Ingediend | 6 juli 2016 |
---|---|
Beantwoord | 15 augustus 2016 (na 40 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z14080.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3225.html |
Een hoogwaardige, toekomstbestendige krijgsmacht vereist doorlopend investeringen in kennisopbouw, technologieontwikkeling en innovatie. Zoals in de beleidsagenda bij de defensiebegroting 2016 is beklemtoond, moet de krijgsmacht steeds sneller innoveren om opgewassen te blijven tegen een scala aan veiligheidsuitdagingen. Ook moet de krijgsmacht effectief kunnen inspelen op technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vraagt, meer nog dan voorheen, om nauwe samenwerking met kennis- en innovatiepartners. Steeds weer is de vraag aan de orde of het anders, beter dan wel goedkoper kan. Onder andere het innovatiecentrum AIR levert hieraan een bijdrage.
Innovation-AIR richt zich op de versterking van het innovatieve vermogen van Defensie en dat van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) in het bijzonder. Het doel is dat CLSK ook op de lange termijn inzetbaar en betaalbaar is. De aanpak van het innovatiecentrum stimuleert medewerkers aan de slag te gaan met nieuwe ideeën en zo antwoorden te bieden op de snel veranderende context waarin CLSK opereert. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een video- en telecomverbinding bij het onderhoud aan F-16»s in het inzetgebied. Een ander voorbeeld is de analyse van big data uit de materieel-logistieke keten van de F-16. Het doel daarvan is de gereedheid en inzetbaarheid van de vliegtuigen verder te verbeteren.
Kleine autonome innovatiecellen zijn een beproefd concept waarbij één innovatiethema de volle aandacht krijgt. Door afstand te nemen van de dagelijkse gang van zaken en de deskundigheid in de groep toe te spitsen op het onderwerp, kan een innovatiecel zich richten op veranderingen. Hierbij wordt steeds de lange termijn in het oog gehouden.
De innovatiecel «big data» onderzoekt het gebruik van big data door het CLSK en Defensie. Hieruit zijn de volgende projecten voortgekomen:
Zie antwoord vraag 3.
Het aantrekken van hoog opgeleide technici is niet de hoofddoelstelling van AIR, noch van het project RAAISR. RAAISR is een project dat Defensie uitvoert met NLR, TNO, TU Eindhoven en enkele bedrijven. RAAISR beoogt de situational awareness en situational understanding van personeel en – zodoende de inzet van militaire middelen – te verbeteren. Voor de planning en de uitvoering van missies en het behalen van de militaire doelen is het begrijpen van de omgeving van groot belang. Het innovatieproject RAAISR draagt hiertoe bij door de informatie die vliegende systemen verzamelen direct, zonder enige vertraging, beschikbaar te stellen aan eigen en bondgenootschappelijke eenheden.
Voor de lezing is $ 30.000 betaald (inclusief reiskosten voor generaal McChrystal en diens assistent) uit het budget van AIR. Stanley McChrystal heeft tijdens een symposium over leidinggeven een lezing gegeven voor ongeveer 500 defensiemedewerkers. Hij heeft op inspirerende wijze tal van onderwerpen besproken. Hij put daarbij uit zijn operationele ervaring en inzichten in leidinggeven aan operationele teams.
AIR beschikt sinds 2015 over een eigen budget. De totale uitgaven over 2015 en 2016 bedragen € 800.000. Het grootste deel van het bedrag is besteed aan defensiebrede projecten zoals lezingen en symposia. Het CLSK heeft in 2015 en 2016 aan sprekers in totaal € 445.450 uitgegeven. De sprekers zijn uitgenodigd vanwege hun inzichten op het gebied van bedrijfsvoering, leiderschap, technologie en besluitvorming. Deelnemers vanuit heel Defensie hebben deze bijeenkomsten kunnen bijwonen.
Het aantrekken van technisch personeel is niet de hoofddoelstelling van AIR. Wel bevorderen de activiteiten een cultuur waarin technische innovaties centraal staan. Dit kan positieve effecten hebben op de werving van technisch personeel. Zo is de beweging «Jong Techniek» ontstaan. Dit is een netwerk van gemotiveerde techneuten. Zij werken prototypen uit van nieuwe onderhoudsconcepten en -technieken, richten experimenteerruimtes in op de luchtmachtbases en testen nieuwe samenwerkingsvormen. Bovendien heeft AIR een «makersruimte» ingericht op de vliegbasis Woensdrecht, waarin defensiemedewerkers kennis maken met nieuwe technologieën en ideeën, en kennis en vaardigheden uitwisselen. Deze initiatieven ondersteunen het vakmanschap, de motivatie en de trots van het technisch personeel en daarmee hun behoud voor de krijgsmacht.
Daarover kunnen de meningen verschillen. Overigens is er door het innovatiecentrum geen wc-pot in een lift geplaatst. In het kader van de opening van het innovatiecentrum en bij de campagne voor een luchtmachtbrede innovatie challenge zijn, enkele uren, een douchekop en douchegordijn in een lift geplaatst. Dit in het kader van denken buiten de geijkte kaders.
Zie antwoord vraag 7.
Defensie stimuleert innovatie door medewerkers. Ter erkenning en stimulans daarvan zijn in totaal, namens de Commandant Luchtstrijdkrachten, 54 pionierspenningen en bijbehorende certificaten uitgereikt aan officieren, onderofficieren, manschappen en burgermedewerkers. De totale kosten hiervan bedragen € 324.
Nadenken over innovatieve manieren van huidige en toekomstige inzet hoort bij een militaire organisatie. De medewerkers van AIR zijn, net als andere defensiemedewerkers, bezig met hun werk. Zo leveren zij een bijdrage aan de voorbereiding op de inzet voor vrede, veiligheid en vrijheid. Zij hebben dezelfde voorbeeldfunctie als andere collega’s.
Het Innovatiecentrum-AIR is onderdeel van de staf van het Commando Luchtstrijdkrachten en rapporteert rechtstreeks aan de luchtmachtleiding. De organisatie bestaat uit een afdelingshoofd in de rang van kolonel. Er is formatieruimte voor twaalf, niet ranggebonden, medewerkers. De huidige bezetting bestaat uit drie luitenant-kolonels, een majoor, een kapitein, een adjudant en twee burgermedewerkers.
Alle projecten die voortvloeien uit AIR horen bij een militaire organisatie.
Zie antwoord vraag 7.
Over de doelen en resultaten van AIR en de diverse andere innovatie-initiatieven is Defensie open en transparant. Dat is nodig om medewerkers tot innovatie te motiveren en zo verbeteringen en vernieuwingen in de organisatie te bevorderen. Zoals bij veranderingen in organisaties kennen verbeteringen en vernieuwingen zowel critici als supporters.