Ingediend | 25 mei 2016 |
---|---|
Beantwoord | 16 juni 2016 (na 22 dagen) |
Indiener | Marith Volp (PvdA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z10185.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2858.html |
Ja.
Het is goed dat meer mensen hulp zoeken naar aanleiding van huiselijk geweld en kindermishandeling. In de regel zijn slachtoffers, plegers en omstanders terughoudend om kindermishandeling bespreekbaar te maken, uit schaamte, uit schuldgevoel of uit angst voor de gevolgen. De stijging van het aantal hulpvragen beschouw ik primair als een teken dat deze terughoudendheid blijkbaar vermindert. En dat is belangrijk, omdat we daarmee huiselijk geweld kunnen aanpakken.
Het doel van de landelijke publiekscampagne: een veilig thuis, daar maak je je toch sterk voor, is om slachtoffers, plegers en omstanders op te roepen om hulp en advies te vragen bij (vermoedens van) huiselijk geweld én kindermishandeling. Ik heb geen onderzoek gedaan naar de aanleiding voor betrokkenen om hulp te zoeken. De publiekscampagne zal hier naar verwachting wel aan bijgedragen hebben. Daarnaast is in de media regelmatig aandacht voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Ik vermoed dat ook die aandacht bijdraagt aan het overwinnen van terughoudendheid van burgers, slachtoffers en plegers om hulp te zoeken.
Bijna alle Veilig Thuis-organisaties (VT-organisaties) hebben aan de VNG gemeld dat zij vanaf de start van Veilig Thuis per 1 januari 2015 een stijging van het aantal adviesaanvragen en meldingen zien. Gemiddeld over alle Veilig Thuis organisaties is die stijging ca 20% ten opzichte van 2014.
Een belangrijk doel van de samenvoeging van het voormalig Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) is dat voor omstanders, plegers, slachtoffers en professionals er één duidelijk en bekend punt is voor advies over en melden van geweld in huiselijke kring binnen de regio. Misschien weet nog niet iedereen dat zij terecht kunnen bij Veilig Thuis, maar het is positief dat ze wel hulp zoeken en vinden. Korrelatie wijst de bellers door naar Veilig Thuis in hun regio. Daarnaast concludeer ik dat de bekendheid van Veilig Thuis in de regio groeit omdat ook de VT-organisaties een toename zien van het aantal adviesgesprekken en meldingen (zie ook het antwoord onder vraag 3).
Ik heb geen cijfers over de bekendheid bij mensen over de organisaties waar ze terecht kunnen voor het melden van huiselijk geweld. Het belangrijkste vind ik dat mensen, bij wie ze ook aankloppen, of het nu de politie, de huisarts, Korrelatie of andere organisaties zijn, goed worden geholpen en/of worden doorverwezen naar Veilig Thuis.
Een goed functionerend Veilig Thuis is daarvoor cruciaal. Daarom is in januari 2016, op mijn initiatief, door de VNG een verbeter- en doorontwikkelingsprogramma voor de VT-organisaties gestart.
Veilig Thuis is dé plek om advies te vragen over huiselijk geweld en kindermishandeling en indien nodig hier ook melding van te doen. Gemeenten en VT-organisaties werken aan de bekendheid van Veilig Thuis bij verschillende doelgroepen.
Gelet op het grote maatschappelijk belang van de aanpak van geweld in huiselijke kring voer ik de eerder genoemde publiekscampagne, waarin via tv- en radiospotjes, PR en een website het landelijk gratis nummer voor Veilig Thuis wordt gecommuniceerd. Uit de Jaarevaluatie Campagnes rijksoverheid 20152 blijkt dat de campagne de afgelopen jaren heeft bijgedragen aan de bekendheid van Veilig Thuis. Maar de handelingsverlegenheid van mensen blijft nog steeds vrij groot.
Ik vind het positief dat omstanders hun zorgen over vermoedens van kindermishandeling bespreken met de hulpverlening. Ik kan begrijpen dat zij in sommige gevallen anoniem willen blijven. Belangrijk is dat mensen laagdrempelig hun zorgen kunnen delen. Korrelatie en vooral Veilig Thuis, waarnaar deze omstanders worden doorverwezen, zijn geëquipeerd om deze omstanders van goed advies te voorzien. Mocht een situatie dermate ernstig zijn dat een melding noodzakelijk is dan zal Veilig Thuis – als dat nodig is – met betrokkenen spreken over het opheffen van deze anonimiteit. Belangrijk is dat het geweld stopt, dat het kind veilig is en indien nodig, hulp geboden wordt aan betrokkenen.
Net als Korrelatie zie ik, zoals ook blijkt uit met mijn antwoord op vraag 2, dat schaamte en angst een reden kan zijn voor slachtoffers, plegers en omstanders om niet te praten over huiselijk geweld. Aandacht in de media over geweld in huiselijke kring draagt bij aan het overwinnen van deze blokkades. Het is en blijft belangrijk om te werken aan bewustwording en het taboe te doorbreken. Dat moeten we met elkaar doen. Op lokaal niveau door middel van voorlichting en informatievoorziening. En door professionals die op basis van de meldcode bij vermoedens van huiselijk geweld het gesprek met de betrokkenen aan gaan.
In de voortgangsrapportage geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA) die tijdig voor het geplande Algemeen Overleg (AO) van 15 september 2016 aanstaande naar uw Kamer zal worden gezonden, zal ik ingaan op de inspanningen van gemeenten en Rijk om de VT-organisaties verder op orde te krijgen.