het uitvoeren van de zorgspecifieke fusietoets toetst de NZa de voorgenomen fusie inhoudelijk op de continuïteit van cruciale zorg (conform onder meer de 45 minuten norm) en procedureel op de zorgvuldige betrokkenheid van cliënten, medewerkers en andere betrokken partijen. Volgens de NZa komt de cruciale zorg, waaronder spoedeisende hulp, acute verloskunde en crisisopvang GGZ, door de voorgenomen fusie niet in gevaar.
Wat de toekomst betreft is van belang dat mijn beleid erop is gericht om de spoedeisende hulp en acute verloskunde op gevoelige locaties beschikbaar te houden. Indien een ziekenhuis ertoe wil overgaan om een dergelijke gevoelige SEH of afdeling voor acute verloskunde te sluiten, dan kan ik zo’n ziekenhuis in het uiterste geval bijvoorbeeld, op grond van de Wet toelating zorginstellingen, verplichten om de betreffende zorg op het niveau van een basisziekenhuis op deze gevoelige locatie te continueren.
De 45 minuten norm geldt alleen voor de betreffende vormen van acute zorg, niet voor IC’s. De IC-zorg moet in de regio goed georganiseerd worden conform de Kwaliteitsstandaard Organisatie van IC, die begin juli door Zorginstituut Nederland is vastgesteld.
Ziekenhuizen kunnen onder bepaalde voorwaarden een beschikbaarheidbijdrage krijgen voor een gevoelige SEH en afdeling voor acute verloskunde. De status van gevoelige afdeling is gebonden aan de locatie van de betreffende zorg en wijzigt dan ook niet door een fusie.
Ik vind het belangrijk dat patiënten en verzekerden iets te kiezen hebben, ook in de Achterhoek. Of er na deze fusie voldoende keuze beschikbaar blijft, is aan de ACM om te beoordelen. De ACM zal de voorgenomen fusie beoordelen op grond van de Mededingingswet. Daarbij toetst de ACM of er als gevolg van de fusie voldoende alternatieven overblijven.
De ACM toetst de voorgenomen fusie op grond van de Mededingingswet. De NZa kan een zienswijze afgeven aan de ACM over de gevolgen van de voorgenomen fusie voor de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg. De IGZ kan daarbij de NZa haar zienswijze meegeven over de kwaliteit van zorg. Bij deze fusiemelding zag de IGZ vanuit kwaliteitsoptiek in deze fase van het fusieproces geen reden tot het afgeven van een zienswijze aan de NZa omdat de fuserende partijen hebben aangeven niet voornemens te zijn tot samenvoeging of reorganisatie van zorgfuncties en -processen. De IGZ volgt de fusie en eventuele gevolgen hiervan voor de kwaliteit van zorg met het reguliere risicogestuurde toezicht.
De NZa heeft mij laten weten dat zij sinds de inwerkingtreding van de zorgspecifieke fusietoets in 2014, 11 overnames en fusies van ziekenhuizen heeft goedgekeurd. De ACM heeft mij laten weten dat zij sinds 2012, 16 fusies tussen ziekenhuizen heeft goedgekeurd. Op dit moment7 heeft ACM 3 fusiezaken van ziekenhuizen in behandeling: Stichting Waterlandziekenhuis en Stichting Algemeen Ziekenhuis Westfries Gasthuis, Streekziekenhuis Koningin Beatrix en Stichting Slingeland Ziekenhuis en het Academisch Medisch Centrum en Stichting VUmc. Het is niet aan mij maar aan de NZa en aan de ACM om, als onafhankelijk toezichthouders, fusievoornemens te beoordelen op grond van de door ons als wetgevers vastgestelde kaders.
De NZa heeft mij laten weten dat zij sinds de inwerkingtreding van de zorgspecifieke fusietoets in 2014 geen fusies tussen ziekenhuizen heeft afgewezen. De ACM heeft mij laten weten dat zij sinds 2012 bij 1 fusie tussen ziekenhuizen geen vergunning heeft verleend. Dit was de voorgenomen fusie tussen stichting Albert Schweizer Ziekenhuis en de Rivas Zorggroep. De ACM concludeerde na onderzoek dat door de voorgenomen fusie een belangrijk deel van de concurrentiedruk op de fusiepartners zou wegvallen, ondanks de aanwezigheid van enkele andere ziekenhuizen in de omgeving. Dit kan negatieve effecten voor patiënten en verzekerden hebben. De ziekenhuizen zijn in beroep gegaan tegen het besluit van de ACM om een vergunning te weigeren. Deze beroepsprocedure loopt nog.
Zoals ik heb geantwoord op vraag 5 hebben de betrokken ziekenhuizen aangegeven dat kwaliteitseisen, volumenormen, doelmatigheid en synergievoordeel, aantrekkelijk werkgeverschap en gezamenlijke innovatiekracht motieven voor de fusie zijn. Ik vind het van belang dat fusies vooraf goed worden doordacht en de continuïteit van cruciale zorg en keuzemogelijkheden voor patiënten niet in het gedrang komen. Daarop wordt getoetst door de NZa en de ACM.
Ik ben beleidsmatig van mening dat samenwerking tussen ziekenhuizen ook kan resulteren in een kwalitatief goed zorgaanbod. En dat grotere instellingen niet per definitie beter of efficiënter zorg leveren. Ik bied daarom beleidsmatig ook ruimte aan deze samenwerking. Het besluit om al dan niet samen te werken of te fuseren is aan instellingen zelf en het toezicht daarop aan de NZa en de ACM.
De vragen van de Kamerleden Van Gerven (SP) en Leijten (SP) over het bericht dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de fusie tussen Achterhoekse ziekenhuizen accordeert (2016Z14886) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.