Ingediend | 9 juni 2016 |
---|---|
Beantwoord | 4 juli 2016 (na 25 dagen) |
Indieners | John Kerstens (PvdA), Otwin van Dijk (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | financiën inkomensbeleid organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z11608.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3032.html |
Ja
Normen voor bezoldiging zijn vastgelegd in de Wet normering topinkomens (WNT). Binnen de grenzen die de wet, in het bijzonder de WNT, stelt, is het aan de instelling en de toezichthouders om te bepalen wat een passende beloning is. Voor afspraken van voor inwerkingtreding van de wet, die meer bedragen dan de toepasselijke norm van maximaal een ministersalaris, geldt overgangsrecht. Ik ga er van uit dat instellingen en toezichthouders niet enkel naar de maxima in de wet kijken, maar binnen die grenzen een maatschappelijke afweging maken die recht doet aan de specifieke omstandigheden.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
De beloningen van topfunctionarissen zijn een terugkerend thema in de gesprekken met de werkgeversorganisaties van de zorg- en welzijnssector.
Ik verwijs u naar de WNT-jaarrapportage die jaarlijks aan de Eerste en Tweede Kamer wordt verzonden. Hierin treft u alle gegevens over bezoldigingen van toezichthouders en topfunctionarissen. Het CIBG, de toezichthouder in de zorg, ziet toe op de naleving van de WNT en treedt, indien nodig, handhavend op.