Ingediend | 17 mei 2016 |
---|---|
Beantwoord | 29 juni 2016 (na 43 dagen) |
Indieners | Carla Dik-Faber (CU), Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z09430.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2999.html |
Het artikel is mij bekend. Met het toenemen van de wereldbevolking verbaast het mij niet dat ook het aantal abortussen oploopt.
Wat mij opvalt is dat de cijfers voor West-Europa voor de gehele studie laag zijn, dat deze cijfers iets oplopen naar mate de jaren vorderen, maar nog steeds in vergelijking met andere regio’s laag zijn. Ik kan hier, net als het onderzoek zelf, geen verklaring voor geven. Wat mij verder opvalt is dat in vergelijking met dit wereldwijde onderzoek het Nederlandse abortuscijfer, aantal abortussen per 1.000 vrouwen tussen 15 en 44 jaar, extreem laag is namelijk 8,5. Dit geeft aan dat Nederland wereldwijd bij de landen met de laagste abortuscijfers hoort.
In Nederland wordt ten behoeve van de registratie van de IGZ alleen het woonland van de ongewenst zwangere vrouw geregistreerd. Afkomst als zodanig wordt niet geregistreerd. Ik heb dan ook geen cijfers voorhanden waaruit de conclusie getrokken zou kunnen worden dat er meer zwangerschapsafbrekingen voorkomen onder bepaalde groepen immigrantenvrouwen uit Oost-Europa.
Kennisinstellingen zoals onder ander Rutgers bekijken waar extra aandacht nodig is ten aanzien van seksuele gezondheid en weerbaarheid bij bepaalde risicogroepen. Hierbij nemen ze ook bepaalde migrantengroepen mee en organiseren daarvoor speciale projecten en bijeenkomsten. Ik zie geen noodzaak om hierop extra maatregelen te nemen.
Zie antwoord vraag 3.
Uit het onderzoek blijkt dat het abortuscijfer, het aantal abortussen per 1.000 vrouwen tussen 15 en 44 jaar, voor landen waar het verboden is hoger is dan het abortuscijfer voor landen waar abortus is toegestaan, respectievelijk 37 tegenover 34. In dat kader ben ik voorstander van het feit dat het afbreken van zwangerschappen gebeurt op een veilige en verantwoorde manier waarbij de vrouw adequate begeleiding krijgt.
Ik ben niet voornemens om extra onderzoek te laten doen naar het gevolg van de abortuswetgeving op seksueel risicogedrag, aangezien Nederland internationaal tot de landen behoort met het laagste abortuscijfer.
De vragen van de Kamerleden Van der Staaij (SGP) en Dik-Faber (CU) over het hoge aantal abortussen (2016Z09430) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.