Ingediend | 20 mei 2016 |
---|---|
Beantwoord | 15 juni 2016 (na 26 dagen) |
Indiener | Yasemin Çegerek (PvdA) |
Beantwoord door | Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie ondernemen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z09873.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2842.html |
Ja.
De binnensteden van Nederland zijn belangrijke plaatsen waar burgers elkaar kunnen ontmoeten en zich kunnen ontspannen. Uit het PBL-rapport «De vitale binnenstad» blijkt dat de Nederlandse binnensteden divers zijn qua profiel, maar dat zij door functiemenging meer potentie hebben dan andere gebieden. De kwaliteit van de openbare ruimte is over het algemeen hoog en biedt een verscheidenheid aan functies: van winkels en horeca tot culturele evenementen. Binnensteden weerspiegelen daarnaast de historie van stad en streek. Dit maakt de binnensteden van Nederland uniek en de moeite waard om te koesteren.
Het is echter wel belangrijk om ruimte te houden voor innovatieve ontwikkelingen op het gebied van nieuwe winkelconcepten om winkelgebieden toekomstbestendig te maken en te houden. Hierbij is een algehele terughoudendheid gewenst als het gaat om het toevoegen van nieuwe winkelmeters. Immers, in Nederland staat zo’n 75 miljoen m2 aan vastgoed leeg, waar leegstaande winkels een relatief klein, maar zeer zichtbaar en voelbaar aandeel in hebben. Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten om hierin keuzes te maken en daarbij goed te onderbouwen waarom (voorzien in een behoefte) én waar (bij voorkeur binnenstedelijk) zij eventuele nieuwe winkelmeters willen toestaan, conform de vereisten van de Ladder voor duurzame verstedelijking.
De Ladder voor duurzame verstedelijking is een motiveringsvereiste. Dat betekent dat de Ladder niet voorschrijft wat de uitkomst van het besluitvormingsproces is, maar dat gemeenten moeten motiveren waarom en waar zij een nieuwe stedelijke ontwikkeling al dan niet mogelijk willen maken. Aan de hand van de Ladder toetst de Raad van State of de motivering gedegen is. Die toets door de rechter heeft plaatsgevonden in de casus Zevenaar.
De keuze om een outlet al dan niet toe te staan is een verantwoordelijkheid van decentrale overheden. Het Rijk mengt zich niet in de regionale besluitvorming, noch in de rechterlijke uitspraken over de outlet.
In het kader van de Impulsaanpak zetten de partners van de Retailagenda zich in om het overaanbod in vierkante meters terug te dringen met 20%, door de aanpak van leegstand en het terugdringen van plancapaciteit. Deze casus laat vooral zien dat we binnen die aanpak extra aandacht moeten besteden aan oudere bestemmingsplannen die nieuwe winkelmeters mogelijk maken (schrappen van overbodige plancapaciteit).
Uw Kamer heeft ingestemd met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en de bijbehorende ruimtelijke regelgeving. Daarin is afgesproken de ruimtelijke bevoegdheden zo laag mogelijk te beleggen, ofwel bij de gemeenten en provincies. Zij zijn aan zet om te werken aan een goede ruimtelijke ordening waartoe ook de ruimtelijke structuur voor voorzieningen, zoals winkels, behoort.
Daar zijn gemeenten in verschillende snelheden mee bezig. De ondertekening van 84 gemeentelijke RetailDeals is een duidelijk teken dat zij de retailopgave serieus nemen. De provincies hebben hierbij regionaal de regie. Het is duidelijk dat zij die rol steeds meer oppakken. Naar verwachting tekenen de eerste provincies in september een RetailDeal, waarbij ze laten zien dat ze ook voor deze opgave de regie op zich nemen. Waar nodig steunt het Rijk hierin. Niet voor niets hebben we nu een Retailagenda met bijbehorend Impulsteam, waarbij ook gebruik gemaakt wordt van bijvoorbeeld de kennis van de landelijke expertteams. Daarnaast wordt in de praktijk geoefend met zowel huidig als toekomstig ruimtelijk instrumentarium in tijden van krimp. Het Rijk heeft een faciliterende, stimulerende rol waarbij de afgesproken verantwoordelijkheden worden gerespecteerd.
In een RetailDeal versterken gemeenten hun winkelgebieden in samenwerking met winkeliers, horeca, vastgoedondernemers, culturele instellingen en bewoners. Gezamenlijk maken ze een visie en een concreet actieplan. Daarin benoemen ze op welke plekken winkels kansrijk zijn en op welke plekken niet, om leegstand te voorkomen. Ook stemmen ze de plannen af op regionaal niveau.
Inmiddels zijn er 84 deals gesloten op gemeentelijk en regionaal niveau. Hierbij zijn 119 gemeenten zijn betrokken. De verwachting is dat voor de zomer provinciale RetailDeals worden afgesloten. De gemeente Zevenaar heeft geen RetailDeal afgesloten. In de regio van Zevenaar zijn er wel RetailDeals gesloten met Arnhem, Doetinchem en Nijmegen. Voor gemeenten die nog geen RetailDeal hebben, maar dit wel willen, zal er een derde tranche worden georganiseerd.
Geen. Tegen het besluit van de Raad van State is geen beroep mogelijk.